Vol 62 Nr 1 (1985)
Artikel
-
Onderwijs voor culturele minderheden II
Extra en Verhoeven behandelen theoretische en praktische aspecten van tweetaligheid en tweetalig basisonderwijs. Zij hechten grote waarde aan tweetalig onderwijs, waarbij hetonderwijs in de eerste taal een centrale plaatsin het aanvangsonderwijs en een blijvendeplaats gedurende het verdere onderwijswordt toegekend. Zij voeren daarvoor leerpsychologische, sociaalpsychologische entaaipoltieke argumenten aan. Zij bestedengeen aandacht aan de demografische factoren die van invloed kunnen zijn op de taalontwikkeling.
-
Tweetaligheid en tweetalig basisonderwijs
Daarna komen ervaringsgegevens aan deorde over tweetalig basisonderwijs in binnenen buitenland. Allereerst wordt de onderwijssituatie voor tweetalige kinderen in deVerenigde Staten, WestEuropa en Zwedenbesproken (4). Voorts wordt ingegaan op ervaringen met tweetalig basisonderwijs in Nederland (5): daarbij komen verschillende niveaus en vormen van differentiatie ter sprake, alsmede opzet en uitkomsten van enkelespeciale projecten. Het artikel wordt afgesloten (6) met een bespreking van perspectievenop tweetalig basisonderwijs in Nederland.
-
Leesvaardigheid van Nederlandse en cumi-leerlingen
In dit onderzoek is nagegaan of er een relatie bestaat tussen het percentage leerlingen uit etnische en culturele minderheidsgroepen(cumileerlingen) op school en de leesvaardigheid van Nederlandse arbeiderskinderenen cumileerlingen. Het onderzoek werd uitgevoerd in het tweede leerjaar van 37scholenin Rotterdam. Er werden geen aanwijzingengevonden dat het voor de leesvaardigheidvan Nederlandse kinderen verschil maakthoe hoog het percentage cumileerlingen is.Een soortgelijk beeld kwam tevoorschijnvoor kinderen van Surinaamse en Antilliaanse herkomst. Hun leesvaardigheid lag daarbij op ongeveer hetzelfde niveau als die vande Nederlandse kinderen. De leerlingen vanTürke en Marokkaanse herkomst scoordengemiddeld aanmerkelijk lager. Tegelijkertijdbleek dat deze kinderen op scholen met 50%of minder cumileerlingen significant hogerpresteerden dan Turkse en Marokkaanse kinderen op scholen met meer dan 50% cumileerlingen. Deze gegevens worden besprokenmet het oog op hun beleidsrelevantie.
-
Onderzoek naar psychosociale problemen van migrantenkinderen: een literatuurstudie
Slechts op beperkte schaal is onderzoek gedaan naar de psychosociale problemen vanmigrantenkinderen. Het artikel geeft eenbeeld van vooral Duitstalig onderzoek op ditgebied. In dit onderzoek wordt aangenomendat de leefsituatie van migrantenkinderendermate verstoord is dat de kinderen psychisch vaak zwaar belast raken. Deze psychische belasting zou gemiddeld zwaarder zijndan die van autochtone leeftijdgenoten enfrequenter voorkomen. Onder invloed vandeze vooronderstellingen heeft het onderzoek zich voornamelijk geconcentreerd op devraag naar de verschillen in uitingen ^anpsychosociale problemen tussen autochtoneen allochtone kinderen. Naar de factoren inde gezins en schoolsituatie die geacht worden de psychosociale problemen mede teveroorzaken, is relatief minder onderzoekgedaan. Zowel de beperkte vraagstelling alsde wijze waarop het onderzoek is uitgevoerdzijn in dit artikel onderwerp van kritiek. Opbasis van de literatuurstudie wordt aanbevolen de aandacht te richten op de achtergronden en aard van de psychosociale problema
-
Zelfbeeld en minderheidspositie
In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek, waarin de aard van de samenhang tussen minderheidspositie, culturele discrepantie en zelflbeeld centraal staat.Naarmate er sprake is van een grotere discrepantie tussen de in de schoolsituatie dominante middenklassecode en de thuiscode zaleen kind meer moeilijkheden ondervindenzich overeenkomstig de op school geldenderegels te gedragen. Vanuit een dergelijkeminderheidspositie bestaat er meer kans opnegatieve reacties van belangrijke anderen,hetgeen van invloed zal zijn op het zelfbeeldvan het kind. De vraag werd onderzocht inhoeverre zowel Nederlandse kinderen uitlaag sociaal milieu als Turkse kinderen uillaag sociaal milieu bij het afnemen van zelfbeoordelingsvragenlijsten méér problematische aspecten in het zelfbeeld signaleren danNederlandse kinderen van hoog sociaal milieu.
-
MulticulturalEducation: a challenge for teachers
De multiculturele samenleving staat centraal in de tweede sectie. Vermeldenswaard is de bijdrage van J. E. Ellemers, waarin hij pleit voor het onderkennen van de verschillen tussen etnische groepen,binnen etnische groepen en tussen individuen.Hieraan wordt in een 'minderhedenbeleid' maar al'e gemakkelijk voorbijgegaan. Zeer verhelderendtJoor zijn pragmatisme is de bijdrage van J. A.öanks. Zowel de ideologie van het pluralisme alsdie van de assimilatie zijn te extreem voor onderwijshervormingen. De gulden middenweg is volgens Banks de ideologie van de multietniciteit.^Multiculturele educatie is het onderwerp van de''crde sectie. De zes bijdragen van wat toch hetPièce de résistance' van deze bundel is, zijn zekerniet de sterksten. Uitgezonderd het artikel van J.
-
Het voorspel tot de nieuwe basisschool (1960-1980): de initiatie van een innovatieproces
Ter gelegenheid van de inwerkingtreding vande Wet op het basisonderwijs per 1 augustus1985 is de voorgeschiedenis van het innovatieproces basisonderwijs beschreven en onder voornamelijk twee gezichtspunten geanalyseerd. Eerst is gepoogd het historisch proces te ordenen in fasen aan de hand van defeitelijke ontwikkeling der activiteiten. Vervolgens is nagegaan vanuit welke kringenvooral is bijgedragen tot de onderwijskundige conceptie van de nieuwe basisschool en totde voortgang van de voorbereidende activiteiten. De voornaamste conclusie is dat hetinnovatieproces voornamelijk is geïnitieerden beïnvloed door een betrekkelijk klein aantal vernieuwingsgezinde wetenschapsmensenvia maatschappelijke organisaties (o.a. de'Rokbeweging), overigens tegen de achterstond van een lange traditie van praktischevernieu wingsarbeid.
-
Leraarverwachtingen en het beeld van eigen bekwaamheiden de prestatieoriëntatie van leerlingen
het empirisch onderzoek van prestatieoriëntatie in situaties die zich lenen tot het lederen van prestaties, nemen causale cognitiessinds het eind van de zestiger jaren een voorname plaats in. Een krachtige impuls aan deze ontwikkeling heeft zonder twijfel de attributionele analyse van prestatiegeoriënteerdgedrag van Weiner en medewerkers gegeven(Weiner en Kukla, 1970; Weiner, Frieze, Kukla. Reed, Rest en Rosenbaum, 1971). Weiner en collega's gingen in hun analyses onderandere na of er tussen prestatiegeorienteerde personen en personen die op hetvermijdenvanmislukking zijn georiënteerd,verschillen bestaan in de oorzaken die zijvoor hun eigen handelingsresultaten verantwoordelijk houden. Teruggrijpend op Heiders 'commonsense', of 'naïeve handelingsanalyse' (1958) en Rotters werk over het 'locus of control'construct (1966), richtten deauteurs zich in hun onderzoek vooral op deoorzakelijke factoren: bekwaamheid, inspanning, het gemakkelijk of moeilijk zijnvan de taak en toeval (pech/geluk). Ofschoon er naast de genoemde, andere factoren zijn waaróp succes en mislukking inprestaticsituaties worden teruggevoerd, weeseen analyse van Frieze (1976) uit, dat althans binnen de grenzen van scholing, beroep en sport deze factoren en in het bijzonder bekwaamheid en inspanning, hetmeest frequent genoemd worden.
-
Het ontwikkelen van zelfverantwoordelijk leren op school I: Fundering van een onderwijsleermodel
In een serie van twee artikelen wordt aan dehand van een exploratie/ onderzoek ingegaan op het ontwikkelen van zelfverantwoordelijk leren op school. Allereerst wordtaandacht besteed aan de achtergrond en debegripsbepaling van zelfverantwoordelijk leren. Op grond daarvan wordt zelfverantwoordelijk leren op school geformuleerd alseen onderwijsleerprobleem. Na de onderzoeksopzet wordt de ontwikkeling van eenzogenaamd onderwijsleermodel uiteengezet.Achtereenvolgens komen aan de orde deanalyse van de doelstelling, de onderwijsleertheorie, de keuze van leerinhouden, de wijzevan groeperen, de werkvormen en relevanteaspecten van de beginsituatie.In het tweede artikel worden de beproevingen bijstelling van het onderwijsleermodel beschreven.