Vol 55 Nr 4 (1978)
Artikel
-
Leren aan schoolproblemen; praktijkgerichte naschohng van docenten
Organisatie voor Economische Samenwerking enOntwikkeling (OESO) konkludeerden tot een aantalcentrale probleemgebieden betreffende de nascholing van onderwijsgevenden , waarbij hoge prioriteitwerd toegekend aan de rol van de individuele schoolbij nascholing. Dit laatste thema werd onder de titel:Schoolfocused Inset (d.w.z. Inservice Educationand Training) het onderwerp van een serie congressen te Stockholm (1976), München (1977), WestPalm Beach (1977) en Boumemouth (1978). Hetoverleg en de besluitvorming m.b.t. internationalesamenwerkingsprojecten spitsten zich gaandewegde conferenties toe op:
-
Middelbare scholieren en hun problemen
De invoering van de Mammoetwet in 1968 heeft ingrijpende veranderingen teweeg gebracht in het algemeen voortgezet onderwijs. Verschillende^chooitypen werden in scholengemeenschappen"'jeengebracht. Veel van deze scholengemeenschappen hebben door het grote tot zeer grote^rlingenaantal en door het bestaan van verschillende schooltypen naast elkaar (MAVO, HAVO,^WQ) in één organisatie een komplexe struktuur.
-
Derde conferentie van het Nederlandstalige Gezelschap voor de Vergelijkende Studie van Onderwijs en Opvoeding (N.G.V.O.), 15-17 maart 1978.
Aan de hand van de verschillende bijdragen en discussies die erover gevoerd zijn, werd duidelijk o®gemeenschappelijke ontwikkelingen t.a.v. de leerkrac"'tenoopleidingen in de verschillende landen konden wordeonderkend: m.n. de tendens de gescheidenheid van ^opleidingen te doorbreken, de opleidingen onderbrengen bij het hoger onderwijs en het niveau vanonderwijskundigdidaktische scholing van de a.s. le^'kracht te verhogen.
-
Het kringgesprek
anderen te hanteren,p^et eerste deel van Basisboek wordt ingegaan op de^ olematiek van het kringgesprek voeren en op zakenl^^s de opbouw van de kring, de kommunikatie in deen het leiden van de kring. Het ligt in de bedoeling®en groepen iedere dag gedurende 2030 minutenVan ""ßgesprek te voeren en geleidelijk aan met behulpgT dubbele kringen ('praatkring' en 'luisterkring') deVg^^P "'t te breiden. De leerkracht neemt bij de opstellingPI kring (cf. schema pag. 44) o.i. een ietwat te centraleVgj^'s in. Essentieel voor het kringgesprek is de tolerante,araagzame houding ten opzichte van elkaar en deVj^^^'l'ng en bevestiging van de ;inder. Het is daaromdg i^oot belang dat er een goede sfeer hangt, iedereen aanSem komt, eenieder n;uir elkaar luistert en er nietjg'^oraliseerd wordt. Om de kinderen te laten merken dat'eerkracht goed naiu" hen luistert en hun gevoelensd.^^P'eert, wordt er gebruik gemaakt van het 'spiegelen',^an H letterlijk herhalen of in grote lijnen weergevenh^ ^ woorden van het kind. In de tweede klas en deove leeijaren wordt tevens aimdacht besteed aan dehg^'^'icht van de leidersrol aan de kinderen, enerzijds omj® betreffende vaardigheden aan te leren en anderzijds()1 "e kommunikatie tussen de kinderen onderling te^Vorderen.
-
Hedendaagse theorieën over het leesproces en de structuurmode voor aanvankelijk lezen, deel 1
dit artikel worden de achtergronden belicht van de^'''Uctuurmethode voor aanvankelijk leesonderwijsy Wordt deze geconfronteerd met enkele heden'^lagse theorieën over het leesproces. Met name^^prdt aandacht besteed aan informatievenver'^Ssmodellen en psycholingidstische theorieën,^'racht wordt aan te geven in hoeverre er relaties^^legd kunnen worden tussen het leesproces bij de^^oefende lezer en de doelstellingen van het'Aanvankelijke leesonderwijs. Vervolgens wordt de"gungssituatie van het lezen lerende kind gewaarbij de ontwikkeling van het psycholinf^istische bewustzijn wat meer op de voorgrond^'ordt geplaatst. is ongeveer twintig jaar geleden dat de termstructuurmethode' voor aanvankelijk lezen werd®^'ntroduceerd (Cesariiis, 1958). Toen werd de^■^vachting uitgesproken dat de tegenstelling/^ssen globiuilmethoden en analytischsynthetische^k^thoden geleidelijk vrijwel geheel zou verdwijnen,^^n synthese tussen deze twee soorten methoden^""d aangeduid met de naam structuurmethode op^ond van de volgende twee redenen: 1) Bij een^''gelijke methode zal van begin af aan bewust en
-
Analyse van het optellen en aftrekken op de basisschool
Dit artikel is het resultaat van onderzoek op hetgebied van het leren rekenen binnen het door destichting voor onderzoek van het onderwijs gesubsidieerde projekt kwantiwijzer (5VOprcye^f 0327). Inde inleiding wordt kort ingegaan op de doelen van ditprojekt en de opvattingen omtrent diagnostiek.Vervolgens wordt een overzicht gegeven van debestaande kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeken en testen op het gebied van het optellen enaftrekken op de basisschool. Hierop volgt een beschrijving van de drieonderzoeken waar de analyse van het optellen enaftrekken, zoals dat geobserveerd werd, op gebaseerd is. In deze analyse worden de handelingenbeschreven aan de hand van de verkortingen dieplaatsvinden door herstrukturering van opgaven opgrond van de eigenschappen van het getallensysteem. Daarbij komen aan de orde: kommutativiteit,tientalligheid en inwisselen, en het positiestelsel.
-
Behandeling van een schoolfobie, een gevalsbeschrijving
Vanuit het project 'Onderwijs en Sociaal Milieu'werd een meisje van 9 jaar en II maandenbehandeld voor een schoolfobie en vervolgens vooreen vorm van scheidingsangst. De gehele behandeling werd uitgevoerd door een paraprofessional diewekelijks supervisie op het project ontving. Debehandeling van de schoolfobie startte vanuit eenklassiekgedragstherapeutische benadering via systematische desensitisatie in vivo en ging vervolgensover op een operantgedragstherapeutische benadering. De scheidingsangst werd met een vorm vansystematische desensitisatie in vivo behandeld. Het project Onderwijs en Sociaal Milieu (O.S.M.)tracht reeds een aantal jaren in twee wijken inRotterdam de school en leersituatie van kansarmekinderen te verbeteren. Een aantal activiteiten vanhet project O.S.M. is er op gericht om opvoedershulp te verlenen bij gedragsproblemen van kinderenop school of in het gezin. (Magito en Jongeneel 1977;Magito en Constandse, 1978). Voor deze hulpverlening wordt als uitgangspunt een werkmodel gehanteerd, dat organisatorisch als een viertrapsmodel kanworden gekenschetst en dat inhoudelijk op deoperante gedragstherapie is gebaseerd (Tharp enWetzel, 1969).
-
Jong gedaan - oud geleerd
Het boek geeft zowel op theoretisch als praktisch niveau goede aanknopingspunten voor docenten die willenexperimenteren met projectonderwijs in het voortgezetOnderwijs. Dolné wil hiermee een bijdrage leveren tot deSedachtenvorming over nieuwe onderwijsvormen die■^eeraansluiten bij de uitgangspunten van de contourenno
-
Hedendaagse theorieën over het leesproces en de structuurmethode voor aanvankelijk lezen, deel 2
Gedachten en ideeën werden rechtstreeks overgebracht door afbeeldingen, zonder tussenkomst van de gesproken taal. Het was louter een beeldtaal,enerzijds gemakkelijk te begrijpen was, maar dieanderzijds vrij beperkt was in haar mogelijkheden als^onimunicatiemiddel. Een volgende, belangrijke^jap was, dat gesproken woorden werden voorgepeid of aangeduid met tekens (pictogrammen ofppgrammen). Hierdoor werden de gebruiksmoge"Jkheden van het schrift aanzienlijk uitgebreid, maargeheugen werd in sterke mate belast, omdat voorWoord een bepaald teken moest worden®?memoriseerd. Tensotte werden schriftsystemen'tgevonden waarvan de basiselementen spraak^anken representeerden.
-
De conceptie van de klassikale volksschool in de Nederlanden, begin 19de eeuw
Tegen het einde van de 18de eeuw begon depedagogische beweging in het Noorden wortel teschieten. In het streven naar een veralgemeend enbeter volksonderwijs vormde het pleidooi voor desimultane methode, met de daaraan beantwoordende schoolstructuur, een cruciaal gegeven. Menconcipieerde als ideaalbeeld een drieklassige volksschool met verdere differentiatiemogelijkheden.Daarmee was het fundament voor de klassikalevolksschool gelegd, al behield men een ruime matevan flexibiliteit in de interne organisatie. Meerderefactoren maakten de klassikaalgelijktijdige aanpakwenselijk. Efficiënt onderwijs, dat de doelstellingenvan de Bataafse volksschool moest realiseren,gebeurde het best langs deze werkvorm. Maar ookten aanzien van de opvoeding bood deze werkwijzede meeste garanties. Bekijken we de hedendaagse Belgische volksschool, dan valt, met betrekking tot haar interneorganisatie, onmiddellijk de indeling in elkaaropeenvolgende leeijaren op'. In de meeste gevallen^komen die leerjaren overeen met afzonderlijkeklassen, die men kortweg jaarklassen noemt. Eenjaarklas kan men dus omschrijven als een klaswaarin de leerlingen, althans in principe, op basisvan hetzelfde geboortejaar worden gegroepeerd^.
-
Intelligentie en rekenen; pleidooi voor een meer procesmatige benadering van het intelligentiebegrip
In het genoemde artikel geven de auteurs eenverslag van een onderzoek waarin getracht werdenkele relaties op te sporen tussen enerzijds eenaantal psychologische vaardigheden, uitgedrukt infaktoren van het hiërarchisch intelligentiemodel, enanderzijds het technisch en begrijpend rekenen. Bijeen steekproef van 120 LOMleerlingen werden eengroot aantal tests afgenomen waarvan werd aangenomen dat daarmee faktoren in kaart kondenworden gebracht die relevant zouden kunnen zijnvoor het technisch en/of begrijpend rekenen.Faktoranalyse op deze testgegevens leverde vierfaktoren op: (1) een faktor met een numeriek aspekten een aspekt dat betrekking had op schoolsevaardigheden, (2) een gfaktor, waarop tevens devisueelruimtelijke variabelen hoog laadden, (3) eenverbale faktor, en (4) een geheugenfaktor.