Vol 80 Nr 6 (2003)
Artikel
-
De pedagogische opdracht in een multi-etnische context: Docentendilemma’s
In dit artikel wordt verslag gedaan van onderzoek onder docenten voortgezet onderwijs naar hun ervaringen met de pedagogische opdracht in een multi-etnische context. Een recent interview-onderzoek levert een overzicht van kritische situaties in de taakuitoefening van 11 docenten gerangschikt naar situaties in contact met leerlingen, collega’s, ouders en personen van buiten de school. De docenten worden geconfronteerd met dilemma’s rondom de waarden rechtvaardigheid, respect, autonomie, diversiteit en zorg. Al zijn er docenten die duidelijk hebben geleerd om de kritische situaties op bevredigende wijze op te lossen, de conclusie is dat de professionaliteit van docenten op dit gebied nog onvoldoende ontwikkeld is. De resultaten zijn vergeleken met onderzoek uitgevoerd in 1996. Het blijkt dat er een accentverschuiving in ervaren dilemma’s is opgetreden, zich nieuwe dilemma’s hebben aangediend en dat de professionaliteit van de leerkrachten om dilemma’s het hoofd te bieden duidelijker ter discussie staat.
-
Diversiteit in informatica: Internationale curriculumschema’s voor universitair onderwijs
Om universiteiten houvast te bieden bij de inrichting van het informaticaonderwijs worden modelcurricula, curriculumraamwerken, curriculumrichtlijnen en dergelijke ontwikkeld. We vatten deze instrumenten hier samen onder de noemer curriculumschema’s. Deze komen idealiter tot stand door een samenwerking van deskundigen uit de universitaire wereld, de beroepsverenigingen en het bedrijfsleven. In dit artikel worden drie invloedrijke internationale curriculumschema’s (voor het bachelorniveau) besproken en vergeleken: CC2001, ICF-2000 en Career Space. Op het eerste gezicht vertonen deze drie curriculumschema’s verrassend grote verschillen. Om dit beter te begrijpen, onderwerpen we ze in dit artikel aan een stelselmatige analyse vanuit twee invalshoeken. Ten eerste vindt er een vergelijking plaats op basis van een zestal kenmerken, variërend van doel en onderliggende visie op de discipline tot en met implementatiebreedte en actualisering. Ten tweede worden ze alle drie getoetst aan een elftal principes dat ten grondslag ligt aan één van de drie (CC2001). Het artikel sluit af met enkele onderzoeksvragen die - naar de opvatting van de auteurs - van belang zijn voor zowel informatici die betrokken zijn bij het opzetten en aanpassen van informaticaonderwijs als voor onderwijskundigen die curriculumonderzoek verrichten en geïnteresseerd zijn in specifieke vraagstukken met betrekking tot informaticacurricula.
-
De grenzen van het Nederlandse onderwijsonderzoek?
De ‘keynote speakers’ van de Onderwijs Research Dagen 2003 hebben vanuit verschillende invalshoeken de beperkte impact van onderwijsresearch op de onderwijspraktijk aan de orde gesteld. Dit sluit min of meer aan bij wat ook al door onder meer de minister van OCenW en de Onderwijsraad is verwoord. In het verlengde van het thema van de ORD 2003 wordt nader ingegaan op de relatie onderzoek - praktijk, in het bijzonder de beperkte impact van onderzoek. Tevens worden de bijdragen in dit nummer vanuit dit perspectief beschouwd. Geconcludeerd wordt dat onderwijsonderzoekers er niet aan ontkomen de onderwijspraktijk meer op de voorgrond te plaatsen.
-
Samenwerking in de multiculturele klas: Culturele normen en samenwerkingspatronen
Dit artikel bevat een verslag van een observatieonderzoek naar samenwerking tijdens rekenlessen in groep 7 van een multiculturele basisschool. De leerlingen op deze school zijn eraan gewend in groepjes samen te werken. Er zijn twee groepjes met alleen allochtone leerlingen en drie met autochtone en allochtone leerlingen. In het onderzoek werden 20 uur verbale interacties tussen leerlingen geanalyseerd. Er werden zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden gebruikt. De meeste interacties verliepen volgens een symmetrisch patroon dat aan kinderen de mogelijkheid biedt gelijkwaardig bij te dragen aan het maken van de opgaven. Het waren in de meeste gevallen autochtone kinderen die uitleg gaven aan allochtone kinderen. In de gemengde groepjes troffen wij een groot aantal interacties aan met een asymmetrische patroon, waarbij de autochtone kinderen de samenwerking structureerden naar het model van de leraar-leerlinginteractie en zelf de rol van leerkracht op zich namen. Voor zover asymmetrische interacties voorkwamen in de groepjes met alleen allochtone leerlingen, hadden deze het karakter van een parodie. De resultaten worden besproken in het licht van theorieën over samenwerkend leren en een herinterpretatie van de culturele discontinuï- teitstheorie.