Vol 83 Nr 2 (2006)

Gepubliceerd: 2006-01-01

Artikel

  • Conferentieverslag van de Conferentie van de European Association for Research on Learning and Instruction

    J. Elen, J. Vermunt

    Met als thema “Integrating multiple perspectives on learning environments”, maar ook en vooral onder een brandende zon, vond van 23 tot 27 augustus 2005 in Nicosia, Cyprus, de 11e EARLI-conferentie plaats. Gelukkig waren alle lokalen uitgerust met de nodige faciliteiten om taakgericht en zonder zorgen over de eigen lichaamstemperatuur, te kunnen luisteren en van gedachten te wisselen.

  • Leerstijl en leeromgeving in het voortgezet onderwijs: Nederland en Vlaanderen vergeleken

    A. Picarelli, M. Slaats, P.A.J. Bouhuijs, J.D. Vermunt

    Met behulp van de Vragenlijst Leerstijlen voor het Voortgezet Onderwijs (VLS-VO) zijn in dit onderzoek leerstijlen van Nederlandse en Vlaamse leerlingen vergeleken. Zowel de leerstijlcomponenten als de drie te onderscheiden leerstijlprofielen (betekenisgericht, reproductiegericht en ongericht) bleken in beide grensgebieden dezelfde opbouw en structuur te vertonen. Tussen Nederlandse en Vlaamse leerlingen bestaan echter ook duidelijke verschillen. Nederlandse leerlingen gebruiken vaker diepe en concrete en minder vaak stapsgewijze verwerkingsstrategieën, vertonen minder stuurloos leergedrag, zijn meer persoonlijk geïnteresseerd, beroeps- en certificaatgericht en minder ambivalent in hun leeroriëntatie, en hechten meer belang aan samen leren met medeleerlingen dan Vlaamse leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Met behulp van de Inventory of Perceived Study Environment (IPSE) werd zowel de feitelijke als de gewenste leeromgeving, zoals waargenomen door leerlingen, onderzocht. Uit de vergelijkingsstudie bleek dat de feitelijke leeromgeving meer constructief en minder reproductief werd waargenomen door leerlingen in Nederland dan in Vlaanderen. De leeromgeving zoals de leerlingen deze wensen, verschilde echter niet in beide grensgebieden. De leerlingen wensen overwegend een meer constructieve en ook een minder reproductieve leeromgeving. De discrepantie tussen de door leerlingen waargenomen en gewenste leeromgeving bleek in Vlaanderen groter te zijn dan in Nederland. Het verband tussen leeromgeving en leerstijlen werd nader onderzocht door middel van Structural Equational Modelling (SEM). De resultaten van dit onderzoek bevestigen de veronderstelde relaties tussen leeromgeving en leerst

  • Exact kiezen na de invoering van profielen in havo en vwo

    A. Langen van , L. Rekers-Mombarg, H. Dekkers

    Sinds 1998 moeten leerlingen in havo en vwo kiezen uit vier profielen die elk een specifieke combinatie van eindexamenvakken inhouden. Aan de hand van multiniveau-analyses, uitgevoerd op de gegevens van ruim 3500 leerlingen uit cohort VOCL’99, is onderzocht in hoeverre dit heeft geleid tot veranderingen in de determinanten in de mate van exactheid van het gekozen profiel. Vanuit een meritocratisch perspectief is nagegaan wat de relatieve bijdrage is van sociaal-culturele achtergrondkenmerken versus persoonlijke bekwaamheden. De mate van exactheid van het gekozen profiel blijkt nog altijd mede beïnvloed te worden door het sociaal milieu en de sekse van de leerling. De invloed van deze achtergrondkenmerken lijkt zelfs sterker dan voorheen. Er wordt daardoor niet optimaal gebruikgemaakt van het aanwezige bètatalent.

  • Discussie Democratie leren: Van der Hoeven en De Winter over onderwijs en burgerschapsvorming

    W. Veugelers

    Maatschappelijke ontwikkelingen als de toenemende kloof tussen politiek en samenleving, het “zinloos” geweld, politieke moorden en sociale en culturele problemen met “nieuwkomers” hebben de druk op het onderwijs om invulling te geven aan haar pedagogische taak versterkt. Burgerschapsvorming is daarbij een centraal concept. Adviesorganen als de Onderwijsraad (2003a, 2003b) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR, 2004) brengen studies uit waarin een grotere bijdrage van het onderwijs aan burgerschapsvorming wordt bepleit. De Utrechtse hoogleraar Micha de Winter verrichtte op verzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een studie naar opvoeding en burgerschapsvorming en de rol van de overheid daarbij. In dit essay bespreken we de studie van De Winter en wordt deze geplaatst tegen de achtergrond van het overheidsbeleid ten aanzien van onderwijs en burgerschapsvorming. Centraal staan daarbij de vragen in hoeverre de introductie van het begrip democratie een vooruitgang is vergeleken bij de burgerschapsvorming van minister Van der Hoeven, en waar bij de uitwerking van het begrip democratie voor het onderwijs aandacht aan moet worden besteed.

  • Dyscalculiegevoelige kennis en vaardigheden in het basisonderwijs in Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk

    A. Desoete, H. Roeyers, M. Schittekatte, J. Grégoire

    In dit cross-sectionele onderzoek wordt met behulp van de TEDI-MATH (Grégoire, Van Nieuwenhoven, en Noel, 2004) nagegaan hoe kinderen van groep 1 tot en met 5 scoren wat betreft prenumerische en numerische kennis en vaardigheden. We gaan verder na of we dyscalculiegevoelige aspecten kunnen bepalen. Het blijkt dat er over de jaargroepen sprake is van een substantiële toename in scores op de TEDI-MATH. In de dataset is voorts nagegaan of er een verschil is tussen Vlaamse, Waalse en Franse kinderen. Verder onderzochten we of jongens en meisjes het even goed doen op prenumerische en numerische taken. In het onderzoek is ten slotte nagegaan wat de relatie is tussen inzicht in de getalstructuur en het beheersen van rekenalgoritmes en het tellen evenals het beheersen van de voorbereidende rekenvaardigheden. In de discussie wordt ingegaan op de waarde van de TEDI-MATH in de diagnostiek van dyscalculie en op de onderwijskundige implicaties van het onderzoek