Vol 81 Nr 4 (2004)

Gepubliceerd: 2004-01-01

Artikel

  • Boekbespreking ‘“Bildung macht frei!” Humanistische en realistische vorming in Duitsland, 1600-1860’

    R. Vanderstraeten

  • Prestatiegerichtheid van leraren in reguliere en speciale basisscholen en de taal- en rekenontwikkeling van risicoleerlingen

    IJ. Jepma, G.W. Meijnen

    Een vorige studie heeft aangetoond dat de taal- en rekenontwikkeling van risicoleerlingen in de groepen 4, 6 en 8 van het speciaal basisonderwijs (sbo) achterblijft bij overeenkomstige risicoleerlingen in de groepen 4, 6 en 8 van het regulier basisonderwijs (b.o.) (Jepma en Meijnen, 2003). In deze studie wordt onderzocht of deze differentiële ontwikkelingsverschillen samenhangen met verschillen in de prestatiegerichtheid tussen leraren in het b.o. en sbo. Voorliggend onderzoek is gebaseerd op secundaire analyses, uitgevoerd op de landelijke PRIMA-cohortonderzoeken. Uit een reeks sequentiële multipele regressieanalyses blijkt dat een sterkere prestatieoriëntatie van b.o.-leraren samengaat met een gunstigere taal- en rekenontwikkeling van risicoleerlingen. Onder meer blijkt dat deze leraren in sterkere mate minimumdoelen in de basisvakken nastreven, frequenter controletoetsen afnemen, en in sterkere mate klassikaal onderwijs geven dan sboleraren. Geadviseerd wordt, maatregelen te treffen waardoor het onderwijs op speciale basisscholen effectiever wordt.

  • Interactief voorlezen in groep 2

    J. Corvers, C. Aarnoutse, S. Peters

    In dit onderzoek zijn de effecten van interactief voorlezen op verhaalbegrip en woordenschat van leerlingen in groep 2 nagegaan. Drie leerkrachten en 29 leerlingen namen deel aan de experimentele conditie, waarin interactief werd voorgelezen. De controleconditie, waarin passief werd voorgelezen, bestond uit 3 leerkrachten en 35 leerlingen. In beide condities werden drie prentenboeken herhaald voorgelezen. Na elk prentenboek werden het verhaalbegrip en de kennis van nieuwe woorden gemeten. Op verhaalbegrip werden geen verschillen gevonden tussen de beide condities. Er bestond wel een positief effect op woordenschat. De kinderen aan wie interactief was voorgelezen, scoorden significant hoger op de meeste toetsen voor de passieve en actieve beheersing van nieuwe woorden uit de prentenboeken dan de leerlingen aan wie passief was voorgelezen. Na afloop van de interventie hadden deze kinderen ook significant meer nieuwe woorden uit de prentenboeken onthouden. Interactief voorlezen had geen groter effect op de algemene passieve en actieve woordenschat.

  • De Pedagogical Content Knowledge (PCK) van scheikundedocenten-in-opleiding over het gebruik van deeltjesmodellen

    J.H. Driel van , O. Jong de , N. Verloop

    In deze bijdrage wordt gerapporteerd over een onderzoek naar Pedagogical Content Knowledge (PCK) in de context van de eerstegraads lerarenopleiding scheikunde. Een groep van 12 scheikundedocenten-in-opleiding (dio’s) heeft deelgenomen aan een module over het “leren en onderwijzen van deeltjesmodellen” met een gefaseerde opbouw, waarin instituutsactiviteiten op de lerarenopleiding werden gecombineerd met het ontwerpen en uitvoeren van een lessenreeks op school. De verzameling van gegevens omvatte schriftelijke antwoorden op opdrachten, geluidsopnames van groepsbijeenkomsten en reflectieve lesverslagen. De resultaten van het onderzoek wezen uit dat, voorafgaand aan het uitvoeren van hun lessenreeks, alle dio’s specifieke begripsmoeilijkheden konden benoemen met betrekking tot atomen en moleculen. Bovendien bleken zij op de hoogte van enkele mogelijkheden om deeltjesmodellen te gebruiken om dergelijke moeilijkheden te ondervangen. Na het uitvoeren van hun lessenreeks gaven alle dio’s blijk van een verdiept begrip van leermoeilijkheden op dit terrein. Ongeveer de helft van hen was zich bovendien nadrukkelijk meer bewust geworden van de mogelijkheden en beperkingen van het gebruik van deeltjesmodellen in specifieke onderwijsleersituaties.

  • Boekbespreking ‘Kinderen en God verteld in verhalen: Een longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van het godsconcept van autochtone en allochtone kinderen in een multiculturele en multireligieuze onderwijscontext’

    S. Roos de

  • Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur van Turkse en Marokkaanse ouders in Nederland en taal- en rekenvaardigheid van hun kinderen

    G. Driessen

    Driekwart van de Turkse en Marokkaanse jongeren in Nederland haalt hun huwelijkspartner rechtstreeks uit het herkomstland. De Nederlandse overheid maakt zich hierover zorgen, omdat zij verwacht dat deze huwelijksmigratie het integratieproces belemmert. Zij is niet alleen bang voor de negatieve consequenties voor de integratie van de partner - die geen Nederlands spreekt en niet bekend is met de Nederlandse samenleving - maar als gevolg daarvan ook voor de onderwijs- en maatschappelijke kansen van hun kinderen. In het onderhavige artikel wordt dit laatste op indirecte wijze getoetst. Er wordt gebruikgemaakt van gegevens uit het PRIMA-cohortonderzoek. De steekproef omvat 3100 Turkse en Marokkaanse kinderen uit groep 2 van het basisonderwijs, en hun ouders. Het verschil in verblijfsduur tussen de vader en moeder wordt gezien als een indicator van huwelijksmigratie. De resultaten laten zien dat er geen relatie is tussen het verschil in verblijfsduur van de ouders en de taal- en rekenvaardigheid van hun kinderen. Implicaties van deze bevinding worden bediscussieerd.