Vol 70 Nr 6 (1993)

Gepubliceerd: 1993-01-01

Artikel

  • Computergestuurde remediëring van dyslexie door het opvoeren van de herkenningssnelheid van subwoordeenheden

    R. Yap, A. Leij der van

    In twee experimenten wordt nagegaan of een computergestuurde subwoordtraining leidt tot een verbetering van processen die ten grondslag liggen aan snel en efficiënt lezen. De training is gegeven aan dyslectische lezers die gemiddeld 10 jaar oud zijn en een leesachterstandvan minstens twee jaar hebben. In de trainingwordt de herkenningssnelheid opgevoerd vansubwoordeenheden die van orthografische offonologische aard zijn, of een combinatie vanbeide. Het onderzoek laat zien dat de trainingleidt tot een snellere herkenning van individuele letters, subwoordeenheden, woorden enpseudowoorden. Wanneer zowel orthografische als fonologische subwoordeenheden als dekoppeling daartussen getraind worden is erzelfs een surplus ten opzichte van een controletraining waarin eveneens intensief met woorden geoefend wordt op de computer. De subwoordtraining heeft vooral effect op het lezenvan bestaande woorden die geïsoleerd wordenaangeboden.

  • Training van lom-leerkrachten in directe instructie van begrijpend leesstrategieën

    S.E. Sliepen, P. Reitsma

    Recent onderzoek toont aan dat in het regulierebasisonderwijs nauwelijks directe, expliciete instructie In leesstrategieën wordt gegeven. Overde situatie in het speciaal onderwijs is nog relatief weinig bekend. In dit onderzoek zijndaarom bij groepen in de lombovenbouw de instructievorm en inhoud van een groot aantallessen in begrijpend lezen op videoZaudiobandvastgelegd en gecodeerd met behulp van eenobservatiecategorieënsysteem en/of eenwaarderingschaal. Uit de resultaten blijkt datook in het lomonderwijs doorgaans weinig directe instructie wordt gegeven in begrijpend lezen.Vervolgens is getracht via een training vanleerkrachten verandering te brengen in het lesgedrag. In twee achtereenvolgende jaren ontving een groep van respectievelijk 5 en 10 leerkrachten een training in de toepassing vandirecte instructie. De betrokken leerkrachtenzijn zowel voor als na de training geobserveerdin hun lesgedrag en zijn vergeleken met leerkrachten die deze training niet ontvingen. De resultaten tonen aan dat leerkrachten na het volgen van de training beduidend meer tijd gaanbesteden aan directe expliciete instructie inleesstrategieën en dat de kwaliteit van de instructie significant is toegenomen. De conclusieis dat een goed opgebouwde cursus voor leerkrachten ten aanzien van de instructie van begrijpend lezen belangwekkende veranderingenin de gegeven lessen teweeg kan brengen.

  • Determinanten van seksespecifieke vakkenkeuzen in HAVO en VWO

    H. Dekkers

    Het emancipatiebeleid van de Nederlandse overheid is al een ruim aantal jaren gericht op het bevorderen van de economische zelfstandigheid van vrouwen; het onderwijsemancipatiebeleid in het verlengde daarvan voornamelijk op de beroepskwalificatiefunctie vanhet onderwijs. Ondanks kanttekeningen vanonder andere de Emancipatieraad bij de eenzijdige benadering van meisjes bestaat het concrete beleid uit het bevorderen van de deelnameaan exacte en technische vakken door meisjes,zowel in het beroepsonderwijs als in het voortgezet onderwijs en de vervolgopleidingen. Dedeelnamecijfers geven hier zeker aanleidingtoe, al zou men kunnen tegenwerpen dat jongens minder vertegenwoordigd zijn bij de taalvakken, dat het tekort aan arbeidskrachten in detechnische sector misschien tijdelijk is en dat'Europa '92' juist in taalvakken geschooldefunctionarissen behoeft. Voorlopig echter concentreert de overheid zich zowel in haar beleidals, daarmee samenhangend, in onderzoeksvraagstellingen op (de oorzaken van) de geringe deelname van meisjes aan exacte vakkenen studierichtingen.

  • Het AERA-Congres 1993, Atlanta

    N. Verloop

    Het thema van dit jaar was "The art andscience of educational research and practice".Als selectiemiddel voor de inhoud van hetgeenmen te verwachten heeft bij een AERAcongres heeft zo'n congresthema weinig te betekenen. De AERA heeft al een lange traditievan relatieve autonomie van de verschillendedivisies. Binnen deze divisies wordt over lopend of recent afgesloten onderzoek gerapporteerd en dit laat zich uiteraard niet sturen opbasis van een thema dat door de congresleidingwordt vastgesteld. Op een andere wijze is echter de keuze voor een dergelijk thema wel vanbelang, namelijk als een treffende illustratievan de enorme diversiteit in de duizenden bijdragen die te beluisteren waren. Het themageeft immers aan dat zowel 'research' als'practice' aan de orde waren en dat deze bovendien nog konden worden opgevat als zowel'art' als 'science'. De 'program chair', Donmoyer, maakte van deze nood een deugd doorte stellen dat juist in deze enorme diversiteit dekracht van deze conferentie gezocht moestworden en dat althans deze diversiteit als ietsconsistents in de AERAcongressen kon worden gezien ("A celebration of diversity"). Eenonmiskenbaar voordeel van een AERAcongres is inderdaad dat elke congresganger indit enorme aanbod wel een aantal waardevolleen bij zijn of haar directe interesse aansluitendezaken kan vinden. Voorwaarde is grondigebestudering vooraf van het lijvige programmaboek (waarin alleen al 400 pagina's nodig zijnom de titels van de bijdragen op te sommen).

  • Rekenproblemen. Theorie, diagnostiek, behandeling

    A.J.J.M. Ruijssenaars

    Het is al weer ruim een kwart eeuw geleden datmet de diagnose 'discalculie' de problemen vande zwakke rekenaar in kaart werden gebracht.Inmiddels zijn er over het leren, denken, handelen en probleemoplossen van kinderen nieuwetheorieën ontwikkeld en Ruijssenaars wil in zijnboek nagaan wat de betekenis is van deze, maarook van enkele 'gevestigde', theorieën voor dediagnostiek en behandeling van rekenproblemen.