Vol 82 Nr 4 (2005)

Gepubliceerd: 2005-01-01

Artikel

  • Samen werken aan innovatieve leerpraktijken: Inleiding op het themanummer

    G. Dam ten , M. Volman, W. Wardekker

  • Allochtone leerlingen in de basisvorming van het wiskundeonderwijs

    C. Boer den van , K.P.E. Gravemeijer

    Deze bijdrage beschrijft onderzoek naar de vraag hoe het komt dat allochtone leerlingen minder succes hebben in het wiskundeonderwijs. Docenten en leerlingen zijn onderzocht door middel van observaties, interviews, experimenten en wiskundetesten. Het onderzoek had het karakter van design research, waarbij innovatieve leeromgevingen zijn gecreëerd om het leergedrag van allochtone leerlingen zichtbaar te maken. De analyses van dit leergedrag, en van het onderwijsgedrag van de docent, hebben zicht gegeven op mechanismen die de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen mede verklaren. Het blijkt dat allochtone leerlingen zich in de wiskundelessen veelal passief opstellen. Vanwege hun gebrek aan taalvaardigheid richten zij zich op het rekenwerk en de antwoorden. Hierdoor leren ze weinig van hun eigen wiskundige activiteiten en beperkt het leren zich tot instrumenteel begrijpen.Tot slot wordt gepleit voor didactische interventies die primair tot doel hebben docenten en leerlingen hiervan bewust te maken, en hen te helpen dit gedrag te veranderen.

  • Samenwerking onderzoek en praktijk: Mogelijkheden en grenzen

    R. Vandenberghe

    Discussies over de kloof tussen onderzoek (wetenschappelijke kennis) en praktijk (praktische kennis) worden sinds lang gevoerd. De laatste jaren wordt er systematisch gezocht naar mogelijkheden om de kloof te overbruggen. Onderzoek en praktijk zijn de laatste 50 jaar uit elkaar gegroeid en zijn twee systemen geworden die volgens hun eigen grammatica functioneren, en waarbij verschillende beloningssystemen worden gehanteerd. In de literatuur worden voorstellen geformuleerd om de invloed van onderzoek op de praktijk te versterken. Zo worden over bepaalde thema’s goede samenvattingen aangeboden aan practici. Het meest uitgewerkte voorstel is de zogenaamde RDD-benadering. De geringe impact van onderzoek op de praktijk wordt onder andere verklaard door het feit dat er bij toepassing van onderzoeksresultaten een grote invloed is van de locale context waarin de toepassing plaatsheeft. Tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw werd steeds meer gewerkt met zogenoemde ‘design-experiments’ als een mogelijkheid voor optimalisering van de praktijk. In dergelijk construerend onderzoek worden bijvoorbeeld theorieën over leren en onderwijzen getoetst in de dagelijkse praktijk, en wordt gezocht naar mogelijkheden om theorie en praktijk zinvol met elkaar te integreren. Professionele leergemeenschappen bieden een context om deze integratie te realiseren.

  • Praktijkgericht onderzoek bij de ontwikkeling van actief en zelfstandig leren binnen het schoolvak Nederlands

    P.H. Ven de van , J. Martens, J. Imants

    Een vakgroep van leraren Nederlands ontwikkelde samen met een opleider/onderzoeker nieuwe werkvormen voor schrijfonderwijs die aansluiten bij een didactiek van leren leren. Het ontwikkelproces verliep in twee cycli, één van probleemanalyse en één van ontwikkelen, uitproberen, evalueren en aanpassen van nieuwe werkwijzen. De cycli zijn systematisch gedocumenteerd. Leerlingen vormen daarbij belangrijke bronnen van informatie. Het project resulteert in enkele beproefde, nieuwe werkwijzen die zich vooral kenmerken door interactie tussen leerlingen bij het reflecteren op, en het herschrijven van teksten. De interactie is tevens een belangrijke leeractiviteit voor de betrokken docenten.

  • Leren van onderzoek: De benutting van datafeedback ten behoeve van schoolontwikkeling

    F.P. Geijsel, M.L. Krüger

    De intentie achter interne kwaliteitszorg is dat scholen vermogen ontwikkelen om data over de school te benutten voor het interne veranderingsproces. Onderzoek laat echter zien dat dit onvoldoende plaatsvindt. Om meer inzicht te verwerven in de wijze waarop scholen kunnen leren van onderzoek, is een procesevaluatie uitgevoerd van de ontwikkeling van een datafeedbackcyclus ten behoeve van schoolontwikkeling bij een stichting voor basisonderwijs. Vanuit een veranderkundig perspectief is geanalyseerd welke en wiens activiteiten gedurende het ontwikkelingsproces hebben plaatsgevonden, en hoe de activiteiten hebben bijgedragen aan het vergroten van het vermogen om met behulp van datafeedback schoolontwikkeling in gang te zetten. Om de beoogde doelstellingen van integrale kwaliteitszorg te bereiken, zal onderzoek in scholen gericht moeten zijn op de rol en positie van datafeedback als methodiek. Het genereren van veranderingsvermogen en het ondersteunen van scholen bij schoolontwikkeling vraagt om activerende rollen van, en samenwerking tussen onderzoekers, bovenschools management, schoolleiders en schoolbegeleiders.

  • Lerend werken in de docentenwerkplaats: Praktijktheorieën van docenten over competentiegericht voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

    A. Seezink, J.M.M. Sanden der van

    Dit onderzoek is vanuit een SOOP-perspectief (integrale benadering van Schoolontwikkeling, Opleiding van leraren, Onderwijskundig onderzoek en Professionele ontwikkeling van leraren) opgezet bij docenten met verschillende (vak)achtergronden, die samenwerken in een docentenwerkplaats. In deze docentenwerkplaats worden loopbaangerichte projecten, lesmaterialen en didactische werkvormen ontwikkeld in het kader van het vormgeven van competentiegericht voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Onderzocht is, in hoeverre concepten en principes uit het Cognitive Apprenticeship Model naar voren komen in de praktijktheorieën van deze docenten. De docenten gingen vooral in op didactische maatregelen en kenmerken van de sociale context. Uitspraken over leerinhouden en opbouw van het onderwijsprogramma kwamen in mindere mate naar voren. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in hoeverre zich daarbij een (eventuele) spanning tussen het door Sfard (1998) onderscheiden acquisitieen participatieperspectief manifesteert. Dat bleek het geval bij ongeveer de helft van de docenten. Met dit onderzoek pogen we een bijdrage te leveren aan het proces van gezamenlijke conceptontwikkeling en expansief leren in de docentenwerkplaats.

  • Hoe kan samenwerking leiden tot meer succes en wijsheid in onderwijsontwikkeling?

    J. Akker den van