Vol 67 Nr 3 (1990)

Gepubliceerd: 1990-01-01

Artikel

  • De ontwikkeling van de Computergestuurde Toets voor Auto-matisering van het Lezen

    A. LEU , H. SMEETS, V.H.P. DAAL

    deze bijdrage aan de themaserie 'InstructieVon leerlingen met ernstige leerproblemen'^ordt de ontwikkeling van de ComputerS^stuurde Toets voor Automatisering van het^ezen (COTAL) beschreven als voorbeeldonderzoek naar de diagnostiek van kinde''^n met ernstige leerproblemen volgens eenlaak en procesgerichte benadering.

  • Leren denken binnen het vakgebied bestuurskunde: het leren oplossen van bestuurskundige ontwerp problemen

    C. TERLOUW

    Op grond van een miniatuurtheorie voor onderwijsleerprocessen werden twee cursussen ontwikkeld voor het leren oplossen van bestuurskundige ontwerpproblemen. In deze cursussen staat het gebruik van een Systematische ProbleemAanpak (SPA) bij het lerenoplossen van problemen centraal. Er werd'voortgebouwd op ervaringen in natuurwetenschappelijke cursussen met een dergelijkeSPA. De cursussen werden met vier groepenstudenten in een veldexperiment (quasiexperimenteei design) summatief geëvacueerd. In drie van de vier groepen werden sig'^ificante leereffecten gevonden aangaande^et aantal systematische denkstappen. Er^erd deels voldaan aan criteria ten aanzien^on aanwezigheid en volgorde van bepaaldesystematische denkhandelingen. Wij concluderen dat de cursussen effectief zijn en dat hethogelijk is het SP Aconcept te generaliseren^an natuurwetenschappelijk naar sociaalwetenschappelijk leren probleemoplossen.

  • Stichting Centrum voor Onderwijsonder-zoek van de Universiteit van Amsterdam

    J. DRONKERS

    Slavenburg, projectleider en vervolgens directeur van de Rotterdamse School AdviesDienst, was bij de presentatie van de resultaten van het O.S.M.project op het afsluitingscongres ongenadig. Steeds opnieuw benadrukte hij dat de doelen die in 1968 gesteldwaren aan het O.S.M. niet gehaald waren. Deschoolvorderingentoetsen lagen nog ver onder het landelijk gemiddelde en de verbeteringen in zittenblijven en uitstroom naar voortgezet en speciaal onderwijs wilde men niettoeschrijven aan de effecten van het O.S.M.project, omdat deze veranderingen zeer goedhet gevolg konden zijn van een landelijketrend. Terecht merkte Meijnen, een van desprekers, dan ook op dat hij bij lezing van heteindrapport de neiging kreeg het project in bescherming te nemen tegen zijn eigen evaluatoren. Deze niets verbloemende evaluatie vaneigen arbeid is dan ook een van de grootsteverdiensten van het gepresenteerde eindrapport. Helaas kan men dit niet van alle evaluaties van de andere compensatie en stimuleringsprogramma's zeggen.

  • Criteria en evaluatie, een moeilijke combinatie

    J.H. SLAVENBURG

    Dronkers noemt in zijn commentaar geen concrete alternatieven; wèl stelt hij dat sociologische analyses (met betrekking tot de oorzaken van onderwijsongelijkheid) duidelijkgemaakt zouden hebben dat de door O.S.M.gehanteerde evaluatiecriteria niet geformuleerd hadden mogen worden. Naar mijn mening kunnen sociologische noch andere causale analyses over dit onderwerp duidelijkheidverschaffen. Centraal staat de vraag of bepaalde interventies tot effect hebben dat dekansenongelijkheid verminderd of weggewerkt kan worden. Daar is maar op één manier achter te komen: via experimenteren. Sociologische en andere causale analyses kunnenlaten zien welke oorzaken beïnvloed moetenworden, zij kunnen echter niet bij voorbaataangeven hoe groot (of klein) het effect vaneen interventie zal zijn. Op basis van de effectevaluaties van deze interventies kan uiteindelijk gesteld worden of de onderwijsongelijkheid verminderd kan worden of niet; niet opbasis van causale analyses. Kortom, de sociologische analyses bieden geen aanknopingspunten voor het formuleren van evaluatiecriteria; de tot nu toe ondernomeneffectevaluaties van interventies bieden diewellicht wèl. Ik kou. daarop log terug.

  • Het schrijfmodel van Hayes en Flower: een kritische analyse

    L. VANMAELE, J. LOWYCK

    het kader van het onderzoeksproject'Functionele Informatica in het Beroepsonderwijs en het ontwikkelen van basisvaardigheden in lezen en schrijven" werd door het'Onderzoekscentrum voor Educatieve Technologie (Educatec) van de K.U. Leuven gedocht naar een model voor het ontwerpen vanschrijfomgeving voor taalzwakke leerlinSen (Lowyck, De Gelder en Vanmaele, 1987).

  • Differentiatie en selectie in het basisonderwijs

    M.G. WEIDE, G.J. REEZIGT

    Aan het eind van de basisschool stromen leerlingen door naar verschillende vormen vanvoortgezet onderwijs. Er is sprake van selectie, wanneer leerlingen in hun doorstroommogelijkheden worden beperkt. In dit artikelwordt ervan uitgegaan dat dit het geval is wanneer leerkrachten voor een leerling niet tenminste communale doelstellingen nastreven.

  • Vervolgadviezen in relatie tot etniciteit; hoe verhoudenprestaties, gezinsachtergrond en leerkrachtoordelen zich totelkaar?

    P. JUNGBLUTH, CHR. VERHAAK, G. DRIESSEN

    Welke rol spelen leerkrachtoordelen bij detotstandkoming van de vervolgadviezen voorleerlingen uit migrantengroepen? Die vraag"wordt beantwoord aan de hand van data diestammen uit effectiviteitsonderzoek naar Onderwijs in Eigen Taaien Cultuur (OETC). Allereerst blijkt dat de 'prestatiesporen' die leerkrachten uitzetten voor hun leerlingen en hunindruk van het 'onderwijsondersteunendthuisklimaat', duidelijk samenhangen met etniciteit. Beide verbanden verdwijnen evenwel"volledig wanneer gecorrigeerd wordt voor respectievelijk verschillen in toetsscores en insociaaleconomische statuskenmerken vanhet gezin. Het verband tussen vervolgadviesen etniciteit kan dus worden herleid tot nietetnische determinanten; de etnische ongelijkheid in vervolgadviezen verloopt langs mechanismen zoals we die al kennen bij Nederlandseleerlingen. Opnieuw blijkt dat tamelijk arbitraire leerkrachtopvattingen ('welk prestatiespoor voor wie') naast leerprestaties enSociaalEconomische Status (SES) bepalendZijn voor de vervolgadviezen van alle leerlingen, migranten zowel als andere.