Vol 82 Nr 6 (2005)
Artikel
-
Waarom doet opleiding ertoe? Een verklaring voor het effect van het hoogst bereikte opleidingsniveau op de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters
In dit artikel onderzoeken we enkele mechanismen waarmee schoolverlaters in Nederland worden toegewezen aan een positie op de arbeidsmarkt. Ons voornaamste doel is om vast te stellen in hoeverre het effect van het hoogst bereikte opleidingsniveau op de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters kan worden toegeschreven aan ouderlijke hulpbronnen, cognitief vermogen en motivatie zoals aanwezig aan het begin van de loopbaan in het voortgezet onderwijs, en in hoeverre aan verworven vaardigheden die sindsdien zijn opgedaan in het onderwijs. Gegevens van het Voortgezet Onderwijs Cohort Leerlingen 1989 (VOCL’89) zijn gebruikt voor de empirische analyse. De resultaten laten zien dat de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters grotendeels wordt bepaald door het hoogst bereikte opleidingsniveau. Een deel van dit opleidingseffect kan worden verklaard door verschillen in ouderlijke hulpbronnen, cognitief vermogen en motivatie tussen schoolverlaters. Het restant schrijven we toe aan verschillen in opgedane vaardigheden in het onderwijs. Verschillende indicatoren voor ouderlijke hulpbronnen, cognitief vermogen en motivatie spelen ook een directe rol bij het succes van schoolverlaters op de arbeidsmarkt.
-
Discussie: Leren in de wereld zoals hij is
Over hoe krachtige leermomenten ook in geïntegreerde (NT2-)trajecten nog te vaak onbenut blijven. Sinds mensenheugenis wordt de wereld door mens en wetenschap geanalyseerd en bestudeerd in allerlei vakken en disciplines. Ieder vak wordt opgesplitst in onderdelen en specialiteiten. Iedere specialiteit heeft haar methodes en deskundigen. Op dezelfde manier worden leerders in het onderwijs met de wereld geconfronteerd: in stukjes, in aparte vakken, in gespecialiseerde disciplines.
-
Baard of baart? Accuratesse en strategiegebruik bij het aanvankelijk spellen
Dit onderzoek had als doel om de accuratesse waarmee kinderen zelfstandige naamwoorden eindigend op de letter d of de letter t spellen, evenals de strategieën die zij daarbij gebruiken, nauwkeurig in kaart te brengen. Daartoe boden we eerst aan 140 leerlingen van het tweede leerjaar een reeks van 20 woorden eindigend op de letter d of de letter t aan. Vervolgens interviewden we 42 kinderen over de strategieën die zij gebruikten om deze reeks van woorden te spellen. Onze resultaten brachten in de eerste plaats aan het licht dat de klankzuiverheid en de bekendheid van het woord invloed uitoefenen op de juistheid waarmee het woord wordt gespeld. Daarnaast toonden onze resultaten aan dat kinderen gebruikmaken van verschillende strategieën om woorden eindigend op de letter d of t te spellen, en dat zij deze strategieën met verschillende frequentie en efficiëntie toepassen. De frequentie, efficiëntie en flexibiliteit van strategiegebruik hingen ten slotte nauw samen met zowel woordspecifieke kenmerken (klankzuiverheid, woordbekendheid) als kindspecifieke kenmerken (spellingvaardigheid).
-
Effecten en neveneffecten van inspecties en prestatie-indicatoren in het onderwijs: Een overzicht van empirische studies
Dit artikel bevat een overzicht van empirische studies over effecten en neveneffecten van inspecties en prestatie-indicatoren in het onderwijs. Op basis van de besproken studies concluderen we dat causale effecten van inspectiebezoeken lastig zijn aan te tonen, en dat de bevindingen hierover uiteenlopen. De meeste studies concluderen dat inspectiebezoeken een positief effect hebben op schoolbeleid en gedrag van betrokkenen, maar in enkele studies naar effecten op leerprestaties wordt een klein negatief effect gerapporteerd. Een tweede conclusie is dat effecten van openbare prestatie-indicatoren positief lijken, maar geen invloed hebben op schoolkeuzegedrag. Prestatie-indicatoren, en in iets mindere mate inspectiebezoeken, leiden daarentegen wel tot strategisch gedrag van scholen, zoals indicatorfixatie, ‘window dressing’ en andere vormen van ‘gaming’.