Vol 74 Nr 5 (1997)

Gepubliceerd: 1997-01-01

Artikel

  • Schoolgedrag opnieuw gemeten

    W.C.M. Bleichrodt

    In dit artikel staat de gereviseerde SchoolgedragBeoordelingslijst (SCHOBLR) centraal. De vragen in het onderzoek dat met de SCHOBLRwerd uitgevoerd betreffen de factorstructuurVan het Instrument en de stabiliteit hiervan over'eeftijd, de mogelijkheid om het gedrag van hetindividuele kind in zoveel mogelijk inhoudelijkValide gedragsclusters te beschrijven, de seksespecificiteit en het leeftijdsbereik van de vragenlijst en de samenhang tussen sociaalemotioneel gedrag zoals gemeten met de SCHOBLR®n intelligentiescores en schoolprestaties.

  • Leren lesgeven met het directe instructïemodelop de tweedegraads lerarenopleiding

    S. Veenman, J. Bakermans, Y. Franzen, M. Hoof van

    Om de implementatieeffecten te bepalen vaneen programma over effectieve instructie voorde tweedegraads lerarenopleiding is een quasiexperimenteei onderzoek uitgevoerd. Vóór enna de training zijn bij de studenten observatiesverricht. Zij blijken na het volgen van het trainingsprogramma de geselecteerde instructievaardigheden over het algemeen beter uit tevoeren dan vóór het programma. Het programma blijkt geen invloed te hebben op het taakgerichte gedrag van de leerlingen. Volgens hetoordeel van de mentoren passen de getraindestudenten de gewenste instructievaardighedenniet beter toe dan de nietgetrainde studenten.Het programma wordt door de studenten endocenten positief beoordeeld.

  • Wat doen kleuters en leerkrachten in groep 2 van het basisonderwijs?

    D. Aarnoutse

    In dit onderzoek wordt nagegaan welke activiteiten en talige gedragingen leerlingen en leerkrachten van groep 2 van het basisonderwijsuitvoeren en hoeveel tijd deze activiteiten engedragingen In beslag nemen. Op acht 'doorsnee' scholen werd gedurende twee ochtendenen twee middagen een kind in groep 2 geobserveerd. Daarbij werd gebruik gemaakt van eenobservatieinstrument dat bestond uit viervariabelen: tijd, setting, activiteit en gedrag vanhet kind. Uit het onderzoek blijkt dat er in groep2 gedurende een dag veel psychomotorischeactiviteiten plaatsvinden en relatief weinig cognitieve. De belangrijkste conclusie is dat er in depraktijk van de kleutergroep weinig sprake isvan Interactie tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlingen onderling. Uit degegevens kan worden afgeleid dat het taalaanbod in groep 2 uitgebreid en verbeterd kanworden.

  • Onverwerkt verlies, gedesorganiseerde gehechtheid enbeangstigend opvoedersgedrag: Een vooronderzoek

    C. Schuengel, M.H. IJzendoorn van , M.J. Blom

    Onverwerkt verlies bij ouders blijkt samen te gaan met gedesorganiseerde gehechtheid bij jonge kinderen (Van IJzendoorn, 1995). Een verklaring die is geopperd voor dit verband veronderstelt dat deze ouders zich beangstigendgedragen (Main en Hesse, 1990). We observeerden het gedrag van 16 moeders bij hen thuis.Onverwerkt verlies werd vastgesteld op basis^an het gehechtheidsbiografisch interview(George, Kaplan en Main, 1985). Gedesorganiseerde gehechtheid stelden we vast in deVreemde Situatie procedure. Beangstigendgedrag bleek voor te komen tijdens de thuisobservaties, en samen te hangen met onverwerkt verlies. We vonden echter vooralsnoggeen samenhang tussen beangstigend gedragen desorganisatie.

  • De Onderwijsresearchdagen 1997 in Leuven, 21-23 mei 1997

    J.N. Streumer

    In zijn inleiding verantwoordde Erik deCorte, voorzitter van de organisatiecommissie,de keuze van dit centrale thema: op dit momentgeniet het thema op internationaal niveauï^ime belangstelling in kringen van onderzoekers, het beleid en de praktijk van hetonderwijs. Het belang van cognitieve en metacognitieve vaardigheden als hefbomen vanleren wordt in toenemende mate beklemtoond,aldus De Corte.