Vol 64 Nr 6 (1987)

Gepubliceerd: 1987-01-01

Artikel

  • Verandering van de perceptie van televisiegeweld via een lesprogramma: effecten op korte en middellange termijn

    M.W. VOOIJS, T.H.A. VOORT

    Om kinderen van tien tot twaalf jaar te lerenkritischer naar geweidbeeiden op de televisie tekijken, is een negen lessen tellend lesprogramma ontwikkeld. De kortetermijneffecten vanhet lesprogramma zijn in een tweetal quasiexperimentele veldstudies vastgesteld. In dit artikel wordt het tweede evaluatiee.xperimentbesproken, evenals een recent afgesloten 'followup 'studie waarin voor een deelgroep uit hetexperiment is vastgesteld wat er twee jaar nadato nog van de initiële leseffecten over is.Gebruik is gemaakt van een opzet met voor ennametingen, waarbij negen klassen het lesprogramma ontvangen en negen klassen als controle dienen. Om na te gaan in hoeverre de lessen dekloof tussen de kinderlijke en 'volwassen' perceptie van televisiegeweld overbruggen, is daarnaast vastgesteld hoe een normgroep vanPAstudenten televisiegeweld percipieert. Hetexperiment wijst uit, dal kinderen door de lessenhet geweld van de 'goede partij' ernstiger nemenen minder snel goedkeuren. Daarnaast leidt hetlesprogramma tot meer kennis en een verlagingvan de werkelijkheidswaarde die aan geweldfilms wordt toegekend. Blijkens de 'followup 'studie zijn de twee laatst genoemde ejfecten,en deze alleen, ook twee jaar later nog aantoonbaar aanwezig.

  • Computerondersteund onderwijs bij het basisvermenigvuldigen; een vergelijkend onderzoek

    L. STREEFLAND

    Het is herhaaldelijk aangetoond dat kinderenbij het aanleren van de tafelprodukten ondanksde vele driUoefeningen, hun eigen informelestrategieën blijven gebruiken. In het Project Informatietechnologie en Onderwijs (PION) iseen courseware pakket ontwikkeld, dat de leerlingen niet alleen ondersteunt bij het automatiseren van de tafelprodukten. maar hen ookstimuleert twee informele strategieën te gebruiken. Twee groepen leerlingen uit het IndividueelTechnisch Onderwijs zijn met elkaar vergeleken: één groep werkte met het PIONprogramma en een andere met een computerprogrammadat alleen op het drillprincipe is gebaseerd. Beide groepen bleken vorderingen te maken. Tussen de groepen zijn echter geen verschillengevonden die aan het PIONpakket toegeschreven konden worden. Betoogd wordt dat hetPIONpakket beter tot zijn recht zou komen alsook andere veel gebruikte strategieën in het programma worden geïmplementeerd en als errekening wordt gehouden met de relatie tussende toe te passen strategie en de structuur van devermenigvuldiging.

  • De begrijpelijkheid van leesseries voor beginnende lezers

    A.G. BUS, M. LUNTER

    Omdat jonge kinderen maar een klein aantalwoorden kunnen lezen, moeten de schrijvers vanboekjes voor beginnende lezers met een beperkte vocabulaire werken. Deze restrictie kan leiden tot problematische teksten in het leesmateriaal voor beginners. In het hier gerapporteerdeonderzoek is nagegaan in hoeverre het tekstmateriaal bij 'Veilig leren lezen' en 'Letterstad'coherent is. We verstaan hieronder de matewaarin de ideeën en de relaties daartussen helder zijn weergegeven. Naast het aantal incoherenties is per boekje geteld hoeveel verschillendewoorden erin voorkomen. In de leesserie hij'Veilig leren lezen' zitten meer incoherentiesdan in die bij 'Letterstad'. De correlaties tussende omvang van de woordenschat en het aantalincoherenties indiceren dat problematische teksten deels een gevolg zijn van de restricties bij dewoordkeuze. De praktische implicaties van deanalyses worden bediscussieerd.

  • Verslag van het AERA-Congres 1987 te Washington

    J. Lowyck

    De Annual Meeting van de American Educational Research Association (AERA) vond ditjaar plaats te Washington D.C., waar het hartvan het politieke beleid van de V.S. klopt. Datde bezuinigingen in de onderwijssector en inhet daarmee samengaande onderzoek erg ingrijpend zijn, kon alvast niet worden opgemaakt aan de hand van een dalend aantalparticipanten, wel integendeel.

  • Strategies for large-scale change in education: dilemmas and solutions

    J. Scheerens

    Bij de weergave van poleiuiële oplossingen voordeze dilemma's wordt onderscheid gemaakt in algemen en specifieke strategieën. Algemene strategieënzijn bijvoorbeeld: intensieve, cliëntgerichte begeleiding door deskundige begeleiders, algemene oriëntaties zoals systeemmanagement of implementatieals organisatieontwikkeling en strategieën als netwerkopbouw. Als specifieke strategieën worden devolgende 'indespensable skills' van begeleiders genoemd: het kunnen beheersen en coördineren vandoelstellingen, diagnosestelling en feedback, planningsvaardigheden, staf en leiderschapsontwikkeling en procesbegeleiding.

  • De waarde van de opvoeder-kind dialoog in een instructiecontext. Een vergelijkend overzicht

    p.p. GOUDENA, J.H.A. GROENENDAAL

    In dit artikel wordt een vergelijkend overzichtgegeven van vier onderzoekslijnen op het gebiedvan de taakdialoog tussen opvoeder en kind.Het betreft de diagnostische invalshoek(Blank), de Vygotskiaanse visie (o.a.^Vertsch), een op Piaget gebaseerde visie (Sigel) en de sociolinguïstische benadering (o.a.Wells).Naast theoretische uitgangspunten, observatiesystemen en onderzoeksresultaten komt e.xpliciet de uit de jaren zestig stammendedeficithypothese (kinderen uit lagere sociaaleconomische milieu's zouden door de moeder ten einig cognitief gestimuleerd worden) aan deorde. Uit een schematische vergelijking van devier visies blijkt dat de waarde van de taakdialoog vooral geacht wordt le liggen in het op eenhoger niveau brengen van het cognitieve functioneren van het kind. Geconcludeerd wordt datbestudering van de invloed van de specifiekecontext (thuisschool) op de taakdialoog toenemend de aandacht heeft. De deficithypothe.selijkt aan betekenis te hebben ingeboet.

  • Kan de impasse in het creativiteitsonderzoek doorbroken worden?

    B.J.M. WOLTERS

    Sinih de jaren vijftig is 'creativiteit' een op devoorgrond tredend onderwerp in de psychologie: in theorievorming, onderzoek, in pogingenlot toepassing in de testpraktijk en in het onderwijs. De resultaten stellen teleur. Met name depogingen ont via creativiteitstrainingen een bijdrage te leveren aan de onderwijsvernieuwingzijn verzand.

  • Zelfwaardering en onderwijsleerprestaties van Turkse kinderen

    M. VERKUYTEN, W. JONG

    In dit artikel worden twee veronderstellingenonderzocht, die achter de gedachte liggen datzelf en identiteitsproblemen van Turkse kinderen een storende werking hebben op hun onderwijsleerprestaties. Ten eerste de vraag ofTurkse kinderen lagere zelfwaardering hebbendan Nederlandse leeftijdgenoten en ten tweedeof er een samenhang is tussen zelfwaardering enleerprestaties. De resultaten geven aan dat deTurkse kinderen geen lagere zelfwaarderinghebben. De tweede veronderstelling vindt voorde Turkse kinderen wel ondersteuning in onsmateriaal. Ter afsluiting wordt ingegaan op demogelijke richting van de relatie tussen zelfwaardering en leerprestaties. Aandacht wordtgevraagd voor goede leerprestaties als factorwaar Turkse leerlingen positieve gevoelens omtrent henzelf aan kunnen ontlenen.

  • Is er hoop na het HOOP?

    W.H.F.W. WIJNEN

    Het is indrukwekkend, omdat het beleid met betrekking tot de instellingen voor hogeronderwijs in één geheel en op een samenhangende wijze is gepresenteerd. Het maaktindruk, omdat een aantal onvoorziene ontwikkelingen op uiteenlopende gebieden op een heldere wijze zijn beschreven en geanalyseerd. Het imponeert door de gigantischehoeveelheid cijfermateriaal, die er met betrekking tot de instellingen voor hoger onderwijswordt aangereikt.

  • Leraren voor morgen en overmorgen

    S. Veenman

    Een jaar geleden verschenen in Amerika tweebelangwekkende rapporten over hel opleidenvan leraren voor het basis en voortgezet onderwijs. In april 1986 publiceerde de HolmesGroup' haar rapport Tonwrrow's Teachers, inmei gevolgd door het rapport A Nation Prepared: Teachers for the 2Ist Century van de TaskForce on Teaching as a Profession van de Carnegie Forum on Education and the Economy.Gerenommeerde tijdschriften als Phi DeltaKappan (1986), Journal of Teacher Education(1986) en Tcachers College Record (1987)hebben via themanummers uitgebreidaandacht besteed aan de inhoud ervan^ Derapporten zijn geprezen en bekritiseerd, maaralom is men het er over eens dat het belangrijke en gezaghebbende publikaties zijn, nietalleen met betrekking tot het opleiden vanleraren, maar ook met betrekking tot het onderwijs in het algemeen.