Vol 72 Nr 5 (1995)
Artikel
-
Opvoedingsmaten: Convergente en discriminante validiteit
Het doel van deze studie is het bepalen van deconvergente en discriminante validiteit van verschillende maten voor drie opvoedingsconcepten: ondersteuning, autoritatieve controle enrestrictieve controle. Om de opvoedingsconcepten te meten is gebruik gemaakt van observaties tijdens maaltijden en tijdens taaksituaties,interviews met ouders, een vragenlijst voorouders en een voor kinderen, en ratingschalen.Aan deze studie hebben 89 moeders en 65 vaders en hun 89 kinderen deelgenomen (leeftijd1013 jaar). De convergente en discriminante validiteit zijn getoetst door middel van MTMManalyses, exploratieve factoranalyses en LISRELanalyses. De convergente validiteit van de drieopvoedingsconcepten is bevredigend, hoewelde correlaties tussen de verschillende maten vaneenzelfde concept niet zo hoog zijn als werdverwacht. De discriminante validiteit van de maten voor de drie opvoedingsconcepten is laag:maten voor ouderlijke ondersteuning en controle blijken onderling hoog samen te hangen.
-
Het verbeteren van tekstverwerkingsstrategieën bij zwakke lezers via lezen en luisteren
Onderwijs in begrijpend leesstrategieën aanzwakke lezers is vaak moeilijk, vanwege hunwoordidentificatieproblemen. De vraag is: kunnen we bij zwakke decodeerders die tevenszwak begrijpend lezen tekstverwerkingsstrategieën ontwikkelen via lezen en luisteren? Detweede vraag is of programmaeffecten ookbeïnvloed worden door het luisterniveau van dekinderen. Met andere woorden: profiterengoede en zwakke luisteraars verschillend vanhet programma? Het onderzoek tracht op dezevragen een antwoord te geven. Leerlingen vangroep 6 van het basisonderwijs die zwak in decoderen en begrijpend lezen waren, kregen onderwijs in een viertal strategieën, namelijk: ophelderen van onduidelijkheden, stellen vanvragen, maken van een samenvatting en voorspellen van het verdere verloop van een tekst.Deze strategieën werden door middel van de'reciprocal teaching'procedure in een lees enluistersituatie bij de kinderen ontwikkeld (Palincsar enBrown, 1984). Om het effect van hetprogramma na te gaan, zijn voor en na de interventie verschillende tests voor begrijpend lezen, luisteren en strategiegebruik afgenomen.De experimentele groep bleek na de interventiebeter te presteren op de tests voor begrijpendlezen en begrijpend luisteren dan de controlegroep. Het luisterniveau bleek daarbij niet vaninvloed.
-
Taalvaardigheid Papiamentu en Nederlands van leerlingen
In dit artikel wordt een onderzoek besprokennaar het taalvaardigheidsniveau van de eersteen de tweede taal van kinderen op het eilandCurafao. Op Cura^ao, dat een deel is van de Nederlandse Antillen, is Papiamentu de voertaal inhet gezin en de wijdere omgeving, terwijl hetNederlands de officiële instructietaal op schoolis. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de taalvaardigheid in zowel het Papiamentu als het Nederlands bij een proefgroep van 200 kinderen ingroep 7 van de basisschool op Cura^ao. Daarbijis onderscheid gemaakt tussen taken voor taalbegrip: lexicon, syntaxis en tekstbegrip enerzijds en decodeervaardigheid anderzijds. Uit deresultaten blijkt duidelijk dat het niveau vantaalbegrip beter ontwikkeld is in het Papiamentu, dan in het Nederlands. Het is echter opvallend dat het niveau van decodeervaardigheid in het Nederlands hoger is dan in hetPapiamentu. De resultaten verschaffen tevensinzicht in de samenhang tussen taalvaardigheden, sociolinguïstische factoren en de achtergrondkenmerken van de kinderen.
-
Begripsvaliditeit van de Amsterdamse Kindergedragslijst
De Amsterdamse Kindergedragslijst (AKGL) iseen korte gedragslijst voor de beoordeling van gedrags en emotionele problemen bij leerlingen. De lijst bestaat uit vier schalen: Aandachtstekort, Rusteloosheid, Agressief gedrag enAngst/onzekerheid. Nagegaan is in hoeverre deschalen van de AKGL samenhangen met vergelijkbare schalen uit de leerkrachtversie van deChild Behavior Checklist (TRF). Daartoe hebbenleerkrachten van 94 scholen beide lijsten ingevuld voor in totaal 454 leerlingen. De resultatengeven aan dat de schalen uit de AKGL redelijktot goed samenhangen met overeenkomstigeschalen uit de TRF. Geconcludeerd wordt dat deAKGL met name geschikt lijkt voor het identificeren van gedragsproblemen en minder bruikbaar lijkt voor het vaststellen van emotioneleproblemen.
-
De Onderwijsresearchdagen 1995 in Groningen: 19-21 juni 1995
Van 19 tot en met 21 juni vonden de jaarlijkse Onderwijsresearchdagen (ORD) plaats. Deze keer in Groningen onder auspiciën van de Vereniging voor Onderwijsresearch (VOR) georganiseerd door het Gronings instituut vooronderzoek van onderwijs, opvoeding en ontwikkeling (GION) van de RijksuniversiteitGroningen.
-
Contexts for learning. Sociocultural dynamicsin children's development
In het afgelopen decennium is de aandacht voorhet werk van Vygotskij in Amerika enorm toegenomen, vooral dankzij het werk van Michael Cole en James Wertsch. Behalve vertalingen vanhet werk van Vygotskij en publikaties over Vygotskij's denkbeelden (bijv. Wertsch, 1985; Kozulin, 1990; Van der Veer en Valsiner, 1991,1994) hebben Amerikaanse onderzoekers delaatste jaren veel geïnvesteerd in onderzoek naarde implicaties van Vygotskij's denkbeelden voorreële onderwijs en opvoedingspraktijken. Opbijeenkomsten als de AERAconferentie zijnook de bijdragen vanuit de Vygotskiaanse optiekniet meer weg te denken.