Vol 101 Nr 2 (2024)

Gepubliceerd: 2024-09-18

Empirische Studie

  • Professional learning communities of school leaders within inter-school networks: opportunities and conditions for sustainable professionalization

    E. Tanghe, T.F.H. Smits, W. Schelfhout
    91-124

    Given the challenging and complex task of school leaders to ensure quality education, peer learning is important for both professional and school development. Structural inter-school networks are relevant in the context of collective learning. Initiating quality partnerships between school leaders sustainably is challenging. Using a mixed-methods approach, we examine professional learning communities (PLCs) as a form of formal collective learning developed within existing inter-school networks during a two-year professionalization trajectory, what the experienced (learning) outcomes are, and which variables affect sustainable long-term development. Data collection was based on online surveys and in-depth interviews. Results indicate that the quality of collective learning increased significantly during the two-year trajectory. Most explanatory of the PLC’s continued sustainability as a professional network for school leaders is the PLC’s perceived approach during the PT. The perceived facilitating role of the inter-school network influences structural choices regarding future continuation and approach. It also demonstrates the need to invest in sustainable collective learning. Further longitudinal research into the sustainability of PLCs within inter-school networks and the quality of coaches is recommended.

  • Do resilience and socio-demographic characteristics predict university lecturers' well-being? A cross-sectional study.

    P. Consiglio, M. Fokkens-Bruinsma, E.P.W.A. Jansen, J. Fleer
    125-139

    A substantial proportion of lecturers in higher education experience low levels of well-being. The aim of this work was to examine the predictive role of resilience and demographic variables such as gender, working hours, nationality, teaching experience and faculty in relation to the well-being of university lecturers. An online survey was sent to a sample of 684 lecturers at a Dutch university. A multiple linear regression showed that nationality, working hours and resilience were significant predictors of well-being. The results of this study highlight the importance of assessing predictors of university lecturers’ well-being and the need for resilience-enhancing initiatives.

  • Meer leraren: van hoe naar welke? Een kritische analyse van assumpties en positioneringen in het Vlaamse beleidsdiscours

    L. Christiaens, M. Simons, E. Vanassche
    140-161

    Het lerarentekort staat reeds jarenlang hoog op de beleidsagenda, in Vlaanderen en internationaal. De urgentie van het probleem resulteert zowel in beleid als in onderzoek in een toenemende focus op oplossingen, kenmerkend voor een bredere evolutie richting fast policy. In deze haastige en eenzijdige focus dreigt echter vergeten te worden dat oplossingen niet neutraal zijn. Ze vertrekken vanuit diepgewortelde assumpties over wat het betekent leraar te zijn en houden verwachtingen in over het (be)handelen van de leraar. Deze studie hanteert een discursief perspectief om de assumpties en positioneringen van de leraar in het beleidsdiscours bloot te leggen. Een combinatie van kaderanalyse en de positioneringstheorie biedt een theoretische en methodologische lens voor het kritisch bestuderen van een reeks hoorzittingen in de Vlaamse Commissie voor Onderwijs. De resultaten tonen dat de assumpties over leraarschap op twee dimensies te situeren zijn: de dimensie van bepaalbaarheid (de leraar versus een leraar) en van maakbaarheid (leraar worden versus leraar zijn). Deze dimensies vormen vier kwadranten, van waaruit de leraar gepositioneerd wordt als atleet, reiziger, superheld of rockster. De vraag die zich vanuit deze studie opdringt, is niet zozeer hoe we voldoende leraren kunnen aantrekken en behouden, maar vooral welke leraren.

Discussiebijdrage

  • Kritisch omgaan met leermiddelen: de rol van academische experts

    W. Smets
    162-176

    Het leermiddelendebat is een voorbeeld van hoe complex beleidsvraagstukken in onderwijs zijn. De kwaliteit van leermiddelen kan niet afgemeten worden aan één of enkele parameters: tal van factoren bepalen hoe leermiddelen bijdragen aan kwaliteitsvol onderwijs, niet in het minst wat betrokkenen zelf daarbij belangrijk vinden. In deze bijdrage wordt verkend waarom het leermiddelendebat zo complex is, en aangetoond dat wetenschappelijke vragen vaak tekortschieten om deze complexiteit te overschouwen. Toch kan wetenschap belangrijke inzichten bieden: verschillende disciplines van de onderwijswetenschappen kunnen inzichten aanreiken over de kwaliteit van leermiddelen. Wetenschappelijk onderzoek van leermiddelen kan bestaande praktijken beschrijven, analyseren en generaliseren. Wetenschappelijke theorie kan ook helpen begrijpen en verklaren wat goed of fout loopt in de praktijk.  Het is uiteindelijk aan de actoren op het microniveau [de school, de leraar] om kritisch met de selectie van leermiddelen om te gaan. Sterke professionele leraren zijn een cruciale voorwaarde daarvoor. In deze bijdrage worden daarom worden drie routes beschreven van wat onderwijsexperts kunnen doen om bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van leermiddelen.