Pedagogische Kroniek

Auteurs

  • J. Tuinman

Samenvatting

Sinds Rudolf Flesch's „Why Johnny Can't Read" (1955) is er eenstortvloed van research m.b.t. het aanvankelijk leesonderwijs losgekomen. Veel ervan is haastwerk, maar zelfs de meer gedegen studieszijn moeilijk te interpreteren, schijnen elkaar tegen te spreken, en laten vergelijkingen moeilijk toe vanwege grote verschillen in terminologie en experimentele opzet.Het U.S. Office of Education heeft een belangrijke stap op de weguit de chaos gedaan door een serie gecoördineerde onderzoekingendoor 27 onafhankelijke instituten, financieel mogelijk te maken.Onder leiding van 27 „project directors", waaronder vooraanstaande geleerden als Edward B. Fry en Jeanne S. Chall, zijn in 1965 en1966 een serie onderzoeken verricht die wat betreft de selectie vantestnormen, leeriingen samples, leerkracht variabelen en proceduresvoor analyse en interpretatie van de data, meer dan gebruikelijk opelkaar waren afgestemd. De resultaten van de afzonderlijke studieswerden tenslotte verwerkt door het „Coordinating Center of the Cooperative Research Program" aan de Universiteit van Minnesota. DrGuy L. Bond en Dr. Robert Dijkstra, belast met de leiding van ditinstituut doen in de Reading Research Quarterly (vol. II, no. 4 1967)uitvoerig verslag van de resultaten van de research in het eerste leerjaar. Samenvattingen van deze studies door de onderzoekers zelf zijnte vinden in The Reading Teacher, Vol. 19, no. 8 (mei 1966). Slechts13 van de oorspronkelijke studies werden voortgezet in de tweede klasSamenvattingen van deze studies werden gepubliceerd in de ReadingTeacher, vol. 20, no. 8 (mei 1967) en vol. 21. no. 1 (october 1967).

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-12

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp