Vol 66 Nr 3 (1989)
Artikel
-
Het effect van type-oefeningen op het leren lezen en spellen van kinderen met ernstige leesproblemen
Doel van het onderzoek is na te gaan welk effecttypeoefeningen hebben op het leren lezen en spellen van kinderen met ernstige leesproblemen. Achtentwintig leerlingen nemen deel aaneen computergestuurd woordoefenprogramma.Van alle woorden is op afroep de klankvormbeschikbaar. Onder drie condities worden'moeilijke' woorden die geselecteerd zijn in eenvoormeting geoefend: sommige woorden worden gelezen, andere worden overgetypt (hetdoelwoord blijft in geschreven vorm beschikbaar tijdens het typen) en weer andere woordenworden nagetypt (hel doelwoord is slechts tijdelijk te zien). Na elf oefensessies worden eenauditief dictee en een hardopleestaak afgenomen. Over het algemeen wordt veel gebruikgemaakt van de klankvormfeedback faciliteit.Tussen de oefencondities wordt geen verschilgevonden in het aantal verzoeken om klankhulp.Op woorden die overgetypt zijn, neemt hetaantal spelfouten in het dictee het meest af Denauwkeurigheid en snelheid in hardop lezenworden niet beïnvloed door de wijze waarop eenwoord geoefend is. In de discussie wordt ingegaan op het belang van typeoej'eningen incomputergestuurde leesprogramma 's.
-
De tijdsbesteding van leraren in het voortgezet onderwijs
Het OTOproject is een groot onderzoek over de taakbelasting en de taak omvang van de leraren in het voortgezet onderwijs. In een van de deelonderzoeken van OTO is in het schooljaar198511986 bij ± 14.000 leraren gemeten hoeveel tijd zij aan hun werk besteden. Lerarenblijken 10% méér te werken dan zij geacht worden te doen. Elke week wordt gemiddeldzo'n 3uur overgewerkt. Met name parttimers werkenrelatief veel over. Tussen ('typen') leraren onderling bestaan grote verschillen.
-
Allochtone kinderen in de voorschoolse opvang: het belangvan tweetalige begeleiding
In het overheidsbeleid wordt het belang vandeelname van allochtone kinderen aan voorschoolse voorzieningen steeds sterker benadrukt. Hun aantal is intussen stijgende. Dezetoename heeft nog niet geleid tot aanpassingvan de gangbare, Nederlandstalige praktijk.Het artikel probeert de vraag te beantwoordenof er wetenschappelijke gegevens zijn die pleitenvoor een gerichte ondersteuning van de tweetaligheid van de kinderen en of er voorbeelden zijnvan een overheidsbeleid, gericht op een dergelijke ondersteuning. Ten eerste wordt het huidigebeleid in de vier grote steden beschreven, alsmede de huidige situatie in de kindercentra. Vervolgens wordt verslag gedaan van een literatuuronderzoek naar effecten van vroegetweetaligheid op cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling. Dit leidt tot de conclusie dathet optreden van positieve of negatieve effectenaßumkelijk is van de omstandigheden waaronder kinderen hun tweetaligheid kunnen ontwikkelen. Op basis daarvan wordt betoogd dathumanitaire argumenten het wenselijk makenom gunstige omstandigheden te creëren voor deontwikkeling van tweetaligheid, waaronder eentweetalige begeleiding.
-
Beroepsonderwijs in Groot-Brittannië; verslag van een Ronde Tafel Conferentie
De uitwisseling op het terrein van de beroepseducatie vormt een onderdeel van het cultureel accoord tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Het is in deze context dathet PCBB in samenwerking met het Ministerievan Onderwijs en Wetenschappen op 21 en 22april 1988 te Bilthoven een Ronde Tafel Conferentie organiseerde, waarin het Britse beroepsonderwijs centraal stond. Tijdens deconferentie werden verschillende elementenvan het Britse beroepsonderwijs belicht doorvertegenwoordigers van zowel de inspectie ennationale organisaties als de onderwijs en bedrijfsopleidingspraktijk. Aan Nederlandse zijde waren vooral beleidsinstanties en bedrijfsleven sterk vertegenwoordigd. Centraal in deconferentie stonden de actuele ontwikkelingen in het Britse systeem in het'kader van deaansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.We zullen niet ingaan op alle lezingen, maar debelangrijkste elementen uit een aantal lezingennaar voren halen.
-
Emotionele ontwikkeling in de basisschoolleeftijd
Tussen het vijfde en twaalfde jaar maakt eenkind een snelle cognitieve ontwikkeling door.Dit beïnvloedt tevens de emotionele ontwikkeling van het kind in sterke mate. De hoeveelheidinformatie die tegelijkertijd verwerkt kan worden neemt snel toe. Daarmee kunnen, door eencombinatie van het eigen gezichtspunt met sociale overwegingen, bv. emoties als trots ofschaamte ontstaan. Morele en conventionele regels worden medebepalend voor emotioneelgedrag. Vaak kan worden volstaan met het verbergen van een emotie. Soms ook verkiest mende emotie zelf te bestrijden door de situatieopnieuw in te schatten. Door reßectie op heteigen emotionele functioneren en observatie vananderen ontwikkelt het kind gaandeweg de benodigde kennis om jlexibel met emoties om tekunnen springen. De omgeving kan het kind bijdeze activiteit stimuleren dan wel dit soort kennis rechtstreeks overdragen.
-
Een trainingsprogramma voor kinderen met leerproblemen gericht op het aanleren van concrete representaties voor redactie-opgaven
Met het oog op de ontwikkeling van een computergestuurd trainingsprogramma voor het oplossen van redactieopgaven werd een onderwijsleerexperiment uitgevoerd, waarin deaandacht gericht was op de opbouw van eeninterne probleemrepresentatie door moeilijk lerende kinderen. In deze training werd het representeren van de acties en relaties van eenredactieopgave geïnstrueerd door kinderen metblokken te laten manipuleren. De kinderen lerenrepresentaties voor redactiesommen op te bouwen die overeenstemmen met de specifiekesemantische probleemstructuur. De resultaten,die via een meervoudig basislijn design overproefpersonen verkregen werden, lieten een significante prestatieverbetering als gevolg van detraining zien. Dit onderwijsleerexperiment fitngeerde als een pilotstudie voor lopend onderzoek met computergestuurde instructie.
-
Leesprestaties van allochtone leerlingen in groep drie en onderwijs-, leerling- en achtergrondkenmerken
In dit artikel wordt verslag gedaan over een verkennend onderzoek naar de samenhangen tussen de leesprestaties van allochtone leerlingenuit de derde groep van het basisonderwijs enkenmerken van het onderwijs, de leerlingen enhun achtergrond. Kenmerken van het onderwijsblijken niet of nauwelijks samen te hangen metde leesprestaties van de allochtone leerlingen.Samenhangen zijn er wel met variabelen die deleerlingen en hun achtergrond betreffen: demondelinge taalvaardigheid in het Nederlandsvan de leerlingen, de Nederlandse taalvaardigheid en het taalgebruik in het gezin, het percentage allochtonen op school en in de schoolomgeving en de taalachtergrond van de leerlingen.
-
Taalvaardigheid en schoolsucces,
In zijn dissertatieonderzoek naar de rol die verschillen in thuistaal spelen tijdens de schoolloopbaan gaat Kerkhoff eerst uitvoerig in op het eerdereonderzoek naar ongelijkheid van kansen. Hij steltdat al dat onderzoek nog maar weinig concreetsheeft opgeleverd en dat het daarom geen wonder isdat allerlei maatregelen zoals compensatieonderwijs weinig effect hebben gesorteerd. Beide stellingen zijn voor discussie vatbaar, hetgeen wordtbevestigd door een continue reeks van publikatieshierover. Maar dit terzijde. Het betekent wel datKerkhoff zijn onderzoek start vanuit een pessimistische positie.