Vol 66 Nr 4 (1989)

Gepubliceerd: 1989-01-01

Artikel

  • Lesgroepssamenstelling, onderwijsproces en leesresultaten in het LOM-onderwijs

    B. SCHONEWILLE

    Deze bijdrage aan de themaserie 'Instructievan kinderen met ernstige leerproblemen' ( Vander Leij en Kappers, 1989) bevat een verslag vaneen onderzoek naar de samenhang tussen eenkenmerk van de vormgeving van het onderwijs(de lesgroepsheterogeniteit), het onderwijsproces zelf (tijdsbesteding van leerkracht en leerlingen) en de resultaten ervan (prestatietoename). Verspreid over schooljaar 86/87 werd bij20 leerkrachten (318 leerlingen) van middengroepen in het LOMonderwijs gedurende 10leeslessen gedrag van leerkracht en leerlingensynchroon doch apart geobserveerd. Tevenswerden het beginniveau van technisch lezen (datook de basis vormde voor bepaling van de lesgroepsheterogeniteit) en het eindniveau bepaald. Onderlinge verbanden tussen leerkrachtgedrag, leerlinggedrag en onderwijsresultatenworden geanalyseerd tegen de achtergrondvraag naar effecten van lesgroepssamenstellingdoor vergelijking van homogene en heterogenegroepen.

  • Beroepsonderwijs in modulen: aanzetten en verwachtingen

    G.J. MEESTERBERENDS-HARMS, A.F.M. NIEUWENHUIS

    Het afgelopen decennium en met name delaatste driejaar is moduleren sterk gepropageerd voor het initiële beroepsonderwijs (zowel in dagschool als in leerlingwczenvcrband). Moduleren wordt als hét middel gezientegen vele kwalen die het beroepsonderwijskent. Als zodanig duikt het begrip steeds va

  • Culturele oriëntatie en leerprestaties Nederlandse taal van Turkse kinderen

    W. JONG , M. VERKUYTEN

    In dit artikel wordt ingegaan op de vraag naarde relatie tussen culturele oriëntatie van Turksebasisschoolleerlingen en hun begripsmatigebeheersing van de Nederlandse taal. Uitgangspunt is dat niet zozeer de richting van deculturele oriëntatie van belang is, maar vooralhet samenspel van deze oriëntatie met de gevoelsmatige houding die mensen ten aanzien vanzichzelf hebben. A Is met dit samenspel rekeningwordt gehouden zien we duidelijke verschillen inleerprestaties. De twee categorieën Turkse jongeren die de beste resultaten behalen, zijn zij dieop beide culturen of op de Nederlandse cultuurgericht zijn én gevoelsmatig positief ten opzichte van zichzelf staan. In het geval er sprake isvan een negatieve houding ten opzichte van zichzelf behalen deze beide categorieën de laagsteresultaten. Ter afsluiting wordt ingegaan op debetekenis van deze gegevens voor het onderwijsen voor onderwijskundige discussies.

  • VTO taalscreening 3- tot 6-jarigen; de ontwikkeling van een taalscreeningsinstrumentarium voor gebruik in de Jeugdgezondheidszorg.

    J.H.A. Groenendaal

    Het boek is de handelsuitgave van de dissertatie vanMw. E. Gerritsen (vakgroep Ontwikkelingspsychologie R.U. Leiden) en vormt als zodanig de verantwoording van een taalscreeningsinstrumentariumvoor 3 tot 6jarigen. Het instrumentarium is hetresultaat van een deel van het onderzoeksprojectVTOTaal O tot 6jarigen, dat in 1981 op verzoekvan de Landelijke Commissie Vroegtijdige Onderkenning van Ontwikkelingsstoornissen van start isgegaan. Voor het deel VTOTaal O tot 3jarigenverwijs ik naar de diverse voortgangsrapporten eneen publikatie in de VTO Nieuwsbrief, nov. 1986 (p.1013).

  • Leerkrachtgedrag

    F.K. Kieviet

    In het artikel van Brekelmans, Wubbels enCréton wordt gerapporteerd over een onderzoek dat bij het Centrum voor Didactiek vanWiskunde en Natuurwetenschappen van deRijksuniversiteit Utrecht is uitgevoerd. Dezeonderzoeksgroep heeft inmiddels een omvangrijk onderzoeksprogramma op het gebiedvan interpersoonlijk leraarsgedrag afgewerkt.In het hier besproken onderzoek worden delaatste ontwikkelingen binnen dit onderzoeksprogramma weergegeven. In eerder onderzoek werd reeds een aantal aspecten van hetleraarsgedrag opgespoord. In de bijdrage aandit themanummer wordt een onderzoek beschreven waarin ten eerste, op basis van leerlingpercepties van dit gedrag, het interpersoonlijk gedrag van de leraar wordtbeschreven op de uit eerder onderzoek bekende acht aspecten en vervolgens wordt getrachteen typologie te ontwikkelen waarmee alleacht aspecten van het interpersoonlijk gedragtegelijkertijd gekarakteriseerd kunnen worden. De hierbij gebruikte techniek, nl. clusteranalyse, wordt in globale termen beschreven.Bijzonder veelbelovend is het dat het mogelijkblijkt verbanden aan te tonen tussen typenprofielen en de cognitieve en affectieve opbrengst bij leerlingen. In feite is daarbij sprakevan een procesprodukt onderzoek waarbijweliswaar het leraarsgedrag als verklarendevariabele wordt aangemerkt, maar slechtsvoor zover dit gedrag terug te vinden is in depercepties van de leerlingen. Sinds enkele jaren wordt in het effectiviteitsonderzoek denadruk gelegd op de functie van leerlingcognities als 'mediating variable' (cf Shulman,1986) tussen onderwijsaanbod en opbrengst.Het onderzoek van Brekelmans c.s. kan aande verdieping en onderbouwing van deze inzichten een bijdrage leveren.

  • Een typologie van leerlingenpercepties van leraarsgedrag

    J.M.G. BREKELMANS, Th. WUBBELS

    In dit artikel wordt verslag gedaan van de ontwikkeling en evaluatie van een typologie vanleerlingenpercepties van leraarsgedrag. Gegevens over de leerlingenpercepties van leraarsgedrag zijn verzameld in twee klassen van alleleraren van één scholengemeenschap voorVoortgezet Onderwijs. De leerlingenperceptiesvan leraarsgedrag zijn met behulp van clusteranalyse in groepen ingedeeld. Zo ontstond eentypologie die negen typen omvat. Uit de evaluatie van de typologie blijkt niet alleen, dat degevonden indeling intern valide is, maar ook datdeze bruikbaar is voor het analyseren van verschillen op andere variabelen, zoals de cognitieve prestaties van leerlingen, hun attitudes tenaanzien van hel vak en de lessen, hun perceptiesvan een aantal aspecten van de leeromgeving ende arbeidssatisfactie van docenten. Ook kwalitatieve beschrijvingen van de klassesituaties bijde verschillende typen docenten laten aanzienlijke verschillen zien.

  • Probleemsituaties in het onderwijs

    Th.CM. BERGEN, C.A.W. OPDORP

    Op basis van een inventarisatiestudie naar probleemsituaties die docenten tijdens hun beroepsuitoefening ervaren, zijn zes situatiescenario'sgeformuleerd die betrekking hebben op problematische interactiesituaties tussen docenten enleerlingen. De scenario 's zijn gebruikt als stimulusmateriaal voor het ontlokken van oorzakelijke toeschrijvingen van docenten. De situatiescenario's zijn in een tweetal voorstudies doordocenten beoordeeld op de mate van problematisch zijn, herkenbaarheid en voorkomen. Opbasis van de resultaten zijn de scenario's bijgesteld en in een hoofdstudie nogmaals beoordeeld. Het bleek, dat de situaties voor docentenwel herkenbaar waren en ook voorkwamen,maar dat zij door hen nauwelijks als problematisch werden beoordeeld. Er bleken geen verschillen te zijn in de beoordeling van situatiesonder invloed van jaren ervaring en sek.se. Welzijn er verschillen tussen docenten uit verschillende leeftijdscategorieën: de tendens is datoudere docenten de .situaties 'zwaarder' en minder goed oplosbaar vinden dan jongere docenten.

  • Onderzoek naar denkinhouden van aanstaande lerarenbasisonderwijs

    A.H. CORPORAAL

    In deze bijdrage wordt verslag gedaan van eenonderzoek naar denkinhouden van aanstaandeleraren basisonderwijs met betrekking tot hetdomein van 'goed onderwijzen'. Gekozen is vooreen onderzoeksmethode (de repertory grid) diegeschikt is om denkinhouden van personen teachterhalen met gebruikmaking van hun eigenbegrippenapparaat en die levens geschikt is omonder bepaalde condities op relatief groteschaal te worden toegepast. Op basis van degegevens worden vier hoofddimensies onderscheiden in de denkinhouden van de respondenten met betrekking tot genoemd domein. Tevensblijkt dat uit de onderzoeksgegevens weinig verschillen naar voren komen tussen diverse groepen respondenten. Deze uitkomsten leiden toteen bezinning op de vraag of de combinatie vaneen relatief grootschalig onderzoek en de wensdoor te dringen tol de denkinhouden zoals doorde respondenten zelf verwoord, optimaal is gerealiseerd met behulp van hel in dit onderzoekgehanteerde onderzoeksinstrument.

  • Beginners en experts in het onderwijs: onderzoeksresultatenen hun bruikbaarheid voor de opleiding van onderwijsgevenden

    F. BOEI, F.K. KIEVIET

    Met behulp van een descriptief ordeningsschema worden in dit artikel onderzoeken naar verschillen en overeenkomsten in kennisstructuren en mentale processen tussen experts enbeginners in het onderwijs beschreven en deresultaten geïnventariseerd. Experts en beginners blijken op een aantal punten belangrijk vanelkaar te verschillen. Geconstateerd moet echter worden dat dit soort onderzoek op diversepunten verbetering en aanvulling behoeft, willende resultaten bruikbaar zijn voor de initiëleopleiding van onderwijsgevenden.