Opschaling van inductie en het pedagogisch-didactisch handelen van beginnende docenten in het voortgezet onderwijs
Trefwoorden:
opschaling, begeleiding, longitudinaal, ontwikkeling, inductieSamenvatting
In de onderhavige longitudinale studie over een periode van 3 jaar, wordt onderzocht of het opschalen van een inductie-interventie de ontwikkeling van pedagogisch-didactische vaardigheden van beginnende docenten ten goede komt. Op de 147 deelnemende scholen is het pedagogisch-didactisch handelen van beginnende docenten periodiek gemeten met twee instrumenten: observaties door getrainde observatoren met het ICALT-instrument (N = 725 cross-sectioneel waarvan n = 420 longitudinaal), en met de leerlingvragenlijst “Mijn Leraar” (N = 650 cross-sectioneel waarvan n = 355 longitudinaal). De perceptie van begeleidingsaanbod werd gemeten door een begeleidingsmonitor af te nemen bij de beginnende docenten (N = 516 cross-sectioneel waarvan n = 299 longitudinaal). De resultaten wijzen op maatwerk in de begeleiding dat het meest intensief is voor docenten met een lager startniveau. Bij aanvang blijkt het geobserveerd pedagogisch-didactisch niveau voor een derde van de beginnende docenten beneden het verwachte startniveau te liggen. Over een periode van drie jaar zijn de effecten van begeleiding positief (1.01 en 0.24 standaarddeviatie voor respectievelijk het observatie- en leerlingperspectief). Docenten met een laag startniveau, vrouwen en eerstegraadsopgeleide docenten vertonen de meeste vorderingen.