Vol 77 Nr 2 (2000)
Artikel
-
Onderzoek naar de opleiding enhet functioneren van leraren
Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw washet onderzoek naar de opleiding en het gedragvan leraren overwegend empirisch-analytischvan aard. Dit onderzoek was sterk behavioris-tisch ingekleurd en het primaat lag duidelijkbij de theorie. Een voorbeeld van dergelijkonderzoek is het zogenoemde 'proces-productonderzoek': centraal staat de relatie tussen eenbepaald gedragskenmerk van de leraar in deklas (het proces) en de leerwinst bij leerlingen(het product). Het gedrag van de leraar wordtbestudeerd door middel van observaties, deleerresultaten van leerlingen worden gemetenmet behulp van toetsen. Dit type onderzoekheeft geleid tot een reeks van effectief geble-ken leerkrachtgedragingen, bijvoorbeeld metbetrekking tot het presenteren van leerstof enhet stellen van vragen (vgl. Rosenshine en Ste-vens, 1986). Aangenomen wordt dat lerarengoed lesgeven wanneer zij die gedragingenbeheersen en in praktijk brengen.
-
Micropolitiek in de loopbaanverhalen van beginnende leerkrachten
De praktijkschok die beginnende leerkrachtenervaren heeft niet enkel te maken met pedago-gisch-didactische kwesties van klashouden,maar ook met het ingroeien in de school alsorganisatie (beroepssocialisatie). Deze stellingwerd onderzocht door het narratief-biografi-sche en micropolitieke perspectief te combine-ren In een conceptueel kader. De gedachte dathet handelen van leerkrachten, als leden vaneen school, geleid wordt door professionelebelangen stond daarbij centraal. Die belangenworden opgevat als wenselijk geachte werkcon-dities. Via kwalitatief-interpretatieve analysevan vragenlijst- en interviewdata bij beginnen-de leerkrachten Basisonderwijs, werden vijfcategorieën van professionele belangen geïden-tificeerd: materiële, organisatorische, sociaal-professionele, cultureel-ideologische en zelfbe-langen. In het artikel worden deze categorieënuitvoerig toegelicht vanuit de onderzoeksresul-taten. Afsluitend wordt geargumenteerd datmeer inzicht in de micropolitieke ervaringen vanbeginnende leerkrachten van groot belang isvoor adequate theorievorming over professio-nele ontwikkeling en tevens voor het optimali-seren van de initiële lerarenopleiding en de aan-vangsbegeleiding van beginnende leerkrachten.
-
Verschillen en gemeenschappelijkheden in praktijkkennis op het gebiedvan tekstbegriponderwijs in de bovenbouw van het vwo
In dit artikel wordt de praktijkkennis van der-tien ervaren talendocenten op het gebied vantekstbegriponderwijs in de bovenbouw van hetvwo in kaart gebracht. Recente inzichten in de'pedagogical content knowledge' van docentenwerden gebruikt als uitgangspunt om deinhoud van en patronen in deze praktijkkennis(de kennis van docenten) te beschrijven. Uit-gaande van de veronderstelling dat docentenprofessionals zijn, is tevens getracht de ge-meenschappelijke elementen in de praktijkken-nis van docenten vast te stellen. Met behulp vaneen stimulated recall interview, een semi-gestructureerd interview en een concept map-ping taak is de praktijkkennis van de docentenonderzocht, uiteindelijk resulterend in eenbeschrijving van drie typen praktijkkennis, meteen focus op respectievelijk (a) de vakinhoud,(b) de leerlingen en (c) leerprocessen en begrips-vorming van leerlingen. Het artikel besluit meteen discussie over de manleren waarop de prak-tijkkennis van ervaren docenten op een syste-matische manier bij de opleiding van docentenlkan worden betrokken.
-
Het denken en handelen van leraren in onmiddellijkeonderwijssituaties
Allerlei basale vragen over de aard van kennisvan leraren zijn nog onbeantwoord (Calder-head, 1988). Veelal wordt verondersteld dat hethandelen van leraren Intentioneel is en doorbewuste processen wordt gestuurd (vgl. Corpo-raal, 1988). Auteurs als Eraut (1995) wijzen erechter op dat veel onderwijsgedrag in zo'n korttijdsbestek plaats moet vinden, dat de tijd omeen weloverwogen en bereflecteerde beslissingte nemen te kort is. In dit artikel wordt eenmodel ontwikkeld dat beschrijft hoe waarne-fning tijdens het onderwijzen via interne proces-sen tot onmiddellijk onderwijsgedrag leidt.Aansluitend op de niveautheorie van Van Hiele(1957, 1973) worden Gestalts als het grondni-veau beschouwd bij het leren en handelen vanleraren. Naast dit grondniveau worden nogtwee andere niveaus onderscheiden, het sche-ma- en het theorieniveau. Schema's en theo-rieën zijn van belang voor het bereflecteerdeonderwijsgedrag van leraren. Verondersteldwordt dat Gestalts van belang zijn voor hetonmiddellijke onderwijsgedrag.
-
De concerns van aanstaande leraren van de PABO
Studenten komen de lerarenopleiding niet bin-nen als lege vaten die gevuld kunnen wordenmet ideeën over 'goed onderwijzen' (Cole enKnowles 1993; Kelchtermans, 1993; Ray-mond, Butt en Townsend, 1992). Ze hebbenvele jaren ervaring met onderwijs als leerlingen student. Ze hebben verhalen gehoord van enover leraren. Ook hebben ze films en televisie-programma's gezien met al of niet stereotypevoorbeelden van onderwijs (Weber en Mitchel,1995). Veel studenten hebben relevante erva-ringen opgedaan, bijvoorbeeld door het gevenvan sporttrainingen of het leiden van een kin-derkamp. De invloed van deze en andereervaringen op leraren is van belang voor hunprofessionele identiteit (Beijaard, 1995).Voortbouwend op Watzlawick (1978) steltWubbels (1992) dat de preconcepten overonderwijzen die aanstaande leraren al bezittenbij de start van de lerarenopleiding niet alleenrationeel van aard zijn, maar dat eveneensmetaforische 'worid images' invloed hebben.Ook andere onderzoekers gebruiken de termimages en benadrukken dat die een belangrijkerol spelen in het ontstaan van gedrag (b.v. Con-nelly en Clandinin, 1984; Clandinin, 1985;Denis, 1991; Elbaz, 1983). Korthagen (1993)en Korthagen en Lagerwerf (1996) hebben eennadere uitwerking gegeven van de rol van men-tale representaties die het handelen in de onder-wijspraktijk sturen. Zij stellen dat in de relatietussen de mentale representaties en het gedragvan (aanstaande) leraren in praktijksituatiesniet alleen rationele aspecten en beelden, maarook gevoelens, behoeften, concerns, waardenen gedragstendensen een rol spelen. Korthagenen Lagerwerf (1996) en Korthagen en Kessels(1999) gebruiken de term 'Gestalts' om het