Vol 97 Nr 1 (2020)

Gepubliceerd: 2020-01-01

Artikel

  • Het bevorderen van doorstroom naar het hoger beroepsonderwijs door middel van een doorlopende leerroute: het Groene Lyceum vergeleken met vmbo-mbo en havo

    H.J.A. Biemans, H. Mariën, E. Fleur, T. Beliaeva, J. Harbers

    De ontwikkeling van doorlopende leerroutes om de doorstroom van leerlingen(/studenten) in het beroepsonderwijs te bevorderen, krijgt tegenwoordig veel aandacht. De centrale vraag van dit exploratieve onderzoek is of doorstroom naar en positieve ervaringen op
    het hbo van leerlingen met een relatief hoog cognitief niveau worden bevorderd door middel van de versnelde, doorlopende leerroute het Groene Lyceum (hGL) vergeleken met de meer traditionele routes naar het hbo. Beoogd wordt zo inzicht te verkrijgen in de werkzaamheid van deze doorlopende leerroute.

  • Gewoon een kamishibai?! Implementatiepraktijken als het resultaat van interpretatieve onderhandelingsprocessen

    K. Vermeir, G. Keichtermans

    Onderwijsvernieuwingen worden vaak ondersteund door artefacten: doelbewust ontwikkelde instrumenten om vernieuwingsdoelen te realiseren. Soms vormen die artefacten op zichzelf de vernieuwing. Deze studie rapporteert over een enkelvoudige gevalsstudie van de implementatiepraktijken in een kleuterschool na de adoptie van één educatief artefact: de kamishibai. 

  • Lezen en antwoorden bij de tekst met vragen geobserveerd Een eye-trackstudie onder vwo 4-leerlingen

    P. Rooijackers, G. van Silfhout, I. Mulders, H. van den Bergh

    In leeslessen Nederlands in het secundair onderwijs wordt vaak de tekst met vragen gebruikt om leerlingen te toetsen en trai- nen in tekstbegrip. Daarbij is de gedachte doorgaans: wie goed vooraf leest, maakt de vragen ook goed. In deze studie wordt de re- latie tussen het vooraf lezen van teksten en het beantwoorden van bijbehorende vragen onderzocht door analyse van de oogbewe- gingen. Vertrekpunt vormt de aanname in de Constructie-Integratietheorie van Kintsch (1998) dat lezers voor een dieper tekstbegrip meer aandacht besteden aan kernzinnen dan aan niet-kernzinnen. Er is onderzocht in hoe- verre vwo 4-leerlingen (N = 16) tijdens vooraf lezen meer leestijd schenken aan kernzinnen dan aan niet-kernzinnen en in hoeverre dit verband houdt met het antwoorden. Uit de re- sultaten blijkt dat deelnemers tijdens vooraf lezen meer tijd besteden aan kernzinnen, maar op dieper tekstbegripsniveau kon geen relatie tussen vooraf lezen en antwoorden worden vastgesteld. Deelnemers lezen vooraf over het algemeen lineair en construeren pas tijdens het antwoordproces een dieper tekst- begrip. De vraag is daarmee in hoeverre de huidige inrichting van deze taak tekstbegrip be- vordert en de dominantie ervan in het schoolvak Nederlands gerechtvaardigd is.

  • Werelden van verschil: aard en intensiteit van interprofessionele samenwerking tussen basisonderwijs en kinderopvang

    M.R.E. Verhijen-Tiemstra, A. A. Ros, M.J.M. Vermeulen

    Intensieve samenwerking tussen basisonder- wijs en kinderopvang wordt in toenemende mate noodzakelijk geacht om kinderen een doorgaande ontwikkelingslijn te kunnen bie- den. Ondanks alle maatschappelijke aandacht voor dit vraagstuk is wetenschappelijke ken- nis over het onderwerp echter nog zeer be- perkt. Het doel van deze studie is daarom om meer inzicht te krijgen in de aard van de inter- professionele samenwerking (IPS) tussen kinderopvang en basisonderwijs en de knel- punten die hierbij een rol spelen. Een meer- voudige casestudy bij zestien kindcentra is uitgevoerd om de aard en intensiteit van IPS te onderzoeken. Via twee dataverzamelings- methoden, een focusgroepinterview met medewerkers en individuele interviews met leidinggevenden van beide sectoren, zijn data verzameld. Voor de analyse van gegevens is een analysemodel ontwikkeld, gebaseerd op een gevalideerd model uit de gezondheids- zorg. Resultaten laten zien dat IPS een multi- dimensioneel construct is: IPS vindt gelijk- tijdig met verschillende intensiteiten plaats. Zeven van de twaalf subdimensies bevin- den zich op het niveau van coöperatie. Een lage intensiteit van IPS is gevonden binnen de normatieve dimensie. Uit analyse van de knelpunten blijkt dat er een grote mate van ongelijkheid bestaat tussen de samenwer- kingspartners en dat dit belemmerend is voor intensivering van IPS.