Vol 83 Nr 1 (2006)
Artikel
-
Discussie Het nieuwe leren
“Pedagogische Studien” is een wetenschappelijk tijdschrift en wil in die hoedanigheid bijdragen aan verbetering van onderwijs en aan de discussie daarover. Ontwikkelingen in het onderwijs en de discussie daarover gaan snel in Nederland, meestal sneller dan het wetenschappelijk onderzoek er resultaten over kan produceren. Reageren op actuele ontwikkelingen is daardoor en door de relatief lange productietijd van een nummer van PS zelden mogelijk. De discussies rond het zelfstandig leren, het studiehuis en het nieuwe leren zijn zo lang actueel dat het voor PS mogelijk is op dit onderwerp aan het debat bij te dragen.
-
De effecten van de evaluatie-ervaring op de percepties van studenten over assessment
Deze studie onderzoekt de effecten van de concrete ervaring met een ongekende evaluatievorm op de percepties van studenten ten aanzien van deze evaluatievorm en ‘assessment’. Daartoe werd een cursus Ontwikkelingspsychologie ingericht waarbij vier evaluatievormen – namelijk een meerkeuzetoets, een casusexamen, een ‘peer assessment’ en een portfolio – werden toegekend aan vijf onderzoeksgroepen (N = 612). Data werden verzameld via een ‘pretest-posttest design’ met vragenlijsten. De resultaten tonen aan dat onbekende evaluatievormen aanvankelijk onbemind zijn. Onzekerheid over de procedure en de invloed op de prestaties leidt tot een kritische, weerhoudende attitude. Niettegenstaande ondervindt elke evaluatievorm na het examen een toename van positieve percepties, evenals verwante evaluatievormen. De proportionele toename verschilt echter van methode tot methode. Hoe positiever de ervaringen met de evaluatievorm, des te hoger is de toename van positieve percepties. Het nastreven van positieve ervaringen, zelfs met ongekende evaluatievormen, lijkt bijgevolg een aangewezen innovatiestrategie.
-
Effecten van autonomie en interne decentralisatie op leesvaardigheid in het voortgezet onderwijs: Een internationaal vergelijkende studie
Het onderwijsbeleid in Nederland staat de laatste jaren in het teken van deregulering en autonomievergroting van scholen. Achterliggende rationale is dat een grotere autonomie van scholen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Aan de hand van een secundaire analyse van PISA-gegevens is onderzocht of er aanwijzingen zijn die deze beleidsveronderstelling ondersteunen. Vier domeinen van autonomie en interne decentralisatie van bevoegdheden zijn daarbij onderscheiden: personeelsmanagement, financiele middelen, leerlingenbeleid en curriculum. De studie laat zien dat een grotere autonomie op personeelsgebied samenhangt met een hogere leesvaardigheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs, hetgeen verklaard kan worden door de compositie van de leerlingenpopulatie op school. Autonomie op personeelsgebied is echter vooral in landen waar relatief weinig beslissingen ten aanzien van werving en salariering van onderwijspersoneel door scholen worden genomen, gerelateerd aan de sociale compositie van de school.
-
Feminisering en didactisering van het lerarenberoep in het vhmo, 1950-1975
De hedendaagse crisis in het lerarenberoep wordt vaak in verband gebracht met de feminisering van het onderwijs. Verondersteld wordt dan dat vrouwelijke leerkrachten een andere verhouding tot methode, didactiek en pedagogiek hebben dan mannelijke. Door opkomst en ontwikkeling van de didactiek in het lerarenberoep te onderzoeken, is gezocht naar historisch bewijs voor deze veronderstelling. De centrale vraagstelling is welke rol vrouwen hebben gespeeld in de gedachtevorming over de didactische dimensie van het lerarenberoep. Daartoe is explorerend historisch onderzoek gedaan naar de periode waarin de didactisering van het vhmo een belangrijk issue werd in onderwijskringen: de periode 1950-1975. Aan de hand van een inhoudsanalyse van de vaktijdschriften “Levende Talen” en “Kleio” (jaargangen 1950-1975) is de gedachtevorming over de didactisering van het lerarenberoep – en de rol van vrouwen daarin – in kaart gebracht voor de vakken moderne talen (incl. moedertaal) en geschiedenis. Uit de analyse blijkt dat didactiek in deze periode uitsluitend een mannendomein was, ook bij vakken met een relatief hoog feminiseringspercentage, zoals Frans.