Vol 89 Nr 2 (2012)

Gepubliceerd: 2012-01-01

Artikel

  • Effecten van begeleid hardop lezen van teksten op technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en leesplezier bij zwakke lezers in de leerjaren vier tot en met zes

    H. Blok, R. Oostdam, C. Boendermaker

    Bijna elke basisschool kent leerlingen die in de fase van het voortgezet technisch leesonderwijs ernstig achterblijven. Zulke leerlingen kenmerken zich door een traag leestempo of door het maken van veel fouten. In dit onderzoek is nagegaan of de methodiek begeleid hardop lezen van teksten een effectieve remedie is. Begeleid hardop lezen houdt in dat een leerling hardop een tekst leest, terwijl een ervaren lezer de voortgang controleert en zo nodig hulp of instructie geeft. Aan het onderzoek hebben 126 zwakke lezers meegedaan, verdeeld over drie leerjaren (4, 5 en 6) en acht scholen. De leeshulp is één-op- één aangeboden, ofwel in de variant Opnieuw Lezen, ofwel in de variant Verder Lezen. Een derde groep leerlingen, de controlegroep, kreeg de leeshulp niet. De duur van de leeshulp bedroeg 48 leessessies van 20 minuten, in principe vier sessies per week. De onderzoeksopzet voorzag in een voormeting, twee tussenmetingen, een nameting en een retentiemeting. De uitkomsten laten zien dat begeleid hardop lezen effectief is ten aanzien van technisch lezen (lezen van woordrijen en van tekst) en leesplezier. Effecten op begrijpend lezen en woordenschat konden niet worden aangetoond. Tussen de twee varianten Opnieuw Lezen en Verder Lezen is geen verschil in effectiviteit, evenmin als tussen leerlingen uit verschillende leerjaren.

  • Effecten van het computerprogramma TiO-schrijven op de schrijfvaardigheid van leerlingen in groep acht: een longitudinaal onderzoek

    T. Pullens, H. Ouden den , W. Herrlitz, H. Bergh den van

    Onderzoek toont aan dat de schrijfprestaties van leerlingen in de basisschool grote tekorten vertonen. Leerlingen schrijven te weinig en krijgen te weinig gerichte instructie in schrijfstrategieën. In een longitudinaal experiment is onderzocht welke effecten te meten zijn als leerlingen in groep acht op intensieve wijze gedurende één schooljaar gebruik maken van het computerprogramma TiOschrijven. Dit programma biedt ondersteuning vóór, tijdens en ná het schrijven in de vorm van voorbeelden en aanwijzingen. De effecten van TiO-schrijven zijn vergeleken met twee andere condities. In de ene conditie schreven de leerlingen wekelijks, net zoals in de TiO-conditie, met gebruikelijke instructies van de leerkracht zonder gebruik van de computer. In de andere conditie schreven de leerlingen één maal per maand een opstel. Aan het begin, in het midden en aan het eind van het schooljaar hebben 186 leerlingen opstellen geschreven in vier genres: een brief, verhaal, persoonlijk verhaal en redenering. Alle opstellen zijn beoordeeld door jury’s van drie beoordelaars. Er zijn opvallende effecten aangetoond van de inzet van TiO-schrijven. Leerwinst kon al na een half jaar vastgesteld worden. Ook aan het eind van het schooljaar kan de leerwinst ten gevolge van TiO-schrijven aangetoond worden. De mix aan didactische maatregelen in TiO-schrijven, gecombineerd met intensief oefenen, moet hiervoor de verklaring zijn.

  • Kwaliteitsindicatoren van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs

    J. Scheerens, J. Ravens van , H. Luyten

    In dit artikel wordt stilgestaan bij het typeren van onderwijskwaliteit, de operationalisering van relevante factoren als onderwijsindicatoren, en het illustreren van de toepassing ervan op het basis- en voortgezet onderwijs in Nederland. Het welbekende elementaire systeem model, dat onderwijs opvat als een productieproces dat gevoed wordt door bepaalde invoer en uiteindelijk tot bepaalde opbrengsten leidt, wordt als basisstramien gekozen om facetten van onderwijskwaliteit weer te geven. Deze facetten zijn: productiviteit, effectiviteit, efficiency, gelijkheid en responsiviteit. De elementen van het systeemmodel zijn verder bruikbaar om input, proces, context en opbrengst indicatoren te onderscheiden, waarbij het accent in dit artikel vooral op opbrengstindicatoren ligt. Bij de analyse van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs worden gegevens op internationale en nationale prestatietoetsen en gegevens over bereikte onderwijsniveaus naast elkaar gezet. Dit leidt tot de conclusie dat Nederland internationaal duidelijk bovengemiddeld scoort op prestaties, maar eerder in de buurt van het gemiddelde blijft als het gaat om bereikt onderwijsniveau. Dit patroon van uitkomsten wordt gezien als teken van selectiviteit en nader verklaard door de sterke mate van stratificatie van het Nederlandse onderwijsbestel. Gesteld wordt dat er ruimere kans voor verbetering ligt op het vlak van de verkleining van de selectiviteit, in plaats van alle kaarten te zetten op prestatieverbetering.

  • Boekbespreking: Teachers’ sense of their professional identity

    P. Brok den