Vol 61 Nr 5 (1984)
Artikel
-
Onderwijs en het leren van begrippen
Veel experimenteel onderzoek naar begripsvorming ('concept attainment') zoals datvan Heidbreder uit de veertiger en vijftigerjaren in Europa en dat van Bruner, Goodnowen Austin (1956) in de V.S. had eigenlijk meerbetrekking op het door een proefpersoon inbijv. plaatjesmateriaal — vinden van aan deproefleider bekende 'begrippen'. Het ging indeze experimenten veeleer om 'begripsidentificatie'. Ook Van Parreren oriënteert zich inzijn in 1960 gepubliceerde boek in het hoofdstuk 'De vorming van begrippen' nog op deexperimenten van Heidbreder. Klausmeierstart in het begin van de zestiger jaren metBrunerachtige opgaven (Klausmeier, Harris enWiersma, 1964).
-
Begrippen en hun niveaus van beheersing: de theorie van Klausmeier en haar belang voor het onderwijs
Voor het onderwijs is belangrijk dat geblekendat voor het kunnen beheersen van een begripformeel niveau ruime persoonlijke en con'^i'cte ervaringen met het begrip noodzakelijk^jii Dr rol van voorkennis kan in het licht vantheorie beter begrepen worden. De theoriekevert geschikte aanknopingspunten van prak'ische aard voor betere didactische werkwijzenhet onderwijs.
-
Een analyse van spontane gesprekken in gezinnen uit verschillende sociale milieus
In dit artikel worden spontane gesprekken in gezinnen geanalyseerd tegen de achtergrond vanBernsteins (1973) opvattingen over socialisatiein gezinnen uit verschillende sociale milieus. Er is welbewust gekozen voor een exemplarische benadering: twee qua sociaal milieu verschillende gezinnen met een kind in de kleuterleeftijd staan centraal. De materiaalanalyse isgericht op twee specifieke verschijnselen die eengesprek stimuleren, dezgn. luisteractiviteit en deZgn. sturing.Deze verschijnselen blijken in het gezin uithoger milieu frequenter te zijn dan in dat uitlager milieu. Verder blijkt de stimulering in hetgezin uit hoger milieu een hiërarchie te vertonen,waarbij de oudere interactiedeelnemers de jongere meer stimuleren dan omgekeerd. In hetgezin uit lager milieu is dit niet het geval.
-
Amerikaans onderwijs opnieuw onder de loep
Naar aanleiding van: David Gardner,a.o., A Nation at Risic: TheImperative for Educational Reform.An Open Letter to the AmericanPeople. A report to the Nation andthe Secretary of Education.Washington, April 1983. Kort na zijn aantreden installeerde presidentReagan een commissie die zich moest bezighouden met de teruglopende kwaliteit in hetonderwijs. Deze commissie bracht in 1983 eenrapport uit onder de titel: 'A Nation at Risk'.De commissie was samengesteld uit politici vandiverse partijen, managers van de grote ondernemingen, universiteiten en alledeionderwijsinstituten. In het rapport wordt opgemerkt, dat de eens onovertreffelijke Amerikaanse kwaliteit in handel, wetenschap entechniek nu onderhevig is aan een zware concurrentie. 'Onze natie bevindt zich op de grensvan het risico', constateert de commissie, diezich evenwel uitsluitend heeft gericht op hetfalen van het onderwijssysteem tevens degrootste zwakte van het rapport. Juist dit wordtals een grote bedreiging ervaren voor de Amerikaanse welvaartmaatschappij, voor haarveiligheid en beschaving.
-
'Autistic' children. New hope for a cure
Het (bijna) afwezig zijn van de vaardigheid normale sociale relaties aan te knopen; Een aarzeling om een min of meer onbekendeomgeving te verkennen; Veelvuldig optreden van stereotype gedragingen;Vermijden van en weerstand bieden tegen veranderingen in hun fysische en sociale omgeving;Ontwikkelingsachterstanden op het vlak van taalen cognitie, maar gecombineerd met 'eilandjes'van goed functioneren;Frequent slaapproblemen.
-
Een longitudinaal onderzoek naar leren lezen in de eerste klas
In een onderzoek werd de leesontwikkeling van7'tal leerlingen van de eerste klas in kaart Sebracht. Een jaar lang werd wekelijks gemeten^elke typen woorden de kinderen konden lezenwerd geobserveerd hoe ze tot een response^^amen. De kinderen leerden met twee verschillende methoden lezen, namelijk 'VeiligLeren Lezen en 'Lelterstad'. Aan de hand van^^ gegevens is nagegaan a) welke samenhangbestaat tussen leesvaardigheid en strategiege"''iiik, en h) of de individuele verschillen in leesontwikkeling verband houden met kenmerken^on de leesmethoden.
-
Evalueren van leerresultaten door leerkrachten in deonderbouw van het voortgezet onderwijs
In ons land is nog nauwelijks onderzoek verricht naar het evalueren door leerkrachten. In dit artikel doen we verslag van een verkennend onderzoek naar de werkwijze die leerkrachten in deonderbouw van het voortgezet onderwijs volgenbij het evalueren van leerresultaten. Aan het onderzoek werd meegewerkt door ruim 900leerkrachten, aßomstig tut alle schooltypenvoor voortgezet onderwijs en verdeeld over diverse vakken. De evaluatiepraktijk wordt opgrond van de onderzoeksresultaten gekenschetstals 'traditioneel'. Inzichten die de laatste decennia min of meer gemeengoed zijn geworden inde evaluatieliteratuur hebben nog maar weiniginvloed gehad op deze praktijk. Een mogelijkeverklaring is dat in de literatuur onvoldoenderekening wordt gehouden met de voorwaardenwaaraan voldaan moet worden, willen deze inzichten in het onderwijs toepasbaar zijn. Eenverdere verklaring kan zijn dat deze inzichtenslechts in beperkte mate bij leerkrachten bekendzijn.
-
Een theoretisch model van gedragsintenties van docenten
Binnenkort wordt de nieuwe basisschool wettelijk ingevoerd. Het zal overigens nog wel jaren duren voordat deze onderwijsvernieuwingfeitelijk geïmplementeerd en geïnstitutionaliseerd zal zijn. I.v.m. ons betoog denken wij datde ontwikkeling van de basisschool misschienhet beste aangeduid kan worden als een'schooircform'. Het gaat bij deze vernieuwingimmers niet alleen om een verandering opschoolwerkplanniveau en om veranderingenbinnen de leergroep. Ook de organisatie van debasisschool zal wezenlijk anders zijn dan dievan de 'oude' kleuter en lagere school. Metname door de toegenomen complexiteit vandoelen en taken voor de basisschool zullen allerlei vormen van taakverdeling en taakdifferentiatie tussen de onderwijsgevenden ontstaan, omdat de vele te verrichten taken zekerniet meer door elke leerkracht kunnen wordenuitgevoerd.
-
Verslag van het AERA-Congres 1984 te New Orleans
Het thema van het congres was 'diversitywithin a union', de dialectiek tussen eenheid enverscheidenheid die de AERA als organisatiekenmerkt. De oorspronkelijke gedachte was,aldus het voorwoord in het programmaboekvan bijna 500 pagina's, om na te denken overhet ervaringsgegeven dat de vereniging eenconfederatie vormt van groepen met nogal uiteenlopende interesses en doelstellingen, en teonderzoeken hoe de eenheid van de organisatie opgevat zou kunnen worden. Bij de opstelling van het programma echter kwamen desamenstellers tot de conclusie dat de eenheidniet voortkwam uit een bewuste poging op hetoorspronkelijke thema te reageren, maar uit dereactie van de vereniging op de actuele discussie over de kwaliteit van het Amerikaanse onderwijs.
-
Wetenschap ofjournalistiek? Over een kwalitatief onderzoek naar de kinderlijke leefwereld
Het promotieonderzoek wordt gepresenteerd vanuit het perspectief van onderzoekersdie door de knieën zijn gegaan, zowel voor de'onderzochte' kinderen, alsook voor de verleidelijkheid van een doctorstitel. Bij dit laatstemoet echter worden aangetekend dat de poging tot het verkrijgen ervan in de ogen van deauteurs kennelijk slechts een betrekkelijk betekenisloos incident vormt, want in de laatstezin van het voorwoord verheugen ze zich erover na deze verplichte academische exercitienu weer 'echt aan het werk' te kunnen gaan.
-
Verslag van de conferentie 'De culturele grondslag van het onderwijs' gehouden in Parijs, van 14 tot 17 augustus 1984
De International Sociological Association(ISA), de Internationale Sociologische Vereniging, kent 38 onderafdelingen, de zgn. Research Committees. Een van deze onderafdelingen in het Research Committe 'Sociology ofEducation'. Onderwijssociologen uit alle delenvan de wereld zijn op persoonlijke titel lid vandit Committee. Het organiseert, naast sessiesop de ISAwereldcongressen (Uppsala, 1978;Mexicostad, 1982; New Delhi, 1986), ook andere conferenties. De jongste was in Parijs van14 tot 17 augustus 1984, met als onderwerp'Cultural Basis of Education; the Interrelationships between Values, Knowledge and Education as an Institution'.
-
Grootschaligheid in de Onderwijsvernieuwing
In de Inleiding wordt opgemerkt dat in WestEuropa, en met name ook in Nederland en België,waar beide auteurs werkzaam zijn, sprake is van beleid dat zich vertaalt in onder meer grootschaligevernieuwingsprojecten. In hoofdstuk 1 passerenkenmerken en problemen van zulke projecten derevue: ze hebben een 'Reform'karakter, dat wil zeggen ze zijn ingebed in maatschappelijkculturele enpolitieke ontwikkelingen, ze zijn meerdimensionaal,en ze vinden plaats op initiatief van de landelijkeoverheid die alleen algemene doelen formuleert, envoor de feitelijke realisatie of implementatie minderaandacht heeft. Het gevolg is dat er op verschillendeniveaus en bij verschillende betrokkenen reductiesplaatsvinden en bepaalde accenten worden gelegd.Het implementatieproces op regionaal, lokaal enschoolniveau is een onderhandelingsproces, met velemogelijke uitkomsten. Een en ander is nadelig voorhet doorvoeren van irmovaties, want dat vergt eenheldere besluitvormingsstructuur, een constante gerichtheid en goede onderiinge samenwerking, zowelbinnen scholen als tussen scholen, en tussen internebegeleiders en externe ondersteuning. Verder is problematisch hoe externe ondersteuning kan aansluitenbij elke afzonderlijke school en leerkracht. Hieropkomen we verderop in deze bespreking nog terug.Uiteindelijk is er steeds sprake van persoonlijke interpretaties van de innovatie, door alle betrokkenen.