Vol 83 Nr 4 (2006)
Artikel
-
Waar staan we na 25 jaar onderwijstechnologie in Vlaanderen, Nederland en de rest van de wereld?
Dit artikel blikt terug op 25 jaar onderwijstechnologisch onderzoek in Vlaanderen, Nederland en de rest van de wereld en formuleert enige onderzoeksthema’s voor de toekomst. Er wordt vanuit drie, gedeeltelijk overlappende invalshoeken een beschrijving gegeven van de ontwikkelingen in: a) de harde technologie, met een accent op ontwikkelingen in hardware, zoals de infrastructuur van het Internet en mobiele communicatie, en software zoals e-mail, discussionboards en het World Wide Web, b) de zachte technologie, de ontwikkelingen in de didactiek om onderwijs vorm te geven met nieuwe media, en c) krachtige leeromgevingen waarbinnen de harde en de zachte technologie elkaar ontmoeten, zoals in electronische leeromgevingen (ELO’s). Geconcludeerd wordt dat binnen de onderwijskunde de belangrijkste vooruitgang geboekt is bij onderzoek naar onderwijsleerprocessen in technologieverrijkte leeromgevingen. Toekomstig onderzoek zal zich meer en meer moeten richten op: a) geintegreerde leeromgevingen en een daarbij passende didactiek, b) het leren van betekenisvolle taken in flexibele, gepersonaliseerde en vraaggestuurde leeromgevingen, en c) de ontwikkeling van hogere-orde vaardigheden, die studenten nodig hebben om zich te ontplooien in dit soort omgevingen. Daarnaast zal het onderzoek meer oog moeten krijgen voor de implementatie- en evaluatievraagstukken die gemoeid zijn met grootschalige innovaties in het onderwijs.
-
Opleidingskunde: ontwikkelingen rond het opleiden en leren van professionals in onderwijs en bedrijfsleven
De centrale thematiek in het huidige opleidingskundig onderzoek is het leren van professionals. In dit overzichtsartikel krijgt de leraar daarbij bijzondere aandacht, naast de opleiding en ontwikkeling van medewerkers in arbeidsorganisaties. De hoofdvraag is hoe het opleidingskundig onderzoek zich in de recente periode ontwikkeld heeft en welke bijzonderheden en lacunes daarin aan te wijzen zijn. Na een overzicht van opvattingen over het leren van de leraar, spitsen we de bijdrage toe op specifieke thema’s als het leren op de werkplek, de toegenomen aandacht voor de rol die de psychologische begrippen zelfsturing en reflectie spelen, en de recente aandacht voor een meer pragmatische benadering van competenties en assessments. Aan het slot vindt een reflectie plaats op de ontwikkelingen in het opleidingskundig onderzoek. Een belangrijke conclusie is dat in plaats van de gewenste convergentie er juist een proliferatie van thema’s en onderzoeksbenaderingen plaats heeft in het onderzoek met betrekking tot het leren, opleiden en ontwikkelen van professionals zowel in het onderwijs als in het bedrijfsleven
-
25 jaar Onderwijspsychologie in Nederland en Vlaanderen in de periode 1980 tot 2005: Trends, pendels en grensverleggers
In deze bijdrage wordt een thematisch-historisch overzicht gegeven van de laatste 25 jaar onderwijspsychologisch onderzoek in Nederland en Vlaanderen. Centrale thema’s zijn de kloof tussen theorie en praktijk, de spanning tussen leren en onderwijzen, en de toegevoegde waarde van de handelingspsychologie, de cognitieve psychologie en het constructivisme aan het onderwijspsychologisch onderzoek en aan de onderwijspraktijk. We bespreken de grenzen (in het ontwerpen) van krachtige onderwijsleeromgevingen en belichten de bijdrage van het onderwijspsychologisch onderzoek in verband met algemene en domeinspecifieke kennis en de (medische) expertiseontwikkeling. Afsluitend stellen we vast dat de onderwijspsychologie werk dient te maken van de blijvende behoefte aan theorievorming en van de toenemende vraag naar het evalueren van de zorg- en onderwijseffectiviteit voor alle groepen van leerlingen. We zijn van mening dat onderwijspsychologen voor de uitdaging staan om methodologische en methodische variaties in het onderzoek te benutten ten einde het dynamische karakter van leren en instructie adequaat te kunnen modelleren. Daarbij moeten we het overbruggen van de kloof tussen theorie en praktijk hoog prioriteren.