Vol 99 Nr 1 (2022)

Gepubliceerd: 2022-01-01

Artikel

  • Snel van start: vroege predictoren van cognitieve begaafdheid bij kleuters

    J. Lavrijsen, S. Sypré, K. Verschueren

    Tijdig een zicht krijgen op kleuters met sterke cognitieve vermogens, kan helpen om de behoeften van deze kinderen beter te beantwoorden. In dit artikel onderzochten we de vroege signalen van cognitieve begaafdheid. 
    In een longitudinale studie bij 4.131 kinderen voorspelden we, op basis van informatie verzameld in de kleuterklas, wie in het derde leerjaar tot de top 10% zou behoren wat betreft cognitieve vaardigheden. Cognitief begaafde kinderen bleken vaak al in de kleuterklas over een ontwikkelingsvoorsprong (vastgesteld met gestandaardiseerde tests en/of een leerkrachtbeoordeling) te beschikken, waarbij
    vooral een voorsprong op het vlak van rekenen predictief was voor cognitieve begaafdheid. Cognitief begaafde kleuters vertoonden ook een meer onafhankelijke participatie aan het klasgebeuren en een toegewijde werkhouding. Daarnaast bekeken we welke van deze begaafde kinderen doorheen hun schoolloopbaan later problemen ondervonden. Ook deze problemen bleken zich al enigszins in de
    kleuterklas te manifesteren, met name in lage scores op de reken- en taaltoets, in conflicten met de leerkracht en in hyperactief-afleidbaar gedrag.

  • De voorspellende waarde van het initiële schooladvies, het toetsadvies en het definitieve schooladvies in het Nederlandse onderwijs

    P. Hebbink, M.J. Warrens, E. Fleur, M.A. Dijks, H. Korpershoek

    Bij de plaatsing in het Nederlandse voortgezet onderwijs wordt gebruik gemaakt van twee  componenten: een schooladvies en een advies gebaseerd op een eindtoets. De school geeft eerst een initieel schooladvies, vervolgens maakt de leerling een eindtoets. Het initiële schooladvies kan naar boven worden bijgesteld als het toetsadvies hoger uitvalt. Het definitieve schooladvies, dat leidend is bij de plaatsing in het voortgezet onderwijs, is daardoor altijd gelijk aan of hoger dan het initiële
    schooladvies. De huidige studie onderzoekt in welke mate het initiële schooladvies, in vergelijking met het definitieve schooladvies en het toetsadvies, de onderwijspositie van de leerling in de derde klas van het voortgezet onderwijs voorspelt. Hiervoor zijn drie recente cohorten met leerlinggegevens gebruikt. De voorspellende waarde is bestudeerd op populatieniveau en berekend voor de verschillende onderwijsniveaus. Voor alle onderwijsniveaus en cohorten geldt dat het initiële en definitieve schooladvies betere voorspellers zijn voor de onderwijspositie van de leerling in de derde
    klas dan het toetsadvies. Een mogelijke verklaring voor de hoge voorspellende waarde van het initiële en definitieve schooladvies is een zekere mate van pad-afhankelijkheid in het voortgezet onderwijs. Meer wetenschappelijk onderzoek naar de voorspellende waarde van andere eindtoetsen is een aanbeveling.

  • Burgerschapsonderwijs via het beeldscherm: Ervaringen van leraren met het geven van burgerschapsonderwijs op afstand tijdens de eerste COVID-19-lockdown

    H. Nieuwelink, R. Daas, J.Y. Teegelbeckers

    Er is nog weinig zicht op hoe burgerschapsonderwijs tijdens de COVID-19-lockdowns is verlopen. Onderzoek naar burgerschapsonderwijs en afstandsonderwijs biedt aanknopingspunten om burgerschapsonderwijs op afstand vorm te geven. Dit artikel heeft als doel meer inzicht te krijgen in de didactische aanpakken die leraren hierbij gebruiken, en de mogelijkheden en belemmeringen die volgens leraren bestaan bij burgerschapsonderwijs op afstand. Daartoe bevroegen wij aan de hand
    van een vragenlijst 173 leraren in het Nederlandse funderend onderwijs. De resultaten laten zien dat leraren kritisch zijn over het geven van burgerschapsonderwijs op afstand, in het bijzonder omdat het in een online omgeving moeilijk is interactie en discussie te organiseren. Leraren geven aan dat zij met
    afstandsonderwijs veel minder aandacht kunnen besteden aan de doelen die zij bij  burgerschapsonderwijs belangrijk vinden en dat er veel minder aandacht besteed kan worden aan
    het ontwikkelen van vaardigheden en houdingen van leerlingen. Ook veel didactische aanpakken die leraren gebruiken bij fysiek onderwijs werken in het afstandsonderwijs niet goed, omdat interacties tussen leerlingen online slecht waren vorm te geven. In de discussie geven we verschillende verklaringen voor de kritische perspectieven van leraren op de mogelijkheden van burgerschapsonderwijs op afstand.

  • De ontwikkeling van het creatief vermogen van vmbo-leerlingen

    H. Rommers, L.B. Visser, P. Ruit

    De kennismaatschappij verandert in hoog tempo. Om daar op in te spelen is de ontwikkeling van het creatief vermogen van belang. Voor de ontwikkeling van het creatief vermogen bij jongeren is een systematische aanpak vereist. Scholen vervullen daarin een belangrijke rol, maar missen vaak de expertise voor het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van creativiteitsinterventies. Dit artikel beschrijft een door de eerste auteur, samen met docenten, ontwikkelde interventie om het creatief vermogen te bevorderen. De huidige studie heeft ten doel om de effecten van de interventie bewust inzetten van creatieve competenties op het creatief vermogen van vmbo-leerlingen, te onderzoeken. Een quasi-experimenteel onderzoek met 53 eerstejaars vmbo-leerlingen werd uitgevoerd. De experimentele groep (n = 23) werd een interventie (100 uur) aangeboden in de reguliere- en buitenschoolse technieklessen. De interventielessen werden gedurende acht weken aangeboden en bestonden uit één generieke- en vijf technologische leerlijnen, welke werden beschreven in een lesmethode.
    Aan de controlegroep werd geen interventie aangeboden. De vragenlijst creatief vermogen werd gebruikt om creatieve competenties vast te stellen. We concluderen dat de interventie een significant effect had op de competenties vindingrijk en interactie met anderen. [...]