Vol 82 Nr 1 (2005)
Artikel
-
De praktijkkennis van ervaren bètadocenten in de context van de invoering van het vak Algemene Natuurwetenschappen
Dit artikel beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de praktijkkennis van negen ervaren bètadocenten op het moment dat zij nog maar kort onderwijs verzorgen in een nieuw vak: Algemene Natuurwetenschappen. De gedachte hierachter was dat de praktijkkennis van docenten in belangrijke mate bepaalt hoe zij op deze vernieuwing reageren. Het onderzoek was gericht op het in kaart brengen van overeenkomsten en verschillen in de inhoud en structuur van de praktijkkennis. Hiertoe is de algemeen-pedagogische kennis van de docenten onderzocht in relatie tot hun Pedagogical Content Knowledge (PCK) over modellen en modelleren, en hun vakkennis op dit gebied. Er is gebruikgemaakt van een semi-gestructureerd interview en een vragenlijst. Uit de analyse van de verzamelde gegevens kwamen twee typen praktijkkennis naar voren. In beide typen worden verschillende perspectieven op leren en onderwijzen gecombineerd en is sprake van samenhang tussen algemeen-pedagogische kennis en PCK. Een van beide typen kan als meer geïntegreerd worden gekenschetst en is uitgebreider voor wat betreft de inhoud van de PCK. Voor beide typen geldt dat de kennis over modellen en modelleren minder duidelijk samenhangt met de andere kenniselementen en bovendien niet onderscheidend is.
-
Het onderwijsproductiviteitsmodel van Walberg: Enkele factoren in het hoger onderwijs nader onderzocht
Het onderwijsproductiviteitsmodel van H. J. Walberg gaat uit van negen factoren die de uitkomsten van het onderwijs beïnvloeden. Een aantal factoren uit dit model is gebruikt ter verklaring van de studieresultaten van een steekproef van eerstejaarsstudenten aan de Rijksuniversiteit Groningen. De gegevens over deze factoren zijn verzameld bij de studentenadministraties van de opleidingen, door analyse van studiegidsen en door middel van vragenlijsten bij studenten (zowel vragenlijsten voor cursusevaluaties als ‘selfreports’ door studenten). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat vijf factoren, die gerelateerd kunnen worden aan het onderwijsproductiviteitsmodel, 29% tot 31% van de variantie in studieresultaat verklaarden. Zo bleken de variabelen gemiddeld eindexamencijfer vwo, motivatie in termen van verwachtingen, de ervaren kwaliteit van beoordeling, de studielast, en het aantal actieve contact-uren van invloed te zijn op het studieresultaat.
-
De invloed van cognitieve representaties van beoordelaars op hun beoordeling van docentportfolio’s
Tegenwoordig wordt bij het beoordelen van docenten vaak gebruikgemaakt van portfolio’s. De betrouwbaarheid van portfoliobeoordelingen is een heikel punt. Zulke beoordelingen worden beïnvloed door cognitieve representaties van de beoordelaars. Inzicht daarin is cruciaal om de betrouwbaarheid van portfoliobeoordelingen te kunnen verbeteren. We onderzochten zowel de betrouwbaarheid van beoordelingen als de cognitieve representaties van beoordelaars zoals die tot uitdrukking komen in retrospectieve hardopdenkprotocollen en beoordelingsformulieren. Door beide aan elkaar te relateren konden we nagaan in hoeverre beoordelingen kunnen worden verklaard vanuit cognitieve representaties van beoordelaars. In het onderzoek beoordeelden zes beoordelaars paarsgewijs 18 portfolio’s. Bij 12 van deze portfolio’s was de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid redelijk tot goed. Variantieanalyse wees nauwelijks op beoordelaarseffecten. We gebruikten de Associated Systems Theory (Carlston, 1992, 1994) en de Correspondent Inference Theory (Jones en Davis, 1965) voor analyse van de inhoud van de hardopdenkprotocollen en beoordelingsformulieren. De gegeven beoordelingen konden grotendeels worden verklaard door categorisering van de cognitieve representaties van de beoordelaars op twee dimensies: abstracte versus concrete opmerkingen en positieve versus negatieve evaluatie
-
Extra formatie, onderwijsprocessen en prestaties
Sinds 1997 is de Nederlandse overheid begonnen met het verkleinen van de groepen door aan scholen extra formatie beschikbaar te stellen. Met deze investering zijn grote bedragen gemoeid. De vraag is nu, in hoeverre deze extra formatie tot verhoogde prestaties bij leerlingen leidt, en aansluitend, wanneer dit het geval is, hoe een dergelijk effect dan kan worden verklaard. Dit onderzoek richt zich op de effecten van die extra formatie binnen 46 Nederlandse basisscholen. Binnen deze scholen worden leerlingen van groep 1 getoetst, en worden hun interacties met de leerkracht, en hun taakgerichtheid geobserveerd. De resultaten laten zien dat de leerlingleerkrachtratio een positieve invloed heeft op de taalprestaties van de leerling, in tegenstelling tot de groepsgrootte en de leerlingvolwasseneratio. Verschillende leerling-leerkrachtinteracties en de taakgerichtheid van leerlingen lijken een - bescheiden - rol te spelen in het verklaren van dit verband.
-
Krachtige leeromgevingen in het middelbaar beroepsonderwijs: Vormgeving en effecten
Dit artikel presenteert de resultaten van een onderzoek naar verschillen tussen beroepsopleidingen die het primaire proces overwegend vormgeven in overeenstemming met het concept krachtige leeromgeving, en beroepsopleidingen waar in mindere mate sprake is van een dergelijke vormgeving. Daarbij is nagegaan in hoeverre er een relatie is tussen het interne rendement en de onderwijskundige inrichting, en de invloed van motivatieaspecten op deze relatie. Er zijn 11 casestudies uitgevoerd bij technische beroepsopleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs waarin het opleidingstraject van in totaal 200 deelnemers gedurende hun tweede opleidingsjaar is gevolgd. Deze 11 opleidingstrajecten laten een uiteenlopende vormgeving van krachtige leeromgevingen zien. Het bevorderen van zelfregulatie levert een duidelijke bijdrage aan de studievoortgang. De relatie tussen kenmerken van krachtige leeromgevingen, motivatie en intern rendement is niet eenduidig. Bij de overgang naar innovatieve leeromgevingen missen deelnemers houvast en waarderen zij hun leeromgeving negatief als zij onvoldoende medesturing kunnen geven aan de omslag in de wijze van leren.