Vol 65 Nr 6 (1988)
Artikel
-
Het effect van stress-educatie
Psychologische stress levert een belangrijke bijdrage aan een aantal gezondheidsproblemen. Indit artikel wordt nagegaan wat het effect is vanpreventie door middel van lessen in stressmanagement op school (stresseducatie). Hiertoeworden 9 gepubliceerde effectevaluaties besproken. De lessen bevatten veelal ontspanningsoefeningen, cognitieve stressinoculatie, alsmedetraining in probleemoplossende en sociale vaardigheden. Het effect wordt gemeten aan fysiologische parameters, gedrag of scores op diversevragenlijsten. Het korte termijn effect vanstresseducatie lijkt positief. Inzicht in het effectop lange termijn en in integratie binnen hetNederlandse onderwijssysteem is er nog niet.Het lijkt raadzaam om een Nederlandse studieuit te voeren waarin, naast een geblindeerdeeffectmeting en een langdurige followup, tevens de invloed op het leergedrag dient teworden bestudeerd.
-
Milieu- en geslachtsverschillen in taalontwikkeling vankinderen van 3 tot 6 jaar
In deze studie wordt aangetoond dat er verschillen zijn in taalontwikkeling van 3 tot 6jarigekinderen tussen de midden en hogere sociaaleconomische milieus. Dit verschil wordt zowelin taalbegrip als in taalgebruik gevonden. Tevens worden er geslachtsverschillen gevonden intaalgebruik, waarbij de meisjes meestal hogerscoren. Er wordt géén geslachtsverschil in taalbegrip geconstateerd. Bij het onderzoek werdgebruik gemaakt van een nieuw ontwikkeldtaalscreeningsinstrument met goede psychometrische eigenschappen.
-
Verslag van het AERA-Congres 1988 te NewOrleans
Het komt er in feite op neer dat de AERA isuitgegroeid tot een internationale jaarmarktvoor onderwijsonderzoek. Eenieder die iets temaken heeft met de programmering van onderwijsonderzoek, of met het nationale enlokale beleid inzake onderwijsonderzoek of deconsequenties van onderzoek voor de onderwijspraktijk, tracht iets van zijn gading tevinden.
-
De kunst van het moresleren
in de verantwoording van de indeling van de bundel kan ik de redactie ook niet echt volgen. "Met deopbouw van de bundel is geprobeerd om te accentueren wat de auteurs gemeenschappelijk bezighoudt en daarom heeft de redactie ervan afgezien debijdragen louter op alfabetische volgorde van auteursnamen op te nemen" (p. 12), alsof dat als idealesystematiek werd gezien en men zich een beetje voorde uiteindelijk gekozen indeling schaamt. Voor datlaatste is misschien ook wel enige reden, als webedenken dat de meeste bijdragen zich zonder enigbezwaar van de ene naar de andere afdeling latenverplaatsen.
-
Voortijdig schoolverlaten en spijbelen in het voortgezetonderwijs: een onderzoek naar het schooljaar 1984-1985
Dit artikel doet verslag van een surveyonderzoek op schoolniveau naar voortijdig schoolverlaten en spijbelen in het voortgezet onderwijs enhet middelbaar beroepsonderwijs. Voortijdigschoolverlaten is in de jaren zeventig toegenomen maar neemt sinds 1980 weer af. Hetspijbelen van leerlingen volgt vermoedelijk dezelfde ontwikkelingscurve. Gedurende of na helschooljaar 19841985 verliet gemiddeld 6.2%van de leerlingen de school, 2.4% het dagonderwijs zonder het laatste diploma. Schoolleidersschatten dal 90%> van hun leerlingen nooit, 10%af en toe en minder dan 1% hardnekkig spijbelt.Zij vinden het voortijdig schoolverlaten en spijbelen alleen daar zorgwekkend, waar het veelvoorkomt. Men schrijft voortijdig schoolverlaten en spijbelen vooral toe aan het sociale milieuvan de leerling en diens individuele capaciteitenen motivatie. Ten aanzien van voortijdig schoolverlaten en spijbelen worden op scholen allerleimaatregelen genomen. Zowel voortijdig schoolverlaten als spijbelen kunnen op schoolniveauworden voorspeld uit het schooltype, de urbanisaüegraad van de gemeente en de samenstellingvan de .schoolbevolking. Andere schoolkenmerken hebben geen additionele, voorspellendewaarde.
-
Veertien tehuizen voor opvoeding en opleiding
Dit artikel betreft een onderzoek naar de toekomstige functie en doelstellingen van veertieninternaten, die over het algemeen wordenaangeduid als (semi) vakinternaten en als BJ'vak 'internaten. Na een korte bespreking van deaanleiding tot het onderzoek en de onderzoeksprocedure, wordt ingegaan op de belangrijksteresultaten van het onderzoek: de identiteit endoelstellingen van de groep internaten. In de discussie wordt ingegaan op de betekenis van deresultaten in het kader van recente discus.%iesover de residentiële jeugdhulpverlening.
-
Ten geleide van de Kroniek 'Pedagogische Studiën 1920-1970'
Men kan haar verslag zien als het bekijken van een groepsfoto, waarin zowel oppervlaktekenmerken als enige duiding daarvan bijdragen tot een betere herkenning van karakteristieken van het tijdschrift. Het is de kroniekvan een evolutie, bepaald door de wisselwerking tussen omstandigheden en dc daarin tcsitueren bijdragen van de achtereenvolgenderedacties. Het is geen studie van de onderliggende opvattingen en uitgangspunten van eenwetenschapsdomein, noch is het een 'Ideengcschichte'. De kroniek opent het perspectief opde bestaansreden en schetst de wisselendeoriëntaties, de redacties, de inhoud en hetinspelen op maatschappelijke krachten en tegenkrachten binnen de context van het onderwijs(systeem). Kortom, dc kroniek biedt eenschets van een periode van onderwijskundigen pedagogisch denken in ons taalgebied diewordt afgesloten met de opkomst van de empirische onderwijskunde in de jaren zeventig.Het aftasten van dit verleden lijkt de redactieeen interessant uitgangspunt voor het begrijpen van meer recente ontwikkelingen, ookomdat uit deze historische schets blijkt datnieuwe ontwikkelingen reeds oude sporendragen.
-
Pedagogische Studiën 1920-1970
In oktober 1919 verscheen de eerste afleveringvan Paedagogische Studiën (hierna aangeduidmet PS), een driemaandelijks tijdschrift voorpedagogiek en methodiek, tevens orgaan vanhet Nutsseminarium voor Paedagogiek teAmsterdam, van de Vereniging voor paedagogisch onderwijs aan de Rijksuniversiteit teGroningen en van het Dr. D. Bosfonds teGroningen.
-
Streven naar effectiviteit in het onderwijs
Nadrukkelijker dan in Nederland, voerenCanadese schoolbesturen een eigen onderwijsbeleid. Ze stellen plannen op voor verbeteringvan het onderwijs, treffen voorzieningen voorde uitvoering van vernieuwingsplannen doorscholen en evalueren de resultaten ervan (zie:Appelhof, P. N. en T. A. M. van der Meer, Curriculuminnovatie in Ontario, Canada. Pedagogische Studiën, 1984, 61, 8793). De besturen van de grotere schooldistricten in hetbijzonder beschikken over een eigen ondersteuningsapparaat vergelijkbaar met de Nederlandse onderwijsbegeleidingsdiensten.