Vol 51 Nr 4 (1974)
Artikel
-
Over fundamentele ervaringen: prolegomena tot een analyse van gesprekken met schakers
Dit essay behandelt op een informele manier een betrekkelijk nieuw idee. Het gaat over bepaalde soorten leerprocessen en, vooral, leereffecten, die in de literatuur leerpsychologie, opvoedkunde,onderwijskunde nog weinig aandacht hebbengekregen. Weliswaar zijn die processen en effecten zelf bekend genoeg en vaak beschreven.Nieuw is echter de hier gepresenteerde theoretische ordening: ordening in termen van nieuwebasisbegrippen. 2 Het gaat in dit essay vooral omde idee van de 'fundamentele (leer)ervaringen'.D.w.z. het gaat om de functie en de betekenis vanbepaalde voor het leren en de persoonlijke ontwikkeling belangrijke ervaringen inzichten,bewuste kennis waar een element van zelfkennis in besloten ligt. Deze omschrijving isprovisorisch maar hopelijk voldoende om degrote lijn van het betoog alvast aan te geven.
-
Idolen en Idealen
De hausse in de literatuur over de pedagogischeantropologie lijkt haar hoogtepunt gehad tehebben. Het is in dit verband tekenend dat in denieuw opgezette reeks 'Neue Anthropologie',onder redaktie van Gadamer en Vogler, welplaats ingeruimd is voor o.a. de 'Kulturanthropologie' en 'Psychologische Anthropologie',maar dat men aan de 'Pädagogische Anthropologie' volledig voorbijgaat. Voor het verval van de pedagogisch antropologische benaderingswijze zijn verschillende gronden aan te voeren. Het creëren van een pedagogische antropologie had o.i. ten doel eenalternatief wetenschapskoncept te verdedigen,waarbij men echter een konfrontatie met deempirische wetenschapsopvatting uit de weg
-
Schets van ontwikkelingen in de West-Duitse didactiek na 1945
In de WestDuitse didactiek wordt vanaf de jaren'70 een wetenschapstheoretische discussie manifest. In het overzichtswerk van Blankertz wordende diverse didactische modellen, t.w. de Bildungstheoretische, de Lerntheoretische en de Informatietheoretische, naast elkaar geplaatst. Zij zoudenelkaar als het ware aanvullen. Op dit standpunt is^eel kritiek gekomen. Deze kritiek richt zichvoornamelijk op de vraag welke 'Interessen' door'ieze modellen gediend worden. In publikaties vanHuisken, Becker en Jungblut, Schäfer en Schaller^ordt vooral de 'technologische Wendung' geanalyseerd en bekritiseerd. In hun opvatting staan deverschillende didactische stromingen niet horizontaal naast elkaar, maar zijn zij te beschouwen^Is exponenten van een ontwikkelingsgang. Dekritische didactiek tracht deze ontwikkeling om tebuigen door de didactische reflexie in een maatschappelijk context te plaatsen. In dit artikel willen wij ons richten op de ontwikkelingen in de WestDuitse didactiek na 1945.Uitgaande van het feit, dat de Nederlandsedidactiek traditioneel sterk op het Duitse denkengeconcentreerd is, lijkt het zinvol de recente ontwikkelingen in WestDuitsland te signaleren.Een in oktober 1973 gehouden conferentie overde middenschool bewees bijvoorbeeld nog eens
-
Decentralisatietrend in het Zweedse onderwijs
Tijdens de Zweedse Nationale Leermiddelenexpositieen de hieraan gekoppelde Zweedse Schoolweek injuni 1973 gaf L. Teveborg, onderwijsraad bij hetSkolöverstyrelse en tijdelijk vrijgesteld voor een alomvattend evaluatieonderzoek van de grundskola,een exposé over recente ontwikkelingen in het Zweedse onderwijs. Vooral in het eerste stadium van eenbelangrijke onderwijshervorming, zo merkte hij op,is een goede, vaak in detail geplande centrale of regionale sturing van groot belang. Juist bij de mensenin het veld blijkt vaak behoefte te bestaan aan eennauwkeurige leiding van allerlei activiteiten en processen. Leraren en overig schoolpersoneel wensenexacte informatie of aanwijzingen over de wijzewaarop ze in verschillende schoolsituaties moetenreageren. Zo kunnen bijvoorbeeld de lokale schoolbesturen(Skolstyrelser) zelf inhoud geven aan de vrije keuzevakken en aan de extra uren (resurstimmar), die aande leraren voor allerlei nevenactiviteiten ter beschikking staan. Momenteel wordt er in Zweden op groteschaal een reeks van onderzoeken uitgevoerd over deinterne werkvormen en de gehele mesostructuur vanhet onderwijs en de mogelijkheid tot verdere decentralisatie. De resultaten van deze onderzoeken zullenin 1976 worden gepubliceerd. Over de consequenties,bijv. de verantwoordelijkheid voor de centrale overheid, valt nog weinig te voorspellen, maar volgensTeveborg zal er zeker sprake zijn van een toenemendemate van decentralisatie. Daarbij zullen evenwel eenaantal algemene regels voor het gehele land blijvenbestaan.
-
Openbaar en bijzonder onderwijs samen?
Welke opvatting men ook heeft over de preciesebetekenis van 'multidisciplinair' met betrekking totde onderwijskunde, de rechtswetenschap speelt inhet besef van de meeste onderwijskundigen in hetsamenspel der diverse disciplines slechts een perifererol. Juridische vragen komen, volgens hen, pas intweede instantie aan de orde, nl. om het door onderwijskundigen (en politici) vastgestelde model in eenwetssysteem in te passen. Een school op deze pedagogische grondslag is inons onderwijsbestel natuurlijk eenvoudig te realiseren, als men de weg van een gezamenlijk opgerichte,privaatrechtelijke, 'bijzondere' school kiest. Maarvele ouders wensen meer, nl. een zodanige beheersvorm, dat ook de overheid in het bestuur participeert.Een soort 'openbare' school dus, maar een andersoort dan de traditionele. In de laatste is nl. het medebeslissingsrecht van de ouders en andere betrokkeneneen onmogelijkheid, terwijl in de levensbeschouwelijk pluriforme school dit recht een noodzakelijke voorwaarde van welslagen is. De term participatieduidt dan ook aan dat gedacht wordt aan een zekerevorm van bestuurlijke samenwerking van overheiden burgers.
-
Spelling van de werkwoordsvormen: een didactischeaanpak opnieuw bekeken
Deze bijdrage bevat een bespreking van het onderzoek dat Van der Velde in 1956 heeft gepubliceerd met betrekking tot de spelling van de werkwoordsvormen. Uitvoerig wordt ingegaan op hetonderzoeksinstrument van Van der Velde. Degeschiktheid van het dictee dat hij als toetsdicteeheeft gebruikt wordt onderzocht. Datzelfde geldtvoor de werkwijze van Van der Velde. In beiderichtingen zijn er ernstige bezwaren. VervolgensWordt toegelicht hoe een adequater toetsdicteeis te verkrijgen en wordt aangetoond dat als gevolgvan de wijze van onderzoeken van Van der Veldezijn voorstel tot verbetering van een didactischeaanpak zwakke punten vertoont. Daarna wordtde vraag behandeld of bij leerlingen 'ingeslepenfoutief denken' kan worden gecorrigeerd. Eenaanpak waarbij gebruik wordt gemaakt van twaalfzinloze werkwoorden, wordt uiteengezet. In eenslotparagraaf wordt op de betekenis van longitudinale leerplanconstructie gewezen, mede geletop tijdseconomische aspecten.
-
Konstruktie en resultaten van een onderwijsleerpakket voor het technisch leren lezen
In het kader van het L3 K2projekt (heren hezenheerprocesanalyse en Kursus Konstruktie) werdeen onderwijsleerpakket 'Horen, zien, lezen,analyse en synthese' gekonstrueerd volgens destrategie van Kooreman en Donders.Drie essentiële kenmerken van het onderwijsleerpakket zijn:1. Sterke nadruk op het leren verklanken vanlettertekens2. Grote aandacht voor de (auditieve) analyse ensynthese3. Het konsekwent toepassen van leerprincipes(oriënteren, materialiseren, beschikbaar maken, isoleren, diskrimineren, wendbaar makenen konsolideren).
-
Scholing van de onderwijskracht
Het artikel is een samenvatting van een onderzoeknaar enkele aspekten van de beginsituatie van deScholing van onderwijskrachten in de regio ApPingedamDelfzijl. De resultaten zijn indikatief^oor de onderwijskrachten van het basisonderwijsin de drie noordelijke provincies.Er wordt een diffuse behoefte aan scholing geconstateerd, waarbij onderwijskrachten zich overwegend laten leiden door traditionele en opportunistische overwegingen. Schoolleiders blijken^ich niet significant te onderscheiden van andereonderwijskrachten t.a.v. de behoefte aan scholing,"och t.a.v. de verwachtingen met betrekking tothun participatie in scholingskursussen. Er wordtafstand genomen van het recente initiatief om descholing te organiseren via de Teleac.Tenslotte wordt in aansluiting op het onderzoekSepleit voor een scholingsbeleid, gebaseerd opeen regionale en 'horizontale' organisatiestruktuur. Het vraagstuk van de scholing van onderwijs•^■■achteni is de laatste jaren in een versnelling|eplaatst. Vooral na de impulsen van hetP'owdenreport (1967) zijn binnen en buitenPi^e landsgrenzen studies verschenen, die een'"novatie van het scholingsbeleid bepleiten. Wenoemen: Van Gelder (1968), Idenburg (1971),^ahn (1972), Standaert (1973), Deutscher BilJ^ngsrat (1970), Swedish National Board of^ducation (1971), Jamcsreport (1972). De wense'Jkheid van een innovatie van het scholingsbeleid®'dde in de regio AppingedamDelfzijl tot eeninitiatief vanuit de Pedagogische Academie om opregionaal nivo de mogelijkheid te onderzoekenvan een meer professionele organisatie van descholing van onderwijskrachten^.
-
Functionele betekenis van itembanking voordidaktische doeleinden
Reeds gedurende een tiental jaren bestudeert men in het Centrum voor Psychopedagogisch enI^idactisch Onderzoek {C.P.D. O.) van de LeuvenseUniversiteit problemen in verband met didactischeevaluatie. Itembanking omvat de studie van de^nstrumentalisering van operabele doelstellingenhet functioneel voorradig hebben van een 'groot'oantal vooraf bestudeerde items waarmee didactische doeleinden kunnen nagestreefd worden. Hethoofddoel dat men nastreeft met een itembank'•s het ter beschikking hebben van een ruim aantaldoelstellingvalide items waarmee evaluatieproei.e. objectieve proeven voor didactische ren'^'^'nentsevaluatie, kunnen samengesteld worden,^aast deze hoofdfunctie kan men verder ook een'"struerende en een coördinerende ftmctie aanduiden.
-
De comprehensive school en de toets der kritiek
Een Headmaster van Woodlands School, Coventry,die gedurende 12 jaar de resultaten van onderwijs inheterogene klassen heeft kunnen volgen, is duidelijkvoorstander van dit principe. 'De meeste leerlingen,inclusief de meer begaafden', zo schrijft hij, 'slagenbeter in het hoger onderwijs dan leerlingen uithomogene klassen.' In de zeven jaar, dat er op zijnschool nog op traditionele wijze werd onderwezen,maakte slechts 37% van zijn leerlingen het vijfjarigesecundaire onderwijs af; na de afschafiing van'Streaming' in 1962 nam het aantal geslaagde kandidaten toe tot 75% (1967). Dezelfde Headmastermerkt op, dat vooral de leerling met een niet al tehoge IQscore het voortgezet onderwijs met goedresultaat kan volgen, terwijl er tegelijkertijd ooksprake was van een toename van schoolsucces onderde gemiddelde 'grammar school pupils'.
-
Mensen Veranderen
Met deze historischpsychologische verhandelingaanvaardde de auteur op 6 juni 1974 zijn ambt vanbuitengewoon hoogleraar in de psychologische geschiedenis aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg.Genoemde discipline richt zich op de studie van het(veranderend) menselijk gedrag in de loop der westerse geschiedenis. De omschrijving van de leeropdracht komt mij te eng voor; het adjectief psychologisch richt de aandacht op een bepaalde disciplinebinnen de sociale wetenschappen terwijl bestuderingvan deze rede aantoont dat de psychologische geschiedenis op het kruispunt van veel meer wegenstaat dan de naam doet vermoeden. Peeters' centralestelling is dat veranderingen systeemkarakter hebben,d.w.z. niet geïsoleerd en los van hun omgeving plaatshebben. 'Als de mens in zijn totaliteit verandert ...hangt deze verandering óók samen met transformaties van de omgeving' (pag. 4). Deze stelling werkt hijuit door drie historische veranderingen in het menselijk gedrag te bespreken. Een tweede thema dat de centrale stelling illustreer'is de functie van het geheugen in de maatschappelijl''culturele context. Vergeleken met bijvoorbeeld16e eeuw is het geheugen gedevalueerd, een these diePeeters op o.a. sociale, psychologische en didactisch®gronden beargumenteert. Ook hier is de conclusi®dat dit waardeverminderingsproces geen geïsoleerdfenomeen is, maar bepaald wordt door een compl®"van aan elkaar gerelateerde factoren. Een derdevoorbeeld van het systeemkarakter van veranderingkan men vinden in de wijzigingen in het waarnerne"en behandelen van zg. geesteszieken. Wederom ed^duidelijk aanwijsbaar veranderingsproces dat echiefalleen maar adequaat begrepen kan worden a'sonderdeel van een veel algemener transformatie*proces.