Vol 46 Nr 4 (1969)
Artikel
-
Aan de lezers
Paedagogische Studiën bestaat thans 46 jaar. Wie de verschenen jaargangen doorkijkt, kan er de ontwikkeling der pedagogiek uit aflezen,en in de administratie de aantallen abonnees nagaat, vindt er tevensbewijs van de toenemende belangstelling voor onze discipline. Totrond 1950 waren er niet meer dan 500 abonnees, in de daarop volgende 10 jaar steeg het aantal abonnementen tot 1000. Thans staan wijop ruim 3200 en dit ondanks de verhoging van de abonnementsprijsenkele jaren geleden,tussen zijn er in de loop der jaren nieuwe tijdschriften voor onderen opvoeding in 't leven geroepen. Wij zijn ervan overtuigd dat er ook vandaag^^g behoefte bestaat aan studies over de taak, de plaats en de methoder pedagogiek en dat de uitkomsten van dc wetenschappelijkeop haar terrein, in ons blad worden gepubliceerd. Wij lieblien^ "ter tevens vastgesteld dat de artikelen van onderwijskundige aard inloop van de tijd in ons blad steeds groter plaats zijn gaan innemen."' 's bepaald behoefte aan een publicatieorgaan voor de wetenschap^'ijke beoefening der onderwijskunde en wij willen ons nadrukkelijdan tot nog toe op dit terrein gaan bewegen. Onder de naam vanblad vindt de lezer thans de woorden „Tijdschrift voor OndcrjJ^^'l^unde en Opvoedkunde" en dat wil zeggen, dat wij in staat hopen
-
VERMAATSCHAPPELIJKING VAN HET ONDERIJS (Een niet aanvaarde uitdaging)
Inleidende opmerkingDe bespreking van de ministeriële nota, over democratisering van h«'onderwijs in het vorige nummer van Paedagogische Studiën, is uitg®"mond in een drietal kritische opmerkingen:1. ten aanzien van deze problematiek wordt door de Minister e®"*pas op de plaats gemaakt.2. een duidelijk beeld van het gevoerde en nog te voeren onderwijl'beleid, dat mede tot strekking heeft de democratisering van het oö'derwijs te bevorderen, wordt niet gegeven.3. de verantwoordelijkheid voor een voortgaande democratiserioSvan het onderwijs wordt in sterke mate gelegd op het gezin c.q ^^moeder.Het is dan ook niet onjuist te concluderen dat de Minister de uitdä'ging, het bevorderen van een vermaatschappelijking van het onderwijlomwille der sociale gerechtigheid, kennelijk niet heeft wilhn of kui»'nen aanvaarden.
-
THE EXPANSION OF HIGHER EDUCATION
this paper I shall attempt to analyse some of the problems involin the rapid expansion of higher education which has been goingn many countries since the end of the Second World War, and in'he still more rapid expansion which is being envisaged or' projected in''lany countries for the next decade or two. For lack of competency I^hall not deal with the economic and financial aspects of the topic,although their crucial importance for any policy of educational expan^'on is of course beyond dispute, and they have attractcd the serious®''ention of scholars and policymakers alike. The analysis will be baon comparison of actual or projected developments in the field of^'gher education in a number of European and nonEuropean coun'fies which, in respect of their economies and systems of formal educa^'on, are counted among the relativcly developed nations. These coun^''ies have been selected not only on account of significant developmentsbe observed in their higher educational systems but also because daand literature concerning such developments have been more readily®ccessible to the author. This more or less arbitrary selection should. y no means be taken to imply that phenomena of equal import and"iterest could not have been recorded in ether countries as well,ßet'ore broaching our subject, a few preliminary remarks are indicaconcerning the definition of the term „higher education", or ratherdemarcation of the field denoted by that term. There are four prin^'Pal approaches todefininc our concept which, thoi.gh not by necessi'y niutually cxclusive, result in different ranges of application for thatConcept which, it is true, overlap to a considerable extent but are by no"'eans congruent.
-
LERAAR EN OPVOEDINGSSTIJL
Wat is opvoedingsstijl?Een tijdje geleden kwam een psycholoog, die docent aan een verpleegstersschool is, bij een bijeenkomst van collega's met het volgende voorval: »Op een zekere dag kom ik een verpleegstersklas binnen om les te geven. In de voorste rij hebben twee jonge verpleegsters provocerend hun benen op de tafel liggen. Zodra ik dit zag, zei ik: „In deze klas geef ikS^en les", en verliet het lokaal. Een collega (A) zei toen: „Ik zou dit'helemaal geïgnoreerd hebben, ik zou gewoon les gegeven hebben enhelemaal niet hierop zijn ingegaan", waarna een tweede (B) reageerde„Ik zou deze meisjes de klas uitsturen!", en een derde (C): „Ik2ou deze meisjes een flink standje geven!", waarna een vierde collega(ö) de opmerking maakte: „Dit vind ik nu een typisch voorbeeld vanbedorvenheid van de tegenwoordige jeugd", en vervolgens een vijfde (E): „Nou, in mijn ogen is dit een gezond teken, dat ze zo vrij zijn^at ze zoiets überhaupt durven".
-
DE ONDERWIJZERSGEZELSCHAPPEN IN BELGIE, 1816 — CA. 1846
De vernieuwing van de volksschool is in de 18de eeuw in de Duitse Staten begonnen, onder invloed eerst van het piëtisme en daarna vande Aufklärung. Onderwijzersgezelschappen zagen er het licht tegen heteind van die eeuw, het meest in Würtemberg 2. Ze kwamen, ook elders,vooral na 1800 tot ontwikkeling 3. Omstreeks 1820 speelden ze reedseen belangrijke rol in het omvormingsproces van de leerkrachten. Onder dezen volgden velen nog niet de cursussen van een „Lehrerseminar"of een „Normalschule" 4. Verenigingen die pedagogische voorlichtinggaven en lectuur ter beschikking stelden, waren dan ook een adequaatmiddel tot volmaking 5. Dat gold evenzeer voor de onderwijzers die welreeds een specifieke opleiding hadden gekregen.
-
PEDAGOGISCH NIEUWS
«Tal van verschijnselen in het huidige lager onderwijs wijzen erop datveel te weinig rekening gehouden wordt met de mogelijkheden van deleerlingen en te kort wordt gedaan aan hun vorming", aldus één van deconclusies uit het in 1965 door de N.O.V. gepubliceerde rapport „Nieuweonderwijsvormen voor 5 tot 13 ä 14jarigen". Het KohnstammInstituut voor Onderwijsresearch heeft de uitdaging van deze en andereconclusies uit genoemd rapport aanvaard en stelde daartoe een veelomVattend onderzoeksprogramma op waarvan de eerste fase 1 september jl. isingegaan. Het onderzoek heeft de naam „Flexibele organisatiestructuurVoor het onderwijs aan ca. 5 tot 11jarige kinderen" gekregen, kortwegPlos, en zal zeven jaar in beslag nemen.Bij de opening van het cursusjaar 1969/70 in de Aula van de Universiteit heeft de hoogleraardirecteur Prof. Dr. Ph. J. Idenburg mededelingen gedaan over dit omvangrijke onderzoek.
-
Boekbeoordelingen
Drs. A. B. Lam, pedagogisch doctorandus en leraar voor de Bijbelvakkenaan de Christelijke Kweekschool „De Klokkenberg" te Nijmegen heefthet Nederlandse Onderwijs een grote dienst bewezen met zijn boek. „HetGegeven Woord" is een oase temidden van de vele literatuur inzake overdracht van de Bijbelse Geschiedenis aan de jeugd.Naar mijn mening is dit boek ook zeer geschikt voor de leidster vande Christelijke Kleuterschool, die zich wil bezinnen op haar taak de kleuter met de Bijbelse Boodschap in aanraking te brengen.De Bijbel is „erzählte Lehre" — geloofsonderricht — in verhaalvorm,(P 25), de evangeliën zijn tendensgeschriften en geen biografieën vanJezus. Wie vertelt moet het bijbels a.b.c. kennen! Bijbelse geschiedenis kan^'cchts op een Bijbelse manier verteld worden, daarom moet aan de Bij^vertelling een toegewijde Bijbelstudie vooraf gaan.Dr. J. van der Wcrf's „Oefeningen in het Leerhuis" wordt hartelijk aan^•^voien maar met de leergangopbouw volgens de structuur van het ker