Vol 71 Nr 6 (1994)

Gepubliceerd: 1994-01-01

Artikel

  • Het innovatief vermogen van scholen in het voortgezetonderwijs: een kwalitatief vooronderzoek

    R. Berg den van , P. Sleegers, E. Bakx, E. Eerden der van

    Onder invloed van belangrijke maatschappelijke veranderingen worden scholen gedwongen om hun eigen competentie beter te ontwikkelen en te gebruiken. Scholen zullen steedsmeer medeontwerpers van hun eigen toekomst gaan worden. Dit stelt de vraag naar hetinnovatief vermogen van scholen als strategische en lerende organisaties centraal.

  • De effectiviteit van algemeen bijzondere scholen in hetalgemeen voortgezet onderwijs

    P. Koopman, J. Dronkers

    Algemeen bijzondere scholen voor havovwoblijken enigszins elite scholen. Het idee is wijdverbreid dat dit soort scholen effectiever zouden zijn. Met behulp van het VOCLbestand vanhet CBS wordt nagegaan of dit idee houdbaar is,rekening houdend met de milieuachtergrondvan de leerlingen. In de eerste plaats blijkt ergeen selectieve voorkeur van meer begaafdekinderen naar het algemeen bijzonder onderwijs te bestaan. In de tweede plaats blijkt dateerder de conclusie gerechtvaardigd is dat algemeen bijzondere havovwo scholen het nietslechter doen dan vergelijkbare scholen van eenandere denominatie. In dit verband wordt eensamenhang gevonden met de onderwijsondersteuning die de leerlingen van hun ouders ondervinden. Deze uitkomst geeft aanleiding totde formulering van de hypothesen van 'verwaarloosde elitekinderen' en van het bijzonderonderwijs als wijkplaats voor elitekinderen.De leerlingsamenstelling en de effectiviteit vanalgemeen bijzondere scholen voor mavo verschilt nauwelijks van die van overige mavoscholen.

  • Effecten van een teamgerichte nascholing en van coaching

    E. Roelofs, S. Veenman, M. Voeten

    In dit onderzoek worden de effecten gerapporteerd van de teamgerichte nascholing 'Omgaanmet combinatieklassen' en coaching op de leerprestaties van leerlingen. Op vijf locaties in onsland verzorgden PABOdocenten de nascholingen werden leerkrachten gecoacht door schoolbegeleiders. In totaal namen 89 leerkrachten afkomstig van 12 basisscholen aan deze nascholing deel. Voorafgaande aan en na afloop vanhet nascholingsprogramma werden in 63 klassen (groep 3 tot en met 8) schooltoetsen afgenomen met betrekking tot technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen. De experimentele groepdie het nascholingsprogramma volgde zondercoaching bestond uit 23 leerkrachten en hunklassen, de groep die het nascholingsprogramma volgde met coaching bestond uit 24leerkrachten en hun klassen. De controlegroepbestond uit 16 leerkrachten en hun klassen. Deeffecten van het nascholingsprogramma encoaching op de leerprestaties van de leerlingenwerden geanalyseerd per leerjaar viacovariantieanalyses. Om beter rekening te houden met variaties tussen leerkrachten en scholen werd tevens gebruik gemaakt vanmultiniveauanalyses. De resultaten gevengeen overtuigend effect te zien van het nascholingsprogramma en coaching op de leerprestaties. Deelname aan het nascholingsprogrammalijkt voor wat betreft technisch lezen in de midden en bovenbouw een positief effect te hebben. Tegen de verwachting in wordt dit effectgevonden in klassen van nietgecoachte leerkrachten. Voor begrijpend lezen is sprake vaneen weinig consistent beeld. De rekenprestatieszijn over het algemeen niet beïnvloed door deelname aan het nascholingsprogramma (met ofzonder coaching). Wel komt duidelijk naar voren dat de verschillen in rekenprestaties tussenklassen samenhangen met de gebruikte rekenmethode.

  • De Onderwijsresearchdagen 1994 in Utrecht: 24-26 mei1994

    P.J. Stijnen

    Evenals vorig jaar in Maastricht was er grote belangstelling: het aantal inschrijvingenbedroeg ruim 460. Van de zijde van de potentiële paperlezers was er een groot aanbod aanabstractvoorstellen: 160. Dit heeft er toe geleid dat de themacoördinatoren voor de onaangename taak stonden een aantal abstractvoorstellen voor papers op grond van kwantitatieve criteria te weigeren (« = 20).

  • De evaluatie van spreekvaardigheid in communicatieve situaties

    A. Gelderen van

    Van Gelderens onderzoek sluit aan bij een recente onderwijskundige realiteit in Nederland: de overvloed van peilingsonderzoeken door de overheid in het basis en voortgezet onderwijs.Door informatie te verzamelen over hettaalvaardigheidsniveau van leerlingen na jarenonderwijs hoopt men de effectiviteit van hetmoedertaalonderwijs te beoordelen. Maar watmet de theoretische fundering? Juist deze kwestie staat in voorliggend proefschrift centraal. Hetrapporteert dus niet het zoveelste peilingsonderzoek, maar dringt door tot een dieperliggendevraag naar de theoretische onderbouwing vanevaluatie, zij het toegespitst op spreekvaardigheid.