Vol 78 Nr 5 (2001)
Artikel
-
Samenwerking en leerprestaties in afstudeerkringen
Een recente innovatie op het terrein van de begeleiding van afstudeerwerkstukken betreft de zogenaamde afstudeerkring. In afstudeerkringen dragen studenten en docenten gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van (elkaars) scripties. In deze studie wordt onderzocht of het functioneren van afstudeerkringen daadwerkelijk leidt tot betere samenwerking en leerprestaties. In een drietal deelstudies zijn met behulp van vragenlijsten en interviews gegevens over samenwerking en leerresultaten in afstudeerkringen, individuele (1-op-1) begeleiding en informele scriptiegroepen verzameld. De analyse van deze gegevens resulteert in twee algemene conclusies. Ten eerste blijken in afstudeerkringen zowel meer effectiviteitverlagende als meer effectiviteitbevorderende interacties op te treden dan in de twee andere onderzochte begeleidingssituaties.Ten tweede zijn de gemeten leerprestaties (d.w.z. eindcijfers en doorlooptijden) niet significant verschillend tussen de drie begeleidingscondities.
-
ICT-ondersteuning van de woordenschat van allochtone kleuters
Allochtone kinderen in Nederland hebben een aanzienlijke achterstand in woordenschat ten opzichte van hun autochtone leeftijdgenoten, die in de loop van de basisschoolperiode eerder groter wordt dan kleiner. In de onderwijspraktijk bestaat grote behoefte aan effectieve interventieprogramma’s. In dit artikel worden twee interventiestudies beschreven waarin wordt nagegaan of de inzet van een adaptief woordenschatprogramma op de computer positieve effecten heeft op de woordenschatontwikkeling van allochtone kleuters. Aan de eerste studie namen 25 oudste allochtone kleuters deel, aan de tweede studie 30 jongste allochtone kleuters. Beide groepen kinderen bleken na een training van 75 tot 90 minuten een significante vooruitgang te hebben geboekt. De oudste kleuters gingen meer vooruit dan de jongste kleuters. Uit de tweede studie bleken zowel voorkennis als hoeveelheid gedane oefeningen op de computer van invloed te zijn op de leerwinst. De belangrijkste conclusie van het artikel is dat jonge kinderen in staat zijn om zelfstandig hun woordenschat uit te breiden met een adaptief en interactief computerprogramma dat gerichte hulp en feedback geeft.
-
Risicoleerlingen in het regulier basisonderwijs: handhaving of verwijzing?
In dit artikel wordt beschreven welke factoren uit de schoolcontext van invloed zijn op het al dan niet doorverwijzen van risicoleerlingen uit reguliere basisscholen naar scholen voor leer- en opvoedingsmoeilijkheden (LOM) en moeilijk lerende kinderen (MLK), nu scholen voor speciaal basisonderwijs geheten. Scholen die risicoleerlingen doorverwijzen, worden vergeleken met scholen die identieke risicoleerlingen handhaven. Daartoe zijn voor groep 2 en 4 elk circa 100 matchparen (200 risicoleerlingen) samengesteld. Matchparen bestaan uit gehandhaafde en verwezen risicoleerlingen die zijn gelijkgeschakeld op prestaties en gedragskenmerken. De gegevens zijn gebaseerd op een secundaire analyse van het PRIMA-I-cohortonderzoek (1994- 95). Op de matchparen zijn zowel bivariate analyses als logistische regressieanalyses uitgevoerd. De voornaamste resultaten wijzen erop, dat risicoleerlingen uit groep 2 en 4 op grotere basisscholen en in beter presterende klassen een grotere kans hebben op verwijzing. Voor de risicoleerlingen uit groep 4 is de kans op verwijzing ook nog groter in de noordoostelijke provincies, op scholen met minder ervaren teams en op scholen die vaker verlenging van de onderbouw toepassen. Het merendeel van de van tevoren geformuleerde verwachtingen wordt echter niet bevestigd.