De efficiëntie van indirect optellen bij aftrekkingen tot 1000: ook bij opgaven zonder overbrugging?

Auteurs

  • L. Verschaffel
  • B. Smedt
  • H. Vanaken
  • J. Torbeyns

Trefwoorden:

wiskundeonderwijs, hoofdrekenen, adaptieve expertise, keuze/geenkeuze paradigma, mathematics education

Samenvatting

In eerder onderzoek op het gebied van hoofdrekenend aftrekken tot 1000 werd de superieure efficiëntie van indirect optellen ten opzichte van direct aftrekken meermaals aangetoond. In dat onderzoek werd er echter steeds gebruik gemaakt van opgaven met minstens een overbrugging (bijv. 814 – 786 = ?). Daarom gingen we in de huidige studie de efficiëntie van indirect optellen na bij aftrekopgaven zonder overbrugging (bijv. 824 – 611 = ?). Vijfenvijftig leerlingen uit het zesde leerjaar (= groep 8), opgesplitst in een onder- en bovengemiddelde groep, kreeg een reeks van 15 aftrekopgaven met een klein, middelmatig of groot verschil tussen aftrektal en aftrekker ̶ aangeboden in twee geen-keuzecondities. In de ene conditie moesten ze alle opgaven oplossen met de direct aftrekstrategie en in de andere via de indirecte optelstrategie. Indirect optellen leidde zowel bij alle leerlingen tot meer accurate oplossingen dan direct aftrekken. Dit gold niet alleen voor opgaven met een klein verschil, waarvoor indirect optellen als de meest passende strategie wordt beschouwd, maar ook voor de twee andere opgaventypes. Anderzijds werd indirect optellen in beide niveaugroepen trager uitgevoerd dan direct aftrekken, behalve voor de oefeningen met een klein verschil.

Gepubliceerd

2023-03-31

Citeerhulp

Verschaffel, L., Smedt, B., Vanaken, H., & Torbeyns, J. (2023). De efficiëntie van indirect optellen bij aftrekkingen tot 1000: ook bij opgaven zonder overbrugging?. Pedagogische Studiën, 96(4). Geraadpleegd van https://pedagogischestudien.nl/article/view/13910

Nummer

Sectie

Empirische Studie