Anaforische inferenties: Het begrip van verwijswoorden door leerlingen in de middenbouw en bovenbouw van het basisonderwijs

Auteurs

  • C.T. Kuijpers
  • A.M. Harmsen
  • M.A. Meijer

Trefwoorden:

anafoor, inferentie, leesvaardigheid, tekstbegrip, basisonderwijs

Samenvatting

In deze studie werd onderzocht hoe goed leerlingen in groep 5, 6 en 8 van de basisschool verwijswoorden (anaforen) kunnen koppelen aan de voorafgaande referent. Dit betreft de referentiële coherentie en wordt achterwaarts infereren genoemd. Er werd gebruik gemaakt van een toets met zowel narratieve als informatieve teksten, waarbij leerlingen uit groep 5 en 8 (studie 1) en groep 6 (studie 2) de referent bij een anafoor moesten opschrijven. Ook de toetsgegevens van Begrijpend lezen, Woordenschat, Technisch lezen en Verbaal werkgeheugen werden in het onderzoek opgenomen. Leerlingen in groep 8 hadden een beter begrip van de anafoor-referent relatie dan leerlingen in groep 5, een grote afstand tussen anafoor en referent had een nadelige invloed op het begrip, en personale anaforen werden beter begrepen dan demonstratieve anaforen (studie 1). Personale anaforen werden ook beter begrepen dan anaforen in de vorm van een hyperoniem (studie 2). In beide studies hadden zwakkere lezers meer moeite met achterwaarts infereren dan sterkere lezers. In groep 6 en met name in groep 8 bleek anaforische inferentievaardigheid een onafhankelijke voorspeller voor begrijpend lezen. De bevindingen worden gekoppeld aan cognitieve en linguïstische verklaringen. Enkele implicaties voor instructie in het leesonderwijs worden genoemd.

Gepubliceerd

2023-03-31

Citeerhulp

Kuijpers, C., Harmsen, A., & Meijer, M. (2023). Anaforische inferenties: Het begrip van verwijswoorden door leerlingen in de middenbouw en bovenbouw van het basisonderwijs. Pedagogische Studiën, 96(4). Geraadpleegd van https://pedagogischestudien.nl/article/view/13907

Nummer

Sectie

Empirische Studie