Vol 72 Nr 6 (1995)

Gepubliceerd: 1995-01-01

Artikel

  • Schoolleiders en hun gerichtheid op het primaire proces

    M.L. Krüger, N. Verloop

    In het effectieve scholen onderzoek wordtondenVijskundig leiderschap in essentie opgevat als een optelsom van kenmerken van deschoolleider. Er wordt zij het in zeer globaletermen wel aangegeven welke kermierkeneen onderwijskundig leider zou moeten bezitten, maar niet welke taken en activiteiten daarbij horen en niet op welke wijze de schoolleiderdergelijke taken en activiteiten in zijn of haarschool zou kunnen uitoefenen. Bovendienheeft het onderzoek geen empirische evidentiegeleverd voor het bestaan van een directe relatie tussen onderwijskundig leiderschap en hoge402 leerprestaties; misschien is er eerder sprake vannDAGoeiscHc een indirecte invloed van de schoolleider via der99s r72j beüivloeding van de schoolcultuur en de onder

  • Schoolleiderschap en schooleffectiviteit:op weg naar een model voor onderzoek

    M.L. Krüger

    De invloed van de schoolleider op de effectiviteit van de school heeft in de loop van de laatstetwee decennia een toenemende aandacht genoten van onderzoekers. De huidige ontwikkelingen in het onderwijs versterken het leggenvan nadruk op de effectiviteltsverhogende rolvan de schoolleider nog eens. In dit artikelwordt een overzicht gegeven van het onderzoek naar schoolleiderschap: wat doen schoolleiders, welke stijlen hanteren zij en waar richten zij zich op? Vervolgens wordt het onderzoekbesproken naar de relatie van schoolleiderschapmet schooleffectiviteit. Op grond van een kritische beschouwing van de onderzoekslijn wordtbetoogd dat een integralere visie op het handelen van de schoolleider noodzakelijk is dan totop heden in onderzoek wordt aangetroffen. Hetontbreekt aan theorievorming op het terreinvan schoolleiderschap en schooleffectiviteit. Ditroept een behoefte op aan een algemeen onderzoeksmodel voor schoolleiderschap. Zo'n modelwordt in dit artikel gepresenteerd. Er wordt eenaantal kenmerken van het gepresenteerde onderzoeksmodel blootgelegd die laten zien datgebruikmaking van dit algemene model kan leiden tot een verenging van de kloof tussen theorie en praktijk en tot een bevordering van theorievorming op dit terrein.

  • De taakperceptie van schoolleiders

    K. Peters, P. Sleegers, Th. Bergen

    Docenten en schoolleiders staan de komendejaren voor de taak inhoud te geven aan het doorde overheid geïnitieerde beleid van deregulering. Het beleid van deregulering beoogt dekwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Dezedoor de overheid geïnitieerde ontwikkelingenstellen nieuwe eisen aan het functioneren vandocenten en schoolleiding. Meer inzicht in ditfunctioneren, dat gebaseerd is op theoretischeen empirische kennis, is gewenst. Vragen naarde inrichting van de schoolorganisatie en deaard van de professionaliteit van docenten enschoolleiding zijn daarbij van belang (VanGennip en Pouwels, 1993; Commissie Van Es,1993; Schoor, 1993). De vraag is of docentenen schoolleiders om kunnen gaan met een situatie van vergrote autonomie. Dit artikel richtzich op het functioneren van schoolleiders.Daarbij gaat de aandacht uit naar de vraag hoeschoolleiders de taken die zij uitvoeren percipiëren en welke taken zij tot de kern van hetschoolleiderschap rekenen'.

  • Uitvallers uit de hoogste klassen van HAVO en VWO

    J. Roeleveld, M. Derriks

    In dit artikel wordt de vraag gesteld of er bijvoortijdige verlaters van de hoogste klassen vanhavo en VWO, net als bij voortijdige verlatersvan LBO en MAVO, sprake Is van een kwetsbaremaatschappelijke positie. Met behulp van gegevens uit het SLVOcohort van het CBS wordeneerst degenen die de hoogste klassen van HAVOen VWO gediplomeerd of ongediplomeerd verlaten, vergeleken met HAVOers en VWOers dieverder leren. Vervolgens wordt, met behulp vannieuw verzamelde gegevens, de maatschappelijke loopbaan na het ongediplomeerd onderwijsverlaten vergeleken met die van onderwijsverlaters met een HAVO of VWOdiploma. Hetblijkt dat ongediplomeerde onderwijsverlatersvan HAVO en VWO zich na enkele jaren tochvaak weer verder geschoold hebben. Opmerkelijk is dat hoewel ongediplomeerde onderwijsverlaters meteen na het schoolverlaten vakerWerkloos worden dan gediplomeerde onderwijsverlaters, dit verschil na enkele jaren is verdwenen. De algemene conclusie is dat de positievan uitvallers uit de hoogste klassen van HAVOen VWO weinig zorgwekkend is.

  • Omgaan met heterogeniteit in de basisvorming:een beginmeting

    E.C. Roelofs

    Een van de problemen waarvoor docenten bij deinvoering van de basisvorming Icomen te staan's het omgaan met heterogeniteit. Om hiervaneen beeld te verkrijgen is als beginmeting in hetschooljaar 19921993 hetgebruiicvan instructieen leertijd door docenten en leerlingen onderzocht. Op drie brede scholengemeenschappen2ijn bij 25 docenten van brugklassen, verdeeldover de secties Engels, Nederlands en wiskunde,gedurende drie lessen systematische lesobservaties verricht. Daarnaast is onder hen een kortevragenlijst afgenomen. De scholen verschildenvan elkaar wat betreft de heterogeniteit van debrugklas naar advies, die door toetsresultatenWerd bevestigd: heterogeen, dakpansgewijs,en homogeen. Geconcludeerd kan worden datde mate van heterogeniteit in de klas wordt vertaald naar een dominante leeromgeving, die ligttussen de uitersten van sterk klassikaal onderwijs in homogene groepen en meer begeleidendonderwijs in heterogene groepen. De taakgerichtheid is het hoogst als leerlingen zelfstandigWerken. Er blijkt geen relatie tussen klassehetefogeniteit en het leervermogen van de leerlingenerzijds en de taakgerichtheid anderzijds. Welïijn verschillen in taakgerichtheid binnen heterogene brugklassen groter dan in homogenebrugklassen. Uit gegevens van vragenlijstenhlijkt dat docenten beperkt gebruik maken vandifferentiërende maatregelen.

  • 'Teacher Thinking' onderzoek nog steeds in trek: verslagvan de iSATT-Conferentie 1995

    D. Beijaard, H. Tilllema

    Na de lezing van Eisner, die weinig direct refereerde aan 'teacher thinking', startte de conferentie pas echt met het eigenlijke onderwerp. Plenaire lezingen, paper presentaties ensymposia waren gegroepeerd rond drie subthema's, te weten: professionaliteit, identiteiten kennis van leraren. Daarmee gaven de Canadese gastheren een eigen inkadering van hetdomein 'teacher thinking', meer in de richtmgvan wat in Amerikaans onderzoek zo pregnantaanwezig is, namelijk 'teacher knowledge' en'teachers' personal stories'. Vooral het laatstethema is uitgebreid voor het voetlicht gebrachtdoor de verschillende genodigde inleiders.ISATT, een van oorsprong sterk Europees georiënteerde organisatie, wist daarmee dat ze deoceaan was overgestoken.

  • Structured On-The-Job Training: Unieashingemployee expertise in the woricplace

    R.L. Jacobs, M.J. Jones

    De aandacht van opleiders voor opleiden op de werkplek is de laatste tien jaar fors toegenomen.Dit blijkt niet alleen uit de toename van het aantal praktijkgerichte publikaties op dit gebied,maar ook uit de groei van het aantal onderzoekspublikaties. Zo publiceerde Pedagogische Studiën in januari jl. nog een overzichtsstudie overwerkplekleren (De Jong, 1995). Recentelijk isaan de lijst met publikaties het boek van Jacobsen Jones toegevoegd.