Vol 102 Nr 2 (2025)

Gepubliceerd: 2025-08-27

Empirische Studie

  • Learning outcomes of exploratory talk in collaborative activities

    Jan T'Sas, Sven De Maeyer
    119-160

    How effective are collaborative activities for students’ learning? Among the many studies which
    suggest an answer to this question, a considerable number proposes one important condition: the use of exploratory talk. Over the last decades significant UK experiments on this matter have been repeated, refined or elaborated upon in other countries. As direct replicator studies are an important means to generalise results in different contexts, a similar study was set up in Flanders, the Flemish part of Belgium.
    During a two-year quasi-experiment groups of eleven and twelve year old primary school students were taught the basic principles of exploratory talk and put these into practice in group assignments for eight consecutive weeks. Pre- and post-tests included measurement of reasoning and problem solving skills.
    The results confirm the original UK study as described in Mercer et al. (1999) as well as other, similar studies: students of the experimental group improved their reasoning and problem solving skills at group level significantly, whereas control groups made no such progress.

  • De rol van een tweejarig professionaliseringstraject in het versterken van begrijpend leesonderwijs in de basisschool

    Marieke Vanbuel, Carolien Frijns, Goedele Vandommele
    161-190

    De voorbije jaren werd er sterk geïnvesteerd in de professionalisering van leraren en schoolteams voor begrijpen lezen, maar onderzoek naar de evaluatie ervan blijft beperkt. In deze studie gaan we na in welke mate een tweejarig professionaliseringsinitiatief (2020-2022) voor leraren kan bijdragen aan verandering van zelfgerapporteerde klas- en schoolpraktijken met betrekking tot begrijpend lezen. Aan de hand van een pre- en posttestmeting bij 86 leraren uit 29 lagere scholen onderzoeken we in welke mate leraren evolueren in het denken over begrijpend leesdidactiek, en gaan we na of het leesbeleid van hun school verbetert.
    De resultaten tonen aan dat leraren zich niet sterker voelen op het vlak van begrijpend leesdidactiek in het algemeen maar wel voor de implementatie van vijf specifieke sleutels voor begrijpend leesdidactiek. Er is ook meer samenwerking onder collega’s, en leraren wisselen onderling meer ervaringen en materialen uit over begrijpend leesonderwijs. Er liggen echter voor alle deelnemende leraren nog kansen op het vlak van gezamenlijke doelgerichtheid.

Review Studie

  • Persoonsvorming op school: een conceptuele analyse

    Peter Elshout, Doret De Ruyter, Mascha Enthoven
    191-215

    In het Nederlandse debat rond vorming en onderwijs bestaat onduidelijkheid over de betekenis van het woord persoonsvorming. Dit belemmert de discussie over normatieve en empirische vraagstukken rond persoonsvorming.
    Een conceptuele analyse is uitgevoerd om de regels voor het gebruik van het woord persoonsvorming te verhelderen. Zowel het concept ‘vorming’ als het concept ‘persoon’ is generiek en differentiërend geanalyseerd. Dit heeft geleid tot een generieke beschrijving van persoonsvorming als ‘blijvende invloed op kenmerkende eigenschappen van een menselijk subject’. Binnen deze beschrijving hebben we drie manieren onderscheiden waarop de betekenis van ‘persoonsvorming’ kan verschillen, en die bepalen wanneer er sprake is van persoonsvorming. Zo kan persoonsvorming als beschrijvende of voorschrijvende term worden gebruikt, als intentiewoord of als resultaatwoord, en voor vorming tot persoon of vorming van personen.
    Op basis van onze analyse stellen wij voor om de term ‘persoonsvorming’ te gebruiken voor de generieke beschrijving en niet voor meer specifieke betekenissen. Dit generieke concept vormt de basis voor verschillende betekenissen en voor verschillende concepties. Dit zijn normatieve interpretaties van persoonsvorming. Scherp gebruik van het verschil tussen concept en concepties en de verschillende betekenissen, zou voor meer helderheid in de discussie kunnen zorgen.

Discussiebijdrage

  • Een verdiepende rationale voor curriculumontwikkeling

    Kevin Zweeris, Dineke Tigelaar, Fred Janssen
    216-235

    Er is in het afgelopen decennium veel aandacht geweest voor curriculumhervorming op alle niveaus van curriculumontwikkeling (micro, meso, macro) in Nederland. De doeldomeinen kwalificatie, socialisatie en persoonlijke ontwikkeling worden voortdurend voorgesteld als een richtinggevende rationale voor curriculumontwikkeling. Ondanks aanzienlijke inspanningen om het curriculum op nationaal niveau te herzien, is de gewenste herziening niet bereikt en het meest recente hervormingsinitiatief weerspiegelt een smalle opvatting over de doelen van onderwijs. Het doel van dit artikel is om curriculumhervormingen in Nederland kritisch te bespreken en een meer rationale voor te stellen, voortbouwend op de doeldomeinen, die meer richting biedt in het denken over doelen van onderwijs. Voor elk niveau van curriculumontwikkeling wordt een casus gepresenteerd om te illustreren hoe het voorgestelde kader ingezet kan worden om inzichten te verkrijgen in posities ten aanzien van onderwijsdoelen en hoe deze inzichten dialogen over curriculumontwikkeling kunnen ondersteunen. Tot slot wordt betoogd dat de verschillende posities in de voorgestelde rationale in toekomstige curriculumhervormingen als complementair op lange termijn moeten worden beschouwd, in plaats van onverenigbaar op korte termijn.