Vol 85 Nr 3 (2008)

Gepubliceerd: 2008-01-01

Artikel

  • Discussie 'Dupliek: een te simpele voorstelling van zaken'

    K.P.E. Gravemeijer, P.A. Kirschner

    Roel Bosker (2008) plaatste in dit tijdschrift een aantal kritische kanttekeningen bij ons artikel "Naar meer evidence based onderwijs?" (Gravemeijer en Kirschner, 2007). In deze reactie betogen we dat Bosker de vraag naar wat evidence is, versimpelt door niet in te gaan op ons argument dat er in onderwijsonderzoek meer valt te bewijzen dan "dat iets werkt." Dat hij de problemen die zich bij de uitvoering van randomized controlled trials voordoen, onderschat. En dat hij het probleem van de theoriepratijkrelatie eenzijdig benadert.

  • Conferentieverslag: Advancing the European Education Agenda

    A. Verckens, L. Perre der van

    Op 30 november en 1 december 2007 vond in Brussel en Leuven een internationaal congres plaats met als thema 'Advancing the European Education Agenda'. Dit congres was het sluitstuk van een drieluik van conferenties, waar internationale onderzoekers en beleidsmakers samenkwamen om de Europese onderwijsagenda the analyseren en na te denken over toekomstige opties voor zowel beleid als onderzoek.

  • Zorgleerlingen in het reguliere basisonderwijs: omvang, typen problemen en de schoolloopbaan

    I. Veen der van , E. Smeets, M. Derriks

    De groep zorgleerlingen in het reguliere basisonderwijs is niet duidelijk afgebakend. Welke typen problemen ertoe leiden dat leerkrachten een leerling als zorgleerling beschouwen en hoe verschillende typen zorgleerlingen zich ontwikkelen in het reguliere basisonderwijs is niet vaak onderzocht. In het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven, is de omvang van de groep zorgleerlingen in het reguliere basisonderwijs onderzocht, evenals het verloop van de schoolloopbaan van zorgleerlingen met verschillende typen problemen en de invloed van de visie van leerkrachten op de opvang van zorgleerlingen in het reguliere basisonderwijs. Ruim een kwart van de leerlingen wordt door hun leerkracht als zorgleerling gezien. Bij de verdere analyses is gebruik gemaakt van gegevens van 8.237 zorgleerlingen uit de zesde meting van het PRIMA-cohortonderzoek, aangevuld met gegevens van de vijfde PRIMA-meting. Cognitieve problemen bleken veel sterker van invloed op de schoolloopbaan dan sociaalemotionele en lichamelijke problemen. Leerkrachten die vinden dat zorgleerlingen zoveel mogelijk moeten worden opgevangen in het reguliere onderwijs, verwijzen deze leerlingen minder snel naar het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs

  • Notitie: Reflecties op het Programma Onderwijsonderzoek 2008 – 2011

    W. Jochems, J. Merriënboer van

    In augustus 2007 is het nieuwe “Programma Onderwijsonderzoek 2008-2011” verschenen (PROO, 2007b). Het bouwt voort op het programma 2004-2007, maar is geactualiseerd naar aanleiding van nieuwe wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Inhoudelijk biedt het programma ruimte voor verreweg het grootste deel van het Nederlandse onderwijsonderzoek. Gegeven de bescheiden beschikbare middelen komt het ons voor dat een programma waarin scherper inhoudelijke en strategische keuzen zouden zijn gemaakt tot kwalitatief beter onderzoek zou leiden met uiteindelijk een grotere impact op de onderwijspraktijk.

  • Conferentieverslag: Advancing the European Education Agenda. Internationaal congres van het European Education Policy Network (EEPN) en Centrum voor Onderwijsbeleid en -vernieuwing KULeuven, 30 november en 1 december 2007, Leuven en Brussel

    A. Verckens, L. Perre der van

  • Zijn bèta’s nerds? Verschillen in persoonlijkheid, sociale contacten en vrijetijdsbesteding tussen jongens met natuur en techniek en jongens met andere profielen

    H. Korpershoek, H. Kuyper, M.P.C. Werf der van

    Onderzocht is of jongens met het natuur en techniek-profiel op een aantal kenmerken behorende bij het stereotype beeld van nerds verschillen van jongens met andere profielen. Mogelijk kan stereotypering van bèta’s bijdragen aan de verklaring waarom weinig leerlingen natuur en techniek kiezen. De hypothesen dat bèta’s in vergelijking met niet-bèta’s lager scoren op de persoonlijkheidsfactor extraversie en minder tijd besteden aan sport, relaties en sociale contacten werden bevestigd. Dat bèta’s meer tijd besteden aan computeren en andere media dan niet-bèta’s werd alleen bevestigd voor lezen en niet voor computeren en televisie kijken. Tot slot werd de hypothese dat bèta’s minder sociale contacten hebben dan niet-bèta’s alleen bevestigd voor vwo-bèta’s voor het aantal vriendinnen. De keuze voor natuur en techniek kon nauwelijks voorspeld worden uit persoonlijkheidskenmerken, sociale contacten en vrijetijdsbesteding van leerlingen. Stereotypering van bèta’s als nerds is dus slechts gedeeltelijk gegrond.

  • Leraren in een nieuwe klas: de eerste maanden van een nieuw schooljaar

    M.T. Mainhard, M. Brekelmans, Th. Wubbels, P. Brok den

    De docent-klasrelatie is belangrijk voor de leerprestaties van leerlingen en het plezier waarmee leerlingen het onderwijs in een vak volgen. Er is weinig bekend over hoe de docent-klasrelatie zich ontwikkelt, wanneer een docent start met een nieuwe klas. In een tijdreeksstudie met 48 docent-klascombinaties is nagegaan hoe de invloed die een docent in een klas heeft en de emotionele afstand tussen docent en leerlingen zich ontwikkelen in de periode van de start van het schooljaar tot de kerstvakantie. Uit de resultaten blijkt dat de leerlingperceptie van de invloed en nabijheid in de docent-klasrelatie gedurende deze tijd blijven dalen. De ontwikkeling van de relatie verschilt per klas en kan bij de Invloeddimensie deels verklaard worden door het leerjaar en bij de Nabijheiddimensie door de mate van nabijheid aan het begin van het schooljaar. Naarmate het leerjaar hoger is en leerlingen aan het begin van het schooljaar meer afstand tot de docent ervaren, is de verslechtering van de relatie tussen docent en klas sterker. Bij sommige leraren die bij aanvang van het schooljaar relatief dicht bij hun leerlingen staan is echter sprake van een verbetering van de relatie.

  • Zorgvuldig en veelbelovend onderwijs: inleiding op het ORD-nummer

    S. Doolaard, R.J. Bosker

  • Conferentieverslag: Kennis van, voor en door het beroepsonderwijs 17e Onderwijssociologische conferentie, 29 en 30 november 2007, Den Haag

    L. Nieuwenhuis

  • Persoon-groepdissimilariteit in de betrokkenheid bij pesten en de relatie met sociale status

    M. Sentse, R. Scholte, C. Salmivalli, M. Voeten

    In deze studie is het persoon-groepdissimilariteit-model getoetst voor de relatie tussen enerzijds pesten en gepest worden en anderzijds sociale status. Dit model veronderstelt dat kinderen meer verworpen zullen worden door klasgenoten wanneer zij gedrag laten zien dat afwijkt van de groepsnorm. De onderzoeksgroep bestond uit 2.578 jonge adolescenten in 109 middelbare klassen. Vanwege de geneste data en het gelijktijdig toetsen van individuele en groepseffecten is meerniveau-analyse gebruikt. De resultaten zijn conform de hypothesen gebaseerd op het theoretische model. Groepsnormen (gedrag op klasniveau) bleken de relatie tussen betrokkenheid bij pesten en sociale status te beïnvloeden: adolescenten die pestten, werden verworpen door klasgenoten in klassen waarin pesten niet normatief was. In klassen waarin pesten normatief was, werden adolescenten die pestten minder verworpen of zelfs leuk gevonden. Dit gold ook voor gepest worden, al werden slachtoffers van pesten nog steeds verworpen, zelfs wanneer gepest worden normatief was. In de discussie worden suggesties voor toekomstig onderzoek en interventies gegeven.