Meer leraren: van hoe naar welke? Een kritische analyse van assumpties en positioneringen in het Vlaamse beleidsdiscours
DOI:
https://doi.org/10.59302/78n6g368Trefwoorden:
lerarentekort, onderwijsbeleid, discoursanalyse, kaderanalyse, positioneringstheorieSamenvatting
Het lerarentekort staat reeds jarenlang hoog op de beleidsagenda, in Vlaanderen en internationaal. De urgentie van het probleem resulteert zowel in beleid als in onderzoek in een toenemende focus op oplossingen, kenmerkend voor een bredere evolutie richting fast policy. In deze haastige en eenzijdige focus dreigt echter vergeten te worden dat oplossingen niet neutraal zijn. Ze vertrekken vanuit diepgewortelde assumpties over wat het betekent leraar te zijn en houden verwachtingen in over het (be)handelen van de leraar. Deze studie hanteert een discursief perspectief om de assumpties en positioneringen van de leraar in het beleidsdiscours bloot te leggen. Een combinatie van kaderanalyse en de positioneringstheorie biedt een theoretische en methodologische lens voor het kritisch bestuderen van een reeks hoorzittingen in de Vlaamse Commissie voor Onderwijs. De resultaten tonen dat de assumpties over leraarschap op twee dimensies te situeren zijn: de dimensie van bepaalbaarheid (de leraar versus een leraar) en van maakbaarheid (leraar worden versus leraar zijn). Deze dimensies vormen vier kwadranten, van waaruit de leraar gepositioneerd wordt als atleet, reiziger, superheld of rockster. De vraag die zich vanuit deze studie opdringt, is niet zozeer hoe we voldoende leraren kunnen aantrekken en behouden, maar vooral welke leraren.