Vol 64 Nr 4 (1987)

Gepubliceerd: 1987-01-01

Artikel

  • Begripsvorming volgens de 'generalist' Davydov gespecialiseerd

    L. STREEFLAND

    In deze reactie gaat het om de rol die algemeneen domeinspecifieke onderwijsleertheorieënspelen in curriculum en onderwijsontwikkeling.Op grond van het algemeen theoretische kadervan de Russische leerpsycholoog Davydov alsleidraad wordt betoogd, dat de door hem aangehangen structuralistische opvattingen over wiskundeonderwijs daarbij minder goed passen.Vervolgens worden de begrippen leeractiviteiten leer model uit Davydovs theorie verhelderdaan een voorbeeld tegen de achtergrond van derealistische basisconceptie van wiskundeonderwijs. Tevens blijken daarmee aanzetten totoplossingen te zijn gegeven voor enkele knelpunten die zich in Davydovs algemene theoriemanifesteerden.

  • Dyslexie-Congressen Over tijdverschijnselen: wat eraanvooraf ging en wat erna komt

    J. Hamers

    De Stichting Dyslexie organiseerde in de drievoorafgaande jaren druk bezochte congressenrondom het verschijnsel dyslexie. De voorzitter van de stichting, prof. dr. J. Dumont,bakent het begrip als volgt af: het kind vertoont een achterstand op het gebied van hetlezen en de spelling van één è twee jaar tenopzichte van de leeftijdsnorm. Er is sprake vantenminste een gemiddelde algemene inteiligentie. De taalontwikkeling is vertraagd. Verderzijn er vaak aanwijzingen voor familiaire erfelijkheid. Het kind vertoont geen andere stoornissen. Dyslexie manifesteert zich vrijwelsteeds het eerst bij het aanvankelijk lezen enkan tijdens de periode van voortgezet onderwijs en beroepsvorming voortduren, tot ver inde volwassenheid. Vroeger werd het verschijnsel 'woordblindheid' genoemd. De gedachteachter deze aanduiding was dat de persoonmoeite had met het visueel waarnemen vangeschreven tekst. Tegenwoordig wordt hetprobleem opgevat als een moeizame verklanking van wat goed wordt gezien en is devoorkeur gegeven aan termen als 'dyslexie' en'dysorthografie', respectievelijk lees en spellingsstoornissen.

  • Onderzoek naar leerkrachtcognities

    N. Verloop

    Het totale aantal gepresenteerde papers was aanzienlijk groter dan in de voorafgaande jafcn. De papers waren ondergebracht in eenaantal thema's: Conceptual issues in researchon teacher thinking; Teachers' thought in aclion; Teachers' diagnosis and evaluation;Methodological issues; Personal constructsand the Rep Grid Technique; Teacher thin•^ing and the curriculum; Teacher thinkingand learning to tcach; Teachers' pcrceptions,aitributions and decisions.

  • De evaluatiepraktijken van leerkrachten. Een beschrijvend onderzoek naar het evalueren tijdens het rekenen in het primair onderwijs.

    H.H. Tillema

    De opbouw en uitkomsten van het proefschrift'aten zich goed bespreken aan de hand van een zinsnede uit het conclusiegcdeelte van het proefschrift,namelijk (p. 145) dat 'tamelijk veel leerkrachtenWerkwijzen toepassen die in strijd zijn met wat idealiter wordt verondersteld.' De werkwijze die in destudie is gevolgd bestaat uit het eerst, op prescriptieve wijze, vaststellen waaraan evaluatiepraktijkenbehoren te voldoen (beter is wellicht te spreken vancriteria voor optimaal gebruik van toetsen) om vervolgens na te gaan of leerkrachten in hun handelwijze beantwoorden aan deze prescripties. Dc slotsomIS dat leerkrachten afwijken van dat normatief model.

  • KEen empirisch onderzoek naar de effecten van betaalde beroepsarbeid door vrouwen op de schoolloopbanen van hun kinderen

    J. Dronkers

    In dit artikel wordt het effect van het verrichtenvan betaalde beroepsarbeid buitenshuis doornoeders op de schoolloopbanen van hun kindeken onderzocht. Hiervoor worden de longitudinale schoolloopbaangegevens uit het SMVOcohort gebruikt. De conclusie in dit onderzoekluidt dat de schoolloopbaan van kinderen vanvrouwen die betaalde beroepsarbeid buitenshuisVerrichten, nauwelijks verschilt van die van kinderen van vrouwen die alleen in het eigenhuishouden werken, ook na controle voor diverse variabelen. De kleine verschillen die toch noggevonden worden, lijken eerder toegeschreven'e kunnen worden aan de aard van de uitgeoefende beroepsarbeid buitenshuis dan aan hetbuitenshuis werken zelf.

  • Abstractieniveaus in de ontwikkeling van het natuurkundig begrip 'druk'

    H. VOS

    Wetenschappelijke begrippen zoals druk, zijn abstracties uit de werkelijkheid. De psychologische ontwikkeling van het abstraheren wordtbeschreven door het hiërarchische niveaumodelvan Van Parreren. Wij passen dit model toe opde abstraherende handelingen vergelijken, melen en berekenen zoals die bijeen begrip als drukvoorkomen. Het blijkt dat we hierbij dezelfdeniveaus kunnen onderscheiden. Deze abstractieniveaus beschrijven een psychologische ontwikkeling van het begrip, die niet noodzakelijkchronologisch is. Hetzelfde woord druk duidteen begrip aan dat zich op zes verschillendeniveaus van ontwikkeling kan bevinden. Symbolen en formules spelen op elk van de niveaus eenwdere rol. Het hoogste niveau is van belang omessentiële kenmerken van het begrip te kunnen bepalen en inzicht te krijgen in de voorwaarden die ons handelen beperken op lagereniveaus. Tevens blijkt dat vaststelling van def^ereikte onderwijsre.wltalen niet losgemaaktk»n worden van de voorafgaande ervaring (inonderwijs of daar buiten).

  • Opvoedingsgedrag van ouders in overtredingssituaties: een onderzoek naar beïnvloedende factoren

    J.R.M. GERRIS, J.M.A.M. JANSSENSE

    In pogingen om ouderlijke opvoedingsgedragingen en socialisatietechnieken te verklaren,heeft men tot nu toe vooral het accent gelegd opdistale kenmerken van de sociale omgeving vanhet kind (bijvoorbeeld sociaal milieu) of opolgemene kenmerken van de betrokken personen, die geldig waren over verschillende situaties. Proximale kenmerken van opvoedingssituaties zijn zelden onderzocht.

  • De positie van het onderwijs in het Nederlands in Nederland en Vlaanderen

    Fr. Daems, K. Glopper de

    Op voorstel van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren besliste de Nederlandse Taalunie in 1985 op korte termijn een onderzoek te laten instellen naar de positie van het Nederlands in het onderwijs. De opdracht betrof hetonderwijs in het Nederlands aan autochtoneleerlingen, in het basis en voortgezet of secundair onderwijs. Daarbij werd uitdrukkelijkgevraagd aandacht te besteden aan de rol vande overheid in dezen.

  • Verslag van het Ie Internationale Kongress zur Tätigkeitstheorie

    M. Heijden der van , H. Procee

    Van 3 tot en met 5 oktober 1986 vond het eerste Internationale Kongress zur Tätigkeitstheorie (Engels: activity theory) plaats. Naeerdere internationale symposia in Helsinki,Aarhus en Utrecht werd nu door G. Rückriemen A. Messmann (Hochschule der Künste),M. HildebrandNilshon en K. Holzkamp(Freie Universität Berlin), W. Volpert en A.Raeithel (Technische Universität Berlin) eeninterdisciplinair en internationaal treffen georganiseerd in WestBerlijn. Het binnenkortverschijnen van het eerste deel van de verzamelde werken van A. N. Leont'ev in het Duits,voortkomend uit een intensieve samenwerking tussen SovjetRussische en Duitse onderzoekers, vormde de aanleiding.

  • Activiteit en begrip. Proeve van een handelingspsychologische didactiek.

    R. Veer der van

    Het eerste hoofdstuk gebruikt de auteur voor een rechtvaardiging van zijn theoretische aanpak envoor een ruwe schets van de door hem gepropageerde benadering. Achtereenvolgens komen mensbeeld, methodische regulatieven en scholingsconcept van een handelingspsychologie aan bod. Hetmensbeeld blijkt, verrassend genoeg, dat van een'beleerd handelend wezen' te zijn. Via een reeks voormij nogal ondoorgrondelijke stellingen komt VanOers tot een omschrijving van de mens als een 'zingever die naar zijn wezen alleen te begrijpen is inrelatie tot de objectwereld en in relatie tot de Ander'.De methodische regulatieven voor het handelingspsychologisch onderzoek zijn voor een groot deelaan Vygotskij ontleend. Van Oers noemt als belangrijke uitgangspunten, respectievelijk, een procesbenadering, een klinische benadering, een genetischebenadering, een totaliteitsbenadering (analyse ineenheden), een theoretische benadering, en, ten slotte, een pluriformconvergerende benadering (waarbij verschillende onderzoeksmethoden gecombineerd worden; dialoog, observatie, experimentelegenese, etc.). Het scholingsconcept van de handelingspsychologie is gericht op emancipatie van hetsubject. Van Oers formuleert de volgende fraaieidealen: De leerling dient als gevolg van het onderwijs zelfstandig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijke en culturele leven. Hiertoe dient hetonderwijs van kwalitatief hoog niveau te zijn en zinvol voor de leerling. Tevens moet deze inzichtkrijgen in de methode van het kennis verwerven zelfNaar de mening van de auteur betreft het hier geenabstracte utopie, maar idealen die op dit moment alverwezenlijkt kunnen worden. In het laatste hoofdstuk komt hij na een ware odyssee door de psychologie en filosofie op deze problematiek terug.