Vol 98 Nr 5 (2021)

Gepubliceerd: 2021-01-01

Artikel

  • Teaching complex grammar in Dutch EFL classrooms. A study on the effectiveness of deductive, inductive, implicit and incidental instruction

    M Tammenga-Helmantel, S. Steringa, I. Bazhutkina, C. Suhre

    This study investigates the effectiveness of
    four types of grammar instruction and the extent to which students’ learning style affects
    the learning outcomes of these instruction
    types. Our focus is on a complex grammar
    structure, viz. English conditionals. A total of
    fourteen Dutch classes with senior secondary school students aged 15-17 and their ten
    teachers participated in the study. Teachers
    and their classes were randomly distributed
    among implicit, incidental, inductive and deductive treatment groups and a control group.
    A pretest-posttest design, including a grammaticality judgement test and a semi-free writing test, was used to study the effectiveness
    of the treatment groups for students with a
    learning style focused on either learning
    from active experimentation or from reflective
    observation. Results of a multilevel covariance analysis indicate that explicit-inductive
    instruction effectively raises students’ performance concerning complex grammatical
    sentences and it does so more effectively
    than incidental instruction but no more than
    other forms of grammar instruction. Post hoc
    comparisons reveal that these outcomes hold
    for all students, irrespective of their learning
    style.

  • Dynamisch toetsen van onderzoeksvaardigheden op het terrein van Natuur en Techniek bij leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs

    E. Roeloefs, D. Wammes, W. Emmons, M. Raijmakers

    In een heranalyse van data van een peilingsonderzoek in het najaar van 2015 is nagegaan wat
    de informatieve meerwaarde kan zijn van dynamisch toetsen ten opzichte van statisch toetsen, voor het vaststellen van onderzoeksvaardigheden uit het domein Natuur & Techniek bij
    leerlingen uit groep 8 van het basisonderwijs.
    Hiertoe zijn de data (n=203) gebruikt van één
    van de praktische opdrachten uit het peilingsonderzoek, de knikkerbaan. Bij de afname van
    de opdrachten is afhankelijk van de voortgang
    bij de deeltaken, lees-, proceshulp en inhoudelijke hulp verstrekt, volgens een vast protocol
    van ‘graduated prompts’. Analyses gericht op
    het vaststellen van de gemaakte progressie in
    experiment 2 na ondersteunde deelname aan
    experiment 1 brachten groepen met een verschillend leerpotentieel aan het licht. De grootste geconstateerde progressie maakten leerlingen die in experiment 1 ook na alle hulp niet tot
    een oplossing van een deelopdracht kwamen,
    maar daar wel zelfstandig in slaagden in experiment 2. Het relatieve aandeel van niet-oplossers
    in experiment 1 met deze progressie bedroeg
    36 % bij variabelen instellen 42% bij herhaald
    meten en 56% bij conclusies trekken.
    [...]

  • Beroepseisen, energiebronnen en beroepstevredenheid van leraren Secundaire analyses van TALIS 2018 data van Nederland en Vlaanderen

    W.F. Admiraal

    Gezien het lerarentekort in Nederland en
    Vlaanderen is het niet alleen van belang om de
    in- en uitstroom van studenten van de lerarenopleidingen te vergroten, ook is het zaak de
    beroepstevredenheid te verhogen van leraren
    die eenmaal hebben gekozen voor het leraarsberoep. Op basis van secundaire analyses
    van TALIS 2018-data van leraren primair en
    voortgezet onderwijs in Nederland en Vlaanderen zijn beroepseisen, energiebronnen die
    leraren tot hun beschikking hebben en hun
    beroepstevredenheid in kaart gebracht. Hierbij
    wordt gebruik gemaakt van het Job DemandsResources model. Uit de regressie-analyses
    komt naar voren dat met name ervaren spanningen in het beroep en ervaren stress in lesgeven en klasmanagement een negatieve relatie vertonen met beroepstevredenheid. Tevens
    blijkt dat maatschappelijke waardering van het
    leraarsberoep, een sociale motivatie voor het
    leraarsvak en een veilig leer- en werkklimaat in
    school positief samenhangen met beroepstevredenheid van leraren. De resultaten worden
    bediscussieerd in het licht van resultaten uit
    ander onderzoek en meer specifiek, onderzoek
    waarin ook gebruik is gemaakt van TALIS-data.

  • De relatie tussen het vooraf lezen van teksten en het beantwoorden van begripsvragen Twee experimenten onder 5-vwo-leerlingen

    P. Rooijackers, G. van Silfhout, U. Schuurs, H. van den Bergh

    In Nederland traint men vaak tekstbegrip met
    gebruikmaking van teksten met vragen: leerlingen bestuderen vooraf een tekst en beantwoorden vervolgens tekstafhankelijke vragen,
    waarbij de tekst raadpleegbaar blijft. Daarbij
    wordt doorgaans verondersteld dat wie een
    tekst vooraf intensief bestudeert, de vragen
    vaker correct beantwoordt.
    In deze studie is de relatie tussen initiële
    tekstbestudering en antwoordscore nader
    onderzocht, onder 5-vwo-leerlingen, bij twee
    zakelijke teksten, met begripsvragen, via twee
    experimenten. Experiment I onderzocht de
    mate waarin de beschikbaarheid van de tekst
    tijdens vraagbeantwoording de antwoordscore beïnvloedt, nadat deelnemers (N = 174)
    vooraf teksten intensief hadden bestudeerd.
    Experiment II onderzocht in hoeverre de intensiteit van vooraf-tekstbestudering de antwoordscore beïnvloedt, als deelnemers (N =
    398) bij de vragen de tekst kunnen raadplegen.
    Resultaten: in experiment I beantwoorden
    leerlingen die bij de vragen de tekst wél kunnen raadplegen, de vragen beduidend vaker
    correct dan leerlingen die deze niet kunnen
    raadplegen. In experiment II kan niet worden
    aangetoond dat leerlingen die de tekst vooraf
    intensief bestuderen, hoger scoren dan leerlingen die de tekst vooraf minder of niet-intensief bestudeerden. Het antwoordproces wordt
    kennelijk niet zozeer beïnvloed door intensiteit
    van vooraf lezen, als wel door herlezen tijdens
    het antwoordproces. [...]