Vol 82 Nr 2 (2005)

Gepubliceerd: 2005-01-01

Artikel

  • Boekbespreking ‘Lokaal onderwijsbestuur in ontwikkeling

    S. Braster

    Wie een boek in handen krijgt met op de kaft een foto van het Kurhaus in Scheveningen, is geneigd om te denken dat het gaat om een toeristische uitgave van de gemeente Den Haag. Niets is minder waar. Het gaat immers over Haagse politiek, waarvan de doorwerking wordt onderzocht in de gemeenten Haarlem, Roosendaal, Zutphen en Hardinxveld-Giessendam. De afbeelding van het Kurhaus verwijst naar de locatie waar in 1993 negen maal overleg heeft plaatsgevonden tussen de bewindslieden van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de PvdA-ers Jacques Wallage en Jo Ritzen, en tien vertegenwoordigers van de vier koepelorganisaties, te weten het Contactcentrum Bevordering Openbaar Onderwijs/ Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse Algemeen-Bijzondere Schoolraad, de Nederlandse Katholieke Schoolraad en de Nederlandse Protestants-Christelijke Schoolraad.

  • Boekbespreking ‘Teachers’ emotions in a context of reforms’

    M. Honingh, J. Mierink, P. Meijer

  • Effecten van programma’s ter bevordering van de sociale competentie in het Nederlandse primair onderwijs

    C.W. Overveld van , J.J. Louwe

    De Nederlandse samenleving - daarbij inbegrepen het onderwijs - ervaart een toename van problemen in het gedrag van kinderen en jongeren. De mening dat de school in de aanpak hiervan een taak heeft, wordt breed gedragen. Scholen proberen een voor hun situatie passende oplossing te vinden, onder andere door het gaan gebruiken van programma’s ter bevordering van de sociale competentie. Deze interventieprogramma’s trachten middels lessen met een methodische opbouw een (verdere) ontwikkeling van antisociaal gedrag bij kinderen te voorkomen. Van een groot aantal Nederlandse sociale competentieprogramma’s dat bestemd is voor kinderen in de basisschoolleeftijd blijken geen effectiviteitsgegevens bekend, of zijn de gepubliceerde resultaten gebaseerd op onderzoek met een kwalitatief pover onderzoeksdesign. Inzicht hierin is voor de onderwijspraktijk van groot belang bij de afwegingen over de aanschaf en invoering van een dergelijk programma.

  • Conferentieverslag ‘Zin en Onzin van Leren met ICT’

    B. Vries de , C.D. Hulshof

  • Effecten van stimulering van beginnende geletterdheid in groep 2

    M. Droop, S. Peters, C. Aarnoutse, L. Verhoeven

    In dit artikel worden de resultaten beschreven van twee experimentele studies naar de effecten van een interventieprogramma voor het stimuleren van beginnende geletterdheid in groep 2 van de basisschool. De eerste studie (N = 263) vond plaats gedurende 16 weken in de tweede helft van het schooljaar, de tweede studie (N = 442) gedurende 20 weken in de eerste helft. Onderzocht werd of het interventieprogramma bij autochtone en allochtone leerlingen effect heeft op de ontwikkeling van geletterdheid, taalbewustzijn en woordenschat. Het interventieprogramma was samengesteld op basis van door het Expertisecentrum Nederlands ontwikkelde prototypen op het gebied van beginnende geletterdheid en woordenschat, en bevatte een vaste structuur waarmee dagelijks gewerkt werd. De resultaten van beide studies laten zien dat zowel de autochtone als allochtone leerlingen van de experimentele groepen beter presteren op geletterdheid, taalbewustzijn en woordenschat dan de leerlingen van de controlegroep

  • Boekbespreking 'Lokaal onderwijsbestuur in ontwikkeling. Vormgeven aan bestuurlijke Vernieuwing'

    S. Braster

  • Computergebruik thuis en internetvaardigheid in het voortgezet onderwijs

    H. Kuhlemeier, B. Hemker

    Het verwerven en verwerken van informatie met behulp van het internet en de computer wordt in onze informatiemaatschappij steeds belangrijker. Voor hun schoolwerk dienen leerlingen tegenwoordig te beschikken over een breed scala aan digitale vaardigheden. In dit artikel worden verschillen tussen leerlingen in het bezit en het gebruik van de computer en internet in verband gebracht met de prestaties op een zogeheten kennis-overvaardighedentest. Deze test meet de mate waarin leerlingen bedreven zijn in voor school relevante ict-toepassingen, zoals internetten, e-mailen en tekstverwerken. Het onderzoek is uitgevoerd bij leerlingen in het eerste en derde leerjaar van het voortgezet onderwijs. Het bezit en gebruik van de computer, internet en e-mail in de thuissituatie levert een positieve bijdrage aan de vaardigheid in het gebruik van het internet en de computer voor school (rekening houdend met de achtergrond van de leerlingen). Leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en allochtone leerlingen blijken achter te blijven bij respectievelijk havo/vwo-leerlingen en autochtone leerlingen. Dit geldt niet alleen voor het bezit en gebruik van het internet en de computer in de thuissituatie, maar ook voor de vaardigheid in voor school relevante ict-toepassingen.