Vol 77 Nr 3 (2000)

Gepubliceerd: 2000-01-01

Artikel

  • Een 'half leven lang leren' in initieel onderwijs envolwasseneneducatie; determinanten van de onderwijs-positie op 35-jarige leeftijd1

    E. Dronkers van

    Aan het eind van het initiële onderwijs hangthet bereitete niveau samen met sociaal-economi-sche positie en sekse. In dit artikel wordt metbehulp van gegevens van het Enschede-cohortonderzocht of deelname aan volwassenen-educatie die ongelijkheid versterkt of juist ver-mindert. Daarbij kijken we zowel naar onder-wijsniveau als naar aard en richting van hetgevolgde onderwijs. Dat de volwasseneneduca-tie de ongelijkheid in het bereikte niveau in hetinitiële onderwijs niet compenseert, komt om-dat niet alle volwassenen deelnemen en omdataard en omvang van deelname aan volwasse-neneducatie weer samenhangen met kenmer-ken als sociaal-economische positie en sekse.Wel blijkt de volwasseneneducatie voor de deel-nemers een belangrijke bijdrage te leveren aanhun verdere kwalificering. Diegenen die in hetinitiële onderwijs nog geen beroepskwalifice-rende opleiding hadden gevolgd, verwervendoor deelname alsnog een beroepskwalificatieèn realiseren een niveaustijging. Bij diegenendie het initiële onderwijs al met een beroeps-kwalificatie afsloten, leidt deelname niet toteen niveaustijging, maar vooral tot een verbre-ding van kwalificaties door deelname aan oplei-dingen en cursussen in andere onderwijssecto-ren.

  • Effecten van leesmethoden op leesprestaties

    H. Bergh den van , J. Rijkers

    In deze studie zijn begrijpend leesprestaties vanachtstegroepers in zes opeenvolgende jaren(N = ± 6767 van basisscholen ± 310 per jaar)gerelateerd aan het type leesmethode dat op deschool gebruikt is. Hierbij is een onderscheidgemaakt in drie typen leesmethoden: nieuwemethoden, die dekkend zijn voor de kerndoelenvan het basisonderwijs (type 1), oudere metho-den waarin kerndoelen noch leesstrategieënaan de orde komen (type 3), en methoden uit detussenliggende periode, waarin een beperkteaandacht is voor de kerndoelen en/of leesstrate-gieën (type 2).

  • De cultuurgevoeligheid van de mens-teken-test

    K. Vedder de van

    Drieënvijftig autochtone en 71 allochtone kin-deren uit groep 4 van het basisonderwijs heb-ben een menstekening gemaakt. Als test wordtde menstekening traditioneel gezien als betrek-kelijk cross-cultureel valide, tegelijkertijd ver-duidelijkt onderzoek dat de kwaliteit van demenstekening wel degelijk sterk per cultuur kanverschillen. De kwaliteit van de tekeningen isgemeten aan de hand van het scoringssysteemvan Koppitz. De vraag was of de kwaliteit vande tekeningen zou verschillen tussen etnischegroepen. Dit bleek niet het geval. Evenmin wer-den verschillen vastgesteld tussen jongens enmeisjes en tussen 7- en 8-jarigen. Exploratief isnagegaan of er los van het scoringssysteem vanKoppitz sprake is van verschillen tussen de etni-sche groepen wat betreft de menstekening.Wederom werden geen verschillen vastgesteld.Een mogelijke verklaring voor de bevindingen isdat autochtone en allochtone kinderen in Ne-derland via school en de media vergelijkbareervaringen opdoen m.b.t. de wijze waarop demens wordt getekend.

  • Beter leren spellen tijdens stellen

    M. Willemen, A. Bosman , Array Array, J. Heil1 van

    In een opstel spellen leerlingen meestal slechterIn een opstel spellen leerlingen meestal slechterdan in formele spellingsituaties, zoals In een dic-tee. De veronderstelling is dat een transferpro-bleem verhindert dat de in formele spelling-situaties aangeleerde spellingregels wordentoegepast in de informele spellingsituaties. Hetdoei van dit onderzoek was om na te gaan ofeen zelfcorrectietraining, die gericht was op hetversterken van de metacognitieve vaardighe-den, ertoe zou leiden dat de spellingprestatiestijdens een opstel van leerlingen uit groep 5zouden verbeteren. Terwijl een experimentelegroep deelnam aan de zelfcorrectietrainingvolgden kinderen uit een controlegroep het nor-male stelonderwijs. Na afloop van de trainingbleek dat alle kinderen vooruit waren gegaan,maar de kinderen in de experimentele groepmaakten significant minder spelfouten dan dekinderen in de controlegroep.dan in formele spellingsituaties, zoals In een dic-tee. De veronderstelling is dat een transferpro-bleem verhindert dat de in formele spelling-situaties aangeleerde spellingregels wordentoegepast in de informele spellingsituaties. Hetdoei van dit onderzoek was om na te gaan ofeen zelfcorrectietraining, die gericht was op hetversterken van de metacognitieve vaardighe-den, ertoe zou leiden dat de spellingprestatiestijdens een opstel van leerlingen uit groep 5zouden verbeteren. Terwijl een experimentelegroep deelnam aan de zelfcorrectietrainingvolgden kinderen uit een controlegroep het nor-male stelonderwijs. Na afloop van de trainingbleek dat alle kinderen vooruit waren gegaan,maar de kinderen in de experimentele groepmaakten significant minder spelfouten dan dekinderen in de controlegroep.

  • Justitiële behandelinrichtingen voor jongeren

    L. Boendermaker

    De justitiële behandelinrichtingen (JII's) staanvolop in belangstelling. Er dreigt een capaci-teitstekort. Dat komt door een stijging van hetaantal jongeren dat vanwege een ernstigegedragsstoornis de maatregel 'plaatsing in eenjeugdinrichting' (PIJ) wordt opgelegd. In 1998werd deze maatregel 191 maal opgelegd; in1991 was dit aantal 37. (www.minjust.nl).Ook het aantal jongeren dat wordt geplaatstvoor strafexecutie neemt toe. Men is het erniet over eens of dit laatste duidt op een toena-me van jeugdcriminaliteit of dat er sprake isvan een alerter opsporingsbeleid en wellichtook een verandering in de straftoemeting. Eenderde factor die wordt genoemd betreft de nietjustitiële hulpverlening. Door het omzettenvan tehuiscapaciteit in allerlei ambulante ensemi-residentiële voorzieningen zou men indeze sector de laatste jaren steeds minder instaat zijn de 'zware jongens' (en meisjes) opte nemen. Hierdoor neemt de druk op de JJI'snog verder toe. Momenteel is er sprake vanovercapaciteit in de gevangenissen voor vol-wassenen en is justitie druk doende deze om tebouwen tot voorzieningen voor jongeren.

  • Arithmeticus. Simulatie van WiskundigeBekwaamheid. Computerprogramma's voorhet generatief en adaptief plannen vaninzichtelijk oefenen in het reken-wiskunde-onderwijs

    J.H.F.M. Klep

    Op 22 december 1998 promoveerde Klep opdit proefschrift. Een voorlopige bekroning vanhet werk waarmee hij rond 1984 begon. Hijkreeg binnen de SLO de ruimte om te zoekennaar mogelijkheden om oefenprogramma'svoor reken-wiskundeonderwijs te realiserenwaarbij recht gedaan wordt aan de principesvan het realistische reken-wiskundeonderwijs.Dat leidde in eerste instantie tot 'Een WereldRond Tafels', een programma waarin kinderende tafels van vermenigvuldiging kunnen oefe-nen. Daarbij kunnen ze ondersteuning doormodellen en 'buursommen' oproepen. Deervaringen hiermee leidden tot de vraag hoede feed-back van zo'n programma verbeterdkon worden. De beantwoording van die vraaggaf aanleiding tot het realiseren van andereeducatieve computerprogramma's en dit lever-de de stof voor het schrijven van het proef-schrift.